meest op zijn Zondags heeft gezien, zoodat de volksgebreken niet uitkwamen.
Maar dan geeft hij den Afrikaners de eer een heldhaftig, vrijheidlievend, puriteinsch levend en gastvrij ras te zijn. Ook prijst hij hun Calvinistische levensopvatting, die vooral tot uiting komt in het kerkelijk leven. En wat de Afrikaansche taal betreft, erkent de schrijver, dat deze noodig is voor het behoud van de nationaliteit, al is hij ook beducht, dat men den band met de Hollandsche beschaving heeft doorgesneden en de deur heeft opengezet voor de Engelsche. Voorts toont de schrijver een open oog te hebben voor de groote problemen van Z.-A.: het naturellenvraagstuk. de koelies, de arme-blanken en de zending onder de Heidenen. Met een prediking over Exodus 28 vs. 30 en een lezing over Calvijn sluit dit prachtige boek.
Een ervaring van enkele maanden geeft slechts een indruk van een volk. Iemand, die jaren in Z.-A. gewoond heeft, staat daarom verbaasd, dat die indruk zoo zuiver het Afrikaansche volkskarakter weergeeft. Die hulde moet men Prof. Kuyper geven.
Als ambtelijk persoon heeft hij echter tal van voorrechten genoten, die een gewoon ‘uitlander’ niet ontvangt en hebben tal van hooggeplaatsten hun inzichten voor hem geopend, die anders niet veel op hebben met ‘die Hollandertjes’. Het Zuidafrikaansche volk is in de vlegeljaren, het wil zichzelf opvoeden en is bang voor vreemde inmenging. Dit kwam treffend uit dezer dagen, toen de Heer Kleynhans. de leider van de Boeren, die Nederland bezoeken, in een rede te Goes gehouden, zeide: ‘Hij vraagt geen ander volk het probleem van het Afrikaansche mede op te lossen, dit zal het zelf wel doen’. (Verslag N.R. Ct. 9 Aug. '25). De schitterende ontvangst van prof. Kuyper is dus, van de zijde van het Z.-A. volk bezien, een daad geweest, waarin het nog eens op ouderwetsche wijze het oude Nederland als moederland heeft geëerd. Het heeft getoond nog gaarne van onze leiders te willen leeren, mits dezen zich niet op een voetstuk plaatsen, noch willen schoolmeesteren, maar met hen strijden schouder aan schouder voor de handhaving van onze Christelijke beschaving. Zulk een leider vond het in Prof. H.H. Kuyper. Vandaar dat zijn bezoek aan Z.-A. zulk een succes is geweest.
's-Gravenhage. Aug. '25.
S.O. LOS.