Op naar Dordrecht!
24, 25 en 26 mei.
‘Come to Dordrecht if you want to see Holland.’
Deze hoffelijkheid, door een schilder in het vreemdelingenboek van een der Dordtsche havenhotels neergeschreven, zal bij hen, die de oude stad aan de Merwede kennen, wel weinig of geen tegenspraak uitlokken.
Dordrecht
Het koor der Groote Kerk. (Cliché uit het Boek der Gemeente Dordrecht.)
heeft een geschiedkundige vermaardheid als weinige onzer steden. Zijn oorsprong klimt op tot de verre oudheid. Reeds
de Gentsche kroniek van St. Bavo gewaagt van zijn verwoesting in de 9de eeuw door de Noormannen.
Toch wordt meestal aange
nomen,
dat Graaf Dirk III (1015) de eigenlijke stichter der stad is.
Het is de oudste Hollandsche stad, genoot 5 eeuwen lang (1300-1800) de handelsvoordeelen van het Stapelrecht en was vele jaren de Muntplaats van Holland, waarvan haar zeldzaam fraai geprofileerd doch verwaarloosd en verminkt MuntpoortjeGa naar voetnoot1) nog tot bewijs strekt; zij was een der bolwerken van Hollands vrijheid in den tachtigjarigen oorlog en in haar veste had de eerste vrije Statenvergadering plaats; zij zag twee prinsessen uit het Huis van Oranje binnen hare muren geboren worden, is de stad der vermaarde Synode, de geboortestad ook van de Gebroeders De Witt, om kort te gaan: haar geschiedenis is voor een groot deel die van Holland.
Maar als Dordt tot ver over den Oceaan bekend is en vreemdelingen zijn naam en faam naar hun verre haardsteden meedragen, is dat toch voornamelijk doordat het in zijn ligging en aard karakteristiek is voor het atmospherische, schilderachtige, Hollandsche landschap, waarvan zij de schoonheid in rijke verscheidenheid vereenigt.
De Merwestad, wier handelsvloot eenmaal 's werelds zeeën doorploegde en die binnen haar wallen de trotsche huizen der patricische kooplieden zag verrijzen, is wel vervallen van haar roem, maar steden- en landschapschoon voor zoover het nog niet werd verminkt, zouden nog Cuyps penseel inspireeren, haar riviergezichten nog een Van Goyen bezielen, en verschaften immers Jaap Maris het onderwerp voor meesterstukken.
Omringd door de dorpen Dubbeldam, dat haar voorraadschuren vult,
Papendrecht, waar het ‘melkzwaar vee der weien’ de polders stoffeert, en Zwijndrecht, haar moestuin en tevens voorbeeld van nijverheidsontwikkeling, richt zij zich op als een steenen schrijn, gevuld met de kunstschatten, door natuur en menschenhanden in zeer schilderachtige groepeering saamgevoegd of als kunst in haar musea opgetast.
Nader haar met de boot, die van Rotterdam door den zacht naar 't Zuiden buigenden, door scheepswerven verlevendigden Noord op haar aanstoomt, of van Gorcum door de breede Merwede of van de Zeeuwsche en Zuidhollandsche eilanden door Kil en Oude Maas, en reeds op een afstand treft u het kadegezicht met als wachters aan weerszijden de groen verweerde koepel van den Groothoofdstoren en de stompe Kathedraal.
Dordrecht neemt daadwerkelijk deel aan de opleving van Holland. Het spant zich in om de nijverheid terreinen te bezorgen, waar zij tot de algemeene welvaart