Punt I. Mededeelingen van Prof. Casimir over Z.-Afrika.
De Voorzitter geeft het woord aan Prof. Casimir, die begint met te wijzen op de beteekenis van Zuid-Afrika en het belang van Nederland, om de betrekkingen te onderhouden en vaster aan te knoopen. Op zijn reis is aan spreker gebleken, dat, nu het de vraag is, zal Zuid-Afrika de Engelsche of de Nederlandsche beschaving volgen, de omstandigheden voor de Nederlandsche gunstig zijn. Spreker licht dit met voorbeelden toe. Het is echter noodzakelijk het Afrikaansche volk in zijne waarde als zelfstandige natie te erkennen en dit is ook niet moeilijk, want in meer dan een opzicht is dit volk ons vooruit. Wat de taal betreft, willen vele Afrikaners heel graag het 17de eeuwsche karakter daarvan handhaven. Er zijn echter Engelsche insluipsels. Vele Hollanders hebben een verkeerden indruk van Zuid-Afrika, hebben de ontwikkeling van land en volk niet bijgehouden. Aan den anderen kant is de Afrikaner niet op de hoogte van de beteekenis van Holland.
Spreker beveelt aan, dat hier menschen uit Zuid-Afrika gehaald worden, hoogleeraren e.d., die eens rondkijken hier en vooral ook in Vlaanderen. Het leven van de Zuidafrikaansche studenten wijkt hier te veel af van wat dezen in hun eigen land gewend zijn. Het is misschien niet gelukkig geweest, dat de stroom der studenten naar Amsterdam geleid is. Groningen ware wellicht beter geweest. Er moet voor die studenten wat gedaan worden, om het hun gezelliger te maken. Ook moet de studie als zoodanig hun gemakkelijker gemaakt worden.
In den politieken strijd moeten wij ons niet mengen. De politieke hartstochten staan zeer heftig tegenover elkaar. Men moet zich ook wachten voor het aanstoot geven aan het zeer stellig orthodoxe, doch ruime, godsdienstige gevoel, men moet ook waardeeren wat de Afrikaner gedaan heeft; volwassenen moeten niet in de eerste plaats daarheen emigreeren, maar jonge menschen, die daarheen gaan met de bedoeling er te blijven, en jongelui, die eenige jaren gaan studeeren daar, waar het studentenleven zooveel reiner en beter is dan hier.
Ten slotte beveelt spreker aan het uitzenden van Nederlanders naar Zuid-Afrika, zooals spreker gegaan is.
Naar aanleiding van deze opmerkingen ontspon zich een uitvoerige gedachtenwisseling en werd besloten te bevorderen het laten bereizen van Nederland door Zuidafrikaners, die in hun land gezag hebben.
Besloten werd ook £ 10.- te schenken aan het noodlijdend Grey College. (Zie Jan.-nr. blz. 9.)
Op verzoek van den voorzitter vereenigen de heeren prof. Van Schelven (voorzitter), prof. Casimir en Dr. Boshof zich tot een commissie ter bestudeering van de moeilijkheden, thans verbonden aan het studeeren van Afrikaansche studenten in ons land.
Omtrent Prof. Casimir's voorstel, een bloemlezing voor Zuidafrikaansche letterkunde uit te geven, wordt besloten zich hieromtrent in verbinding te stellen met de Wereldbibliotheek. Prof. Casimir en Dr. Bosman zullen de aandacht op verschillende werken vestigen in Neerl.
Eenige Afrikaners zullen worden uitgenoodigd het 25-jarig bestaan mee te vieren en daaraan een reis door Nederland en zoo mogelijk door Vlaanderen te verbinden.