Holland in Kaapstad.
De bewoners van Plumstead, een van de nieuwere voorsteden van het uitgestrekte Kaapstad, hebben een groot kermisfeest gevierd en daarbij een uitgestrekt terrein in ‘a little bit of old Holland’ herschapen. Windmolens waren overal verspreid, terwijl de tulpen als door tooverkracht uit den grond waren opgeschoten. Er waren Hollandsche kramen en Hollandsche koopwaar, terwijl bijna geheel Plumstead in nationale kleederdracht was, waarbij de Markers den boventoon schenen te voeren. Er waren verschillende Hollandsche dames in haar werkelijke vaderlandsche dracht; de dames Howe, Steinmeyer, Rijss en anderen waren prachtige boerinnen. Onder de heeren was de heer H. Duveen, van ‘Den Haag’ Plumstead, de leidende Marker boer. Onze plaat geeft den grooten molen te zien, waarvan de wieken bestaan uit tusschen rails schuivende oude zonneblinden, die, naar gelang de wieken draaien, op elkander vallen en een luid klepperend geraas veroorzaken. De molen moest stopgezet worden om den EdelAchtb. Joël Kriege, ‘Speaker’ van den Volksraad, gelegenheid te geven zijn stem te doen hooren. Hij opende de verrichtingen met een zeer luimige toespraak, waarin de voortreffelijkheden van Holland op zeer afwisselend gebied ten zeerste werden geroemd. Hij maakte ook melding van het ‘pinken’, dat hij in Holland gezien en bewonderd had. Als na de kermis de verschillende paren het eens geworden waren, en de jongedochters en jongelingen besloten hadden samen door het leven te gaan, traden zij den volgenden dag blijmoedig voorwaarts, om met de pinken in elkander gehaakt, bekendheid aan het groote feit te geven. Hij raadde onze ‘jongemense’ aan, aanstonds hetzelfde te doen.
Naast den heer Kriege staat links Sir Walter Gurney en rechts de heer J.L. Schoeler. Links van den heer Gurney, staat, met het papier in de hand, de Hollandsche verslaggever van The Cape Times, de heer Leenderts.
Men lette toch vooral op de tulpen op den voorgrond.
Het feest slaagde in alle opzichten.