Van het Groepsbestuur.
Op 25 October 1.1. hadden de voorzitter en secretaris van Groep Nederland een onderhoud met Z.E. den Minister van Binnenlandsche Zaken over de maatregelen in Juli genomen ten aanzien van den Begroetingsdag te Breda.
Op 1 November wendde het bestuur der Groep zich schriftelijk tot Z.E. den Minister van Buitenlandsche Zaken over gebreken, voorkomend in de van het departement, volgens verkregen inlichtingen, uitgaande opgave van de lijst der Nederlandsche Consulaire Ambtenaren ten aanzien van politieke omschrijvingen en minder juiste plaatsnamen.
Op 5 November wendde het Bestuur der Groep zich schriftelijk tot Z.E. den Minister van Buitenlandsche Zaken over een verandering in zake het gebruik van sommige autoriteiten de legalisatie van paspoorten uitsluitend in de Fransche taal te stellen.
Op 26 November wendde het Bestuur der Groep zich schriftelijk tot Z.E. den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen tot ondersteuning van het op 28 September 1927 tot Z.E. gericht verzoek van den ‘Bond van Friesche Vereenigingen buiten Friesland’, welk verzoekschrift hieronder in zijn geheel is opgenomen.
Amsterdam, 26-11-1927.
Singel 548.
Aan Zijne Excellentie den Minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen,
's-Gravenhage.
Excellentie,
De ondergeteekenden, handelende namens het Bestuur van Groep Nederland van het Algemeen Nederlandsch Verbond, hebben de eer Uwe Excellentie kennis te geven van hunne hartelijke instemming met het verzoekschrift, op 28 September 1927 tot Uwe Excellentie gericht door het Hoofdbestuur van den ‘Bond van Friesche Vereenigingen buiten Friesland’, waarvan een afschrift hierbij gaat.
Deze instemming berust op de volgende overwegingen: Vooreerst heeft het Algemeen Nederlandsch Verbond, overtuigd dat, onder alle omstandigheden, het beginsel moedertaal, voertaal in het onderwijs dient te worden gehuldigd, het oprecht verlangen, dat dat ook in Nederland zal worden nageleefden wel op zulk een wijze, dat het tot voorbeeld voor anderen moge strekken.
Doch er is meer! Onmiskenbaar leeft tegenwoordig over de geheele wereld het volksbewustzijn op, ook bij die volksdeelen, welke tot dusver door verkeerd begrepen staatsbelang of ook slechts door den druk eener andere beschaving, verstoken raakten van onderwijs in de eigen beschaving en taal. Noodeloos gaat daardoor veel moois verloren, nutteloos worden zulke volksdeelen vervreemd van het eigene en dit veroorzaakt een gevoel van miskenning.
Het Algemeen Nederlandsch Verbond beijvert zich de schoonheid der Nederlandsche taal en der Nederlandsche beschaving te doen uitschijnen. Een der hoogste uitingen onzer beschaving is het gevoel voor recht, het suum cuique tribuere. Onze Friesche medeburgers hebben blijkbaar behoefte aan onderwijs in eigen taal, de Nederlandsche Staat behoort het zijne er toe bij te dragen, dat deze behoefte bevredigd wordt.
Al waren de Friezen ons niet zoo na verwant, dan toch zou het Algemeen Nederlandsch Verbond, bewust van het hooge belang van het oefenen van rechtvaardigheid, dit verlangen hebben gesteund. Het doet dit met te meer vreugde, omdat de zeer nauwe banden, die het Friesche Volk steeds met het overige Nederland heeft onderhouden, een goede oplossing zullen vergemakkelijken.
Daarom achten de ondergeteekenden het hun plicht den geuiten wensch te steunen en verzoeken zij Uwe Excellentie eerbiedig dien in welwillende overweging te nemen.
Van Uwe Excellentie de gehoorzame dienaars,
Namens het bestuur van Groep Nederland van
het Algemeen Nederlandsch Verbond,
(w.g.) A.A. VAN SCHELVEN, Voorzitter.
(w.g.) W.J.L. VAN ES, Secretaris.