Neerlandia. Jaargang 27

Buitenland.

Nederlandsche belangen in China.

Gedurende vele jaren zijn geen verslagen in Neerlandia verschenen omtrent de werkzaamheden van het Verbond in China. Deels is dit toe te schrijven aan de weinige belangstelling, die het Verbond onder de Hollanders geniet, deels aan de telkens wisselende vertegenwoordigers en niet het minst aan de groote uitgestrektheid van het land.

Bij de aanvaarding van het ambt van vertegenwoordiger, na een tweejarige onderbreking wegens verlof, wil ik den toestand schetsen om te trachten met behulp van de raadgevingen van het Hoofdbestuur tot grooter bloei van het Verbond te geraken.

Nederlanders in China.

Nederlanders bevinden zich in alle deelen van China, samen een 400-tal. In hoofdzaak wonen zij in de groote steden, Shanghai, Hongkong, Tientsin, Peking, Hankow en verder zijn zij verspreid in het binnenland, als kooplieden, ingenieurs, of missionarissen.

Nederlandsche belangen.

In de bovengemelde steden zijn Hollandsche firma's gevestigd, verschillende takken van koopmanschap drijvende. Er zijn twee banken, de Nederl. Handel Mij en de Ned. Ind. Handelsbank. Er zijn verzekeringsmaatschappijen, in- en uitvoerzaken, een raadgevend ingenieur, de Nederlandsche Maatschappij voor Havenwerken, het Nederlandsche Syndicaat voor China, hetwelk een werkzaam aandeel heeft in het doen tot stand komen van de verlenging van den Lung Hai-spoorweg in aansluiting met een haven te Haichow.

Verder zijn er verscheidene missionaris-kolonies en enkele musici in Shanghai.

Consulaten-generaal zijn in Shanghai en Hongkong en consulaten in Canton, Hankow, Chefoo. Het Gezantschap bevindt zich in Peking.

Verscheidene Hollanders zijn in regeeringsdienst, in leidende betrekkingen bij de Douane, terwijl de Java-China-Japan-lijn en de Holland-Oost-Azië-lijn onze scheepvaartbelangen behartigen, welke van voldoende afmetingen zijn om ons de vijfde plaats te bezorgen op scheepvaartgebied. Dit bezorgt ons medezeggenschap in de havenbelangen te Shanghai.

Aaneensluiting der Nederlanders.

Te Hongkong heeft zich een Hollandsche Club gevormd met clublokalen ter beschikking van de mannelijke leden.

In Shanghai bieden de buitenlandsche clubs met prachtige inrichting meer dan voldoende gelegenheid tot bijeenkomsten; een Hollandsche club is overbodig. Er is een Nederlandsche Kamer van Koophandel gevestigd, waarover nader.

Verder hebben zich de aanwezige Nederlanders in groepjes aaneengesloten en verzamelen zich dikwijls bij een gezellig huiselijk maal.

Tijdens het bezoek van het Eskader in 1920 werd een feestmaal in het Astor House gehouden, waar de meeste Hollanders aanzaten. De jongelui houden zich tegenwoordig buiten den grooten kring. Vroeger was het voor een jonkman gebruik, bezoeken af te leggen bij de getrouwden om in familiekring te verkeeren en eens wat anders te hooren dan sport- en kroegverhalen. Tegenwoordig is dat sterk verminderd. Bij wie de fout ligt, weet ik niet. De meest voor de hand liggende oorzaak zal wel zijn, dat de jongelui op andere wijze van hun gemeenschapszin blijk geven. Shanghai is een bij uitstek internationale stad en het staat een ieder vrij een kring te kiezen, die hem past.

Ik schrijf dit niet als een verwijt aan de jongelui. Ik betreur, dat zij niet toetreden tot den Hollandschen huiselijken kring, waar ik zelf vroeger als ongetrouwd man mijn gezelligheid vond.

Wel wordt den jongelui meer geboden dan vroeger; terwijl vroeger meer in pensions gewoond werd, stichten thans groepen van 2 of 3 een eigen thuis. Ik blijf er bij, dat vooral in het Oosten de echte Hollandsche huiselijkheid, voortlevende in de ons zoo dierbare herinneringen van onze jeugd, niet anders dan heilzaam kan zijn tegenover het meestal ruwere leven van een jong gezel. Juist in den tijd als zijn gevoelens tot aaneensluiting, zijn natuurlijke drang naar het stichten van een eigen kring, een eigen huisgezin zich het sterkst openbaren en dit hem door zijn positie onmogelijk wordt gemaakt, drijft hij naar andere wijzen van uiting, die wellicht tijdelijke bevrediging doch op den duur geen geluk brengen.

