Nationale Onverschilligheid.
Dezer dagen trof me een klacht van onzen jongeren componist Willem Pyper, dat op onze concert-programma's zoo weinig Nederlandsche muziek voorkomt, terwijl onze jongere scheppende kunstenaars nu toch ook wat in hun mars hebben.
Volkomen dezelfde klacht als steeds van den kant der Nederl. tooneelschrijvers gehoord wordt.
Wat is daaraan te doen?
Het A.N.V. heeft, naar Neerlandia meldt, bij de Nederl. Maatschappij voor Toonkunst met eenig goed gevolg aangedrongen op het geven van meer plaats op de programma's aan oorspronkelijk werk. Dat is een goed teeken. Maar allerminst afdoende. Wil men werkelijk iets bereiken, dan moet m.i. het volgende gebeuren:
Er moet gesticht worden een vereeniging van: Vrienden van de Nederl. muziek en het tooneel, dus met afd. A en B, die moet trachten voor haar leden oorspronkelijke muziek èn tooneel van hoogere orde te doen uitvoeren. Voor het Tooneel zal daarbij naar samenwerking kunnen worden gestreefd met het nogal kwijnende Nederl. Tooneelverbond, dat hier een nieuwe taak zal kunnen vinden. Voor de Muziek met een zoo juist gestichte Vereeniging, die beoogt talentvolle uitvoerenden, die geen geld bezitten om een eigen eerste concert te betalen, een kans te geven. -
Ik zeg met nadruk: van hoogere orde. Want aan het doen uitvoeren van werk zonder beteekenis, zonder ziel en geest, hebben wij niet alleen niets, maar we zouden ook heel spoedig den lust tot luisteren er naar bederven.
Wat aangekweekt moet worden, is het zelfvertrouwen in onze eigen kunst. Geen zelfoverschatting.
Daarom bepleitte ik ook niet: samenwerking met den Bond van Nederl. Tooneelschrijvers. Zijn doel is goed, maar zijn werkwijze doet steeds vreezen, dat hij het dilettantisme en de zelfoverschatting in de hand werkt. Er moet streng gekeurd worden en liefst door - schrik niet! - een commissie van critici, of althans een zeer onafhankelijke kritische commissie van niet-zelf-scheppenden.
Is ook hier geen werk aan den winkel voor het A.N.V. tot het geven van den eersten stoot?
Den Haag, 4 Dec. '27.
L. SIMONS.