Neerlandia. Jaargang 27
(1923)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 3]
| |||||||||||||||||
Majoor K.E. Oudendijk, Mr. K.M. Phaff, Th.G.G. Valette en C. van Son, Administrateur. Afwezig met kennisgeving: de heeren Ch.R. Bakhuizen van den Brink, Dr. Th. Lens, Dr. H.W.E. Moller, Prof. Dr. A A. van Schelven en C. Statius Muller. Prof. Dr. G.A. Molengraaff woont als genoodigde het eerste gedeelte der vergadering bij. De Voorzitter opent de vergadering, heet in het bijzonder prof. Molengraaff welkom en dankt dezen voor zijn bereidwilligheid om zijn indrukken van Zuid-Afrika, uit welk land hij pas is teruggekeerd, mede te deelen. Spr. herinnert er aan, dat het A.N.V. in den bloeitijd der Z. Afr. Republieken er een flinke Groep had. De Boerenoorlog heeft haar vernietigd en sedert is het niet meer gelukt haar te doen herleven, al heeft het A.N.V. in Zuid-Afrika nog eenige vertegenwoordigers en Afdeelingen, van welke in het bijzonder Afd. Kaapstad, onder leiding van Mevr. Loopuyt-Maas en den heer Schoeler krachtig werkzaam is. Prof. Molengraaff verklaarde, dat zijn jongste verblijf in Zuid-Afrika een wetenschappelijk doel had, geologische onderzoekingen, welke hij met Amerikaansche vakgenooten ondernam, zoodat het stambelangenvraagstuk slechts terloops zijn aandacht had. In een vraaggesprek gaf spr. daarna zijn indrukken weer alsmede eenige wenken voor de bevordering der gemeenschappelijke stambelangen. De Voorzitter bracht hem namens de vergadering hartelijk dank voor zijn belangwekkende mededeelingen. | |||||||||||||||||
Punt I. Notulen der vergadering van 30 September.Deze worden goedgekeurd met een korte aanvulling. | |||||||||||||||||
Punt II. Mededeelingen ter kennisneming, o.m.:Dankbetuiging der familie Verriest voor de hulde aan de nagedachtenis van Pastoor Hugo Verriest. De rolprent ‘Nederland’ is naar Afd. Kaapstad verzonden. Zij zal ook voor andere Nederlandsche Vereenigingen in Zuid-Afrika dienst doen. De heer L. Penning uit Utrecht is naar Zuid-Afrika vertrokken, om er o.m. werkzaam te zijn in het belang van het A.N.V. | |||||||||||||||||
Punt III. Begrooting voor 1923.De Voorzitter deelt mede, dat eerst voor Neerlandia f 10.000.- was uitgetrokken, maar het D.B. bij nader inzien dezen post niet verantwoord vond tegenover den lagen post voor werk in het buitenland. Met de verlaging van bedoeld bedrag tot f 5000.- wil het doen uitkomen, dat voor het orgaan niet meer het grootste gedeelte der inkomsten mag worden besteed. Na gedachtenwisseling over verschillende posten wordt de begrooting aangenomen in den vorm als hierachter afgedrukt. | |||||||||||||||||
Punt IV. Voorstellen van het Dag. Bestuur.
De heer Hofstede Crull deelt mede de oprichtingsvergadering van den Bureauraad van de N.S.O. in November met genoegen te hebben bijgewoond. Deze zal trachten in den ruimsten zin de belangstelling der studentenwereld te bevorderen op maatschappelijk en geestelijk gebied. Ook buitenlandsche studenten zullen worden gesteund. Voorts staan op het werkprogramma: Wetenschappelijke lezingen, uitstapjes en een boekencentrale. In het volgend voorjaar wil men h.t.l. een studentencongres houden. Ook zal in Groot-Nederlandsche richting worden gewerkt. In genoemden Bureauraad zitten ook vertegenwoordigers van Vreemdelingenverkeer, Nederland in den Vreemde e.d. Men zal met afdeelingen werken. In die der Groot-Nederlandsche beweging heeft spr. zitting. Een en ander heeft een zeer sympathieken indruk gemaakt. Spr.'s indruk is, dat de samenwerking het A.N.V. ten goede kan komen. De vergadering bekrachtigt de benoeming van den heer Hofstede Crull tot vast raadgevend lid in den Bureauraad der N.S.O.
| |||||||||||||||||
Punt V. Brief van het Dietsch Studentenverbond, met verzoek een vertegenwoordiger te willen benoemen in den Raad van Advies dezer nieuwe