Ik vraag mij af, of een A.N.V. hier in China het aangegeven middel biedt hieraan te gemoet te komen. Velen zullen zeggen, ja; ik zelf betwijfel het. Waar een aaneensluiting aan een familiekring zoo makkelijk wordt verkregen, daar komt heel wat kijken voor dat een Vereeniging ingericht, een feestavond in elkaar gezet is.

[p. 45]

En wordt daar gegeven waar de meesten wetend of onwetend behoefte aan hebben?

Tot zoover de aaneensluiting in familie- en vriendenkringen.

Op zakelijk gebied valt te vermelden dat door toedoen van onzen ijverigen Consul W. Daniels, een Nederlandsche Kamer van Koophandel is opgericht. Deze zal spoedig ambtelijk haar beslag krijgen en is ondertusschen reeds geraadpleegd door Kamers van andere volkeren, zakelijke regelingen betreffende.

Het doet mij een groot genoegen lof uit te spreken over de wijze, waarop onze Gezant, de heer W.J. Oudendijk, K.C.M.G. voor onze belangen strijdt. Wij vinden in Z. Ex. een krachtigen en zeer gewaardeerden steun, steeds tot hulp en voorlichting bereid.

Vlamingen en Zuid-Afrikanen.

Aansluiting tusschen deze stamverwanten is er niet.

Van ouds her hebben de Belgen zich zeer geroerd in China en een werkzaamheid ontwikkeld, welke een oorzaak vindt in hun nijverheid, die een afzetgebied noodig hebben. Vooral op het gebied van spoorwegen in Midden-China hebben zij met goeden uitslag gewerkt. Wij staan daarbij ten achter. Wel heeft het Nederlandsche Syndicaat voor China getracht de Hollanders te winnen voor een geldbelegging in de Lung-Hai-spoorweg en de Haichow-haven, doch dit is, jammer genoeg, niet geslaagd.

Leeningen aan het Syndicaat worden besteed voor het aanleggen van groote werken. Bestellingen worden in Holland gedaan. Aan de nijverheid en den handel komt zulks ten goede. Het Syndicaat heeft flinke vertegenwoordigers in China, die zich goed rekenschap gegeven hebben van de hechtheid van den grondslag, waarop zij bouwen. Zou een verdere leening mislukken, dan gaan de voordeelen dezer met moeite verkregen vergunning terug naar de Belgen.

China als toekomstland.

Er wordt maar al te veel gewag gemaakt van de onmetelijke rijkdommen van China. Ieder, die geen weg meer weet met zijn te groote voorraden, schrijft een brief aan den Consul en verzoekt opheldering over het afzetgebied in China.

Ongetwijfeld is China het land der toekomst. Maar ik moet hier ernstig waarschuwen tegen overdreven voorstellingen. Het is geen goudmijn, waar maar gedolven behoeft te worden om schatten te leveren. De hier aanwezige zaken hebben zich met noesten ijver een plaats verworven die op het oogenblik allerminst benijdbaar is.

De Chineezen staan niet klaar om de Hollandsche voortbrengselen met open armen te ontvangen, hoe mooi de Hollanders ze zelf ook vinden. Maar al te dikwijls komen er aanbiedingen uit Holland met de boodschap, dat de Chineezen maar opgevoed moeten worden tot de hoogere kwaliteit der Hollandsche goederen. De onzin, 400 millioen Chineezen!

Ik kan er niet genoeg op wijzen, dat, wil men met goed gevolg aan China leveren, een nauwgezette studie dient gemaakt te worden van de eischen van het land. Wanneer de hier aanwezige handelslichamen met schade en schande wijs zijn geworden en nog moeite hebben zich in deze tijden van slapte te handhaven, zijn aanbiedingen zonder meer van haring of molensteenen of koperen bordjes met ‘voor de bus niet bellen’ geen reclame voor de betreffende zaken.

Wel doorwrochte verslagen zijn hier te krijgen omtrent den afzet van artikelen. Zij kosten tijd, geld en moeite. Maar noch een Consul, noch Uw vertegenwoordiger zijn in staat om met een enkele raadgeving een afzetgebied te openen.

De Hollanders hebben een goeden naam in China. Ze zijn nauwgezet en betrouwbaar. Op waterbouwkundig gebied hebben zij veel voor het land gedaan. Moge het zoo blijven.

Shanghai, Jan. '23.

F.J. BLOM.

Vert. A.N.V.