Neerlandia. Jaargang 27

Suriname.

Herdenkingsfeest te Paramaribo.

Na Kaapstad verdient Paramaribo een pluim voor de wijze waarop het gelijk met Dordt het 25-jarig bestaan van het A.N.V. heeft herdacht.

Voor een rijk program - muziek, zang, voordrachten, dans, enz. - was gezorgd.

De Gouverneur, die met zijn gezin de uitvoering tot het einde, bijwoonde, werd bij zijn komst verwelkomd door het publiek, dat op uitnoodiging staande het Nederlandsche en het Surinaamsche volkslied met muziekbegeleiding zong.

Reeds het eerste nummer, het openingswoord van den voorzitter der Groep, den heer Mr. Dr. Van der Helm, een korte, maar gloedvolle rede, waarin o.m. hulde werd gebracht aan het oudste aanwezige lid, den heer Oudschans Dentz, die met voortvarendheid en hardnekkigheid steeds voor de belangen van het A.N.V. heeft gewerkt, viel een luid handgeklap ten deel.

De verschillende nummers van het program werden goed uitgevoerd. Afzonderlijke vermelding verdient het ‘Trionummer’ door de heeren Mac May (viool), Willy Penard (cello) en Mevr. Mac May (piano).

Mevr. Vogel, aan wie de zangnummers waren toevertrouwd, wist zich als naar gewoonte op lofwaardige wijze van haar taak te kwijten, terwijl de heer R.D. Simons, die ‘Het lied van Halewijn’ en ‘De Vlaamsche Leeuw’ van H. van Peene, met klavierbegeleiding voordroeg, veel sukses inoogstte en zelfs werd teruggeroepen om ‘De Vlaamsche Leeuw’ te herhalen.

Na de rust traden op de heer W. Salm (viool), begeleid door Mej. J. Nassy.

De dansnummers werden alle nauwkeurig uitgevoerd. Onder leiding van Mevr. Van Leesten-Nassy hebben de bekoorlijke medewerksters zich op bijzondere wijze weten te onderscheiden.

Het eind, de beeldengroep voorstellende den Dietschen stam onder de Nederlandsche vlag, waarbij Nederland zelf, Suriname, Neerlandsch-Indië, Curaçao, Vlaanderen, Transvaal en de Oranje-Vrijstaat werden verpersoonlijkt, zette de kroon op den goedgeslaagden avond.

Het publiek was zeer voldaan en gaf aan zijn tevredenheid uiting door het aanbieden van bloemstukken en

[p. 115]

het aanheffen van een luid gejuich na elk nummer.

Aan het einde verzocht de Gouverneur het bestuur zich op het tooneel op te stellen voor de beeldengroep, die zeer geroemd werd en zeer geprezen, en sprak Z. Exc. uit zijn loge het bestuur toe, een feit dat nimmer door een Gouverneur is gedaan. In sierlijke taal sprak de Gouverneur waardeerende woorden over het Verbond, bood zijn gelukwenschen aan en roemde de lijn van harmonie, die liep door den geheelen avond. Z. Exc. vlocht in zijn rede de samenwerking van den Surinaamschen Nederlander en den Nederlandschen Surinamer alsmede de liefde tot het Vorstenhuis en het komende zilveren regeeringsjubileum. De rede oogstte een daverend applaus. In de rust kwam de Gouverneur met gade en dochter alsmede zijn adjudant en diens echtgenoote achter het tooneel, waar het bestuur den eerewijn schonk en de aanwezigen een aangenaam half uur hartelijk en ongedwongen samen waren.

* * *

De jongste medewerkster aan den kunstavond was Mej. Fraser, oud 9 jaar.

Den dag na het feest ontving deze jeugdige medewerkster van een onbekenden gever een zilveren drinkbeker ten geschenke met een begeleidenden gelukwensch, luidende: ‘Aangeboden door een vereerder van de jeugdige danseres als blijk van bizondere ingenomenheid en aangename verrassing met haar zwierigen en met daverend applaus begroeten dans en als een blijvende en prettige herinnering aan den avond van het A.N.V., gehouden in “Thalia” op 24 Mei 1923.’

* * *

Het gedrukte programma van deze Surinaamsche herdenking was met bijzondere zorg samengesteld, kennelijk door den heer Oudschans Dentz. Voorin het portret van Dr. Kiewiet de Jonge met de versregels van mevrouw Veen-sBrons:

Bouwmeester van het Nederlandsch Verbond,
Uw werk was hecht, 't zal rijke vruchten dragen.

Onder de liederen was natuurlijk het Verbondslied opgenomen, woorden en noten. Voorts bevatte het programma een korte uiteenzetting van doel en streven van het Verbond en in het bijzonder van Groep Suriname, wier daden tevens werden opgesomd en een overzicht van zustervereenigingen, werkende voor land en volk. Uit de Dietsche gedachten en spreuken nemen we deze over:

So wordt in dit gewest, gelijk aan Bato's strand

De zucht tot wetenschap en kunsten voortgeplant, de zinspreuk van het in 1785 in Suriname opgerichte Genootschap ‘de Surinaamsche Lettervrienden’.