Vlaanderen.
Jaarlijksche algemeene Groepsvergadering te Brussel.
Zondag 1 Maart hield groep Vlaanderen in het Hotel de l'Avenue, aan de Bolwerklaan, te Brussel, haar jaarlijksche algemeene vergadering. Nadat de heer Omer Wattez, groepsvoorzitter, de aanwezige leden en afgevaardigden uit Brussel en Lokeren welkom had geheeten, verleende hij het woord aan den heer M.J. Liesenborghs, secretaris-penningmeester, die voorlezing deed van het volgende jaarverslag:
‘Het is mij, als secretaris van groep Vlaanderen, op deze jaarlijksche vergadering, een behoefte en een plicht, alvorens het eigenlijke verslag onzer werkzaamheden aan te vangen, een eeregroet te brengen aan twee veteranen van het Algemeen Nederlandsch Verbond, twee groote zaaiers van de stamgedachte, die ons allen hier vereenigd bezielt, twee onversaagde Kampioenen voor het behoud van de Nederlandsche taal en den eigen Vlaamschen volksaard in het door ons bewoonde zuidelijke deel van het Nederlandsche taalgebied in Europa: wijlen Hippoliet Meert en Johan Kesler. Met den diepsten eerbied herdenk ik hier - en u allen, ik ben er van overtuigd, doet dit met mij - wat Hippoliet Meert voor het Alg. Ned. Verbond is geweest: de werkelijke vader en de bezieler van het Verbond in latere, moeilijke jaren.
‘In ‘Neerlandia’ is het mij vergund geweest op zijn groote verdiensten te wijzen, en ook op die van wijlen Johan Kesler onzen steeds werkzamen, altijd, tot op den avond voor zijn dood toe, voor het Verbond en de algemeen Nederlandsche stamgedachte in de bres staanden ondervoorzitter, wiens verscheiden èn voor tak Brussel èn voor Groep Vlaanderen een onherstelbaar verlies moet worden geacht. Johan Kesler mochten wij, waardig en kalm, te zamen met het lijk van zijn in den oorlog gevallen zoon, naar zijn laatste rustplaats te Ukkel-Calevoet vergezellen. Bij de teraardebestelling van Hippoliet Meert, te Gent, heeft de aldaar besturende anti-Vlaamsche overheid gemeend zich zelfs met het geweld der wapenen tegen het begeleiden naar de begraafplaats van het stoffelijk overschot van dezen in Noord-Nederland, in ballingschap, gestorven Vlaming, te moeten verzetten. Toch zijn wij er geweest en mochten wij er nog in slagen, uit uw aller naam, leden van groep Vlaanderen, een bloemenkrans met de Vlaamsche en Hollandsche kleuren en een passend opschrift op zijn grafkelder te leggen, op het oogenblik zelf, dat de aarde van Vlaanderen zijn lijk in haar schoot ontving.
* * *
Zoo we nu een blik werpen op de werking van groep Vlaanderen in het afgeloopen jaar, merken wij op dat - trots de door ons in het werk gestelde pogingen om ook elders weer vasten voet te krijgen - alleen Brussel en Lokeren, als takken van het Verbond, werkelijk leven en bloeien. Uit het verslag van den secretaris van tak Brussel zult gij hooren dat, na een korte periode van inzinking wat het aantal betalende leden betreft, thans weer een hoopgevend zonnetje aan het dagen is gegaan. De wederoprichting van De Distel, het kunstlievend genootschap, waaruit in 1895, de eerste afdeeling van het A.N.V. werd geboren, bevestigt deze optimistische voorspelling. Brussel gaat weer den goeden weg op. Tak Lokeren gaf blijk van een buitengewone werkzaamheid, welke nergens in het Verbond waar ter wereld ook, haar weergade vindt. Hulde weze dan ook gebracht aan deze wakkere afdeeling en haar voortvarend bestuur.
Antwerpen daarentegen is, na een kort ontwaken, weer ingeslapen. De verdeeldheid onder de Vlamingen blijkt de hoofdreden te zijn van de mislukking onzer pogingen, om, ook elders, de slapende takken weer wakker te schudden. Met Mechelen wordt onderhandeld. Vermoedelijk zal daar, in den loop van 1925, een nieuwe poging wel tot een bemoedigend succes leiden.
Groep Vlaanderen telt volgens de opgaven der secretarissen van de takken Brussel en Lokeren 307 leden, welke op 28 Februari 1925 hun jaarlijksche bijdrage hadden betaald. Verwacht wordt dat nog een vrij aanzienlijk aantal leden zich binnenkort van hun geldelijken plicht tegenover het Verbond zullen kwijten, terwijl dezer dagen verder nog verscheidene nieuwe leden toetraden, zoodat het werkelijke aantal leden van Groep Vlaanderen op 400 mag worden geraamd.
Het groepsbestuur heeft, in den loop van het jaar, in samenwerking met het hoofdbestuur te Dordrecht, stappen gedaan om het Nederlandsch als diplomatieke en ambtelijke taal tusschen Nederland en België en omgekeerd te zien gebruiken. Een brief in dien zin door ons op 16 Juli 1924 aan den Belgischen minister van Buitenlandsche Zaken gestuurd, bleef zonder gevolg. De Minister achtte het zelfs niet noodig ons een doodgewoon bericht van ontvangst te laten geworden.
Onze bezorgdheid ging ook naar het scheppen van een geestelijk tegenwicht, dat de gevolgen van het Belgisch - Fransch cultureel verbond eenigszins zou opheffen. Van ambtelijke Nederlandsche zijde kwam men echter tot de overtuiging, na een onderzoek ter bevoegder plaatse, dat, het verschil van peil tusschen het onderwijs in Nederland en in België in acht genomen, de gelijkstelling der academische diploma's en de uitwisseling van leerkrachten niet dan met groote practische moeilijkheden zou gepaard gaan. Het plan rust nu voorloopig, maar verliezen wij niet uit het oog.
Meer succes mocht worden geboekt ten aanzien van de hervatting der Nederlandsche vacantieleergangen te Leiden. Door het A.N.V. en het Dietsche Studentenverbond is namelijk besloten van 14-18 April a.s., voor de eerste maal sedert den oorlog, deze leergangen weer in te richten. Mede op aandringen van het bestuur van groep Vlaanderen zullen de kosten, welke ten laste zijn van de Vlaamsche deelnemers, tot een minimum beperkt blijven. Waarschijnlijk zal, door het verleenen van huisvesting en het inrichten van gezamenlijke goedkoope maaltijden, van de Vlaamsche studenten en andere belangstellende deelnemers, niet meer dan de reiskosten worden gevraagd.
Met het Holland Huis te Brussel is een overeenkomst getroffen waarbij bepaald is dat de leden van het Verbond voortaan ook tot de belangwekkendste uitingen van Nederlandsch leven aldaar worden uitgenoodigd. In het Holland Huis zal binnenkort een groot propagandabord voor het A.N.V. met daaronder een tafel, een inschrijvingsregister en allerlei vlugschriften en andere geschriften over doel en werking van ons Verbond worden geplaatst.
Vlaamsche hoofdbestuursleden begaven zich, in het het afgeloopen jaar, naar Nederland, ter bijwoning der hoofdbestuursvergaderingen aldaar. Ook had een bijeenkomst met de heeren De Kanter en De Gaay Fortman, algemeen voorzitter en algemeen secretaris van het Verbond, te Antwerpen plaats, waar ook met dr. Van Ravenswaay, van de Vereeniging voor Correspondentie-Onderwijs, te Amsterdam, over de uitbreiding der werkzaamheden van deze Vereeniging over het Vlaamsch, tot een belangrijke wisseling van gedachten kon worden overgegaan en verder een aantal voor het A.N.V. belangrijke punten werden afgehandeld.
Herhaaldelijk mocht ons blijken dat Noord-Nederland met bijzondere aandacht de werking van het Verbond in Vlaanderen gadeslaat en ons zijn sympathiseerenden steun niet ontzegt. Laat ons, waar wij het kunnen, geen