Neerlandia. Jaargang 28
(1924)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdIngezonden.Zeer geachte Redactie. Toen ik las, dat de heer C.v.d. Voort van Zijp zou spreken op den Groepsdag te R'dam, vreesde ik, dat deze spreker zijn gehoor zou voeren op een terrein, dat buiten onzen Bond ligt, het terrein n.l. waar verdedigers en bestrijders van den oorlog elkaar vinden. Dagbladverslagen gaven den indruk, dat deze vrees juist was. Maar ik heb gewacht, of de rede ook in Neerlandia zou verschijnen. Inderdaad vond ik ze in het nummer van Aug. 1924. Nu de heer V.d.V.v.Z. aldus gelegenheid heeft gekregen om zijn pro-oorlogsgevoelens te verkondigen, verzoek ik u beleefd, mij de gelegenheid te geven tot een kort tegenwoord. De heer V.d.V.v.Z. geeft geen bewijzen voor wat hij beweert, dit ontheft mij van den plicht voor mijn bewering bewijzen te leveren. De geachte spreker beweerde - ik vat samen - ‘Een volk, dat zich zelf en zijn taal wil handhaven, moet daartoe ook het zwaard willen trekken.’ Daartegenover beweer ik: een volk, dat meent, dat het zich zelf en zijn taal moet handhaven door geweld, is op den dwaalweg. Zedelijke machten - en daartoe behoort de taal - handhaven zich alleen door zedelijke kracht.
Met dank voor plaatsing
Uw dw. dr.
H. SCHOLTENS, Kz. Rotterdam, 2 Aug. 1924. |
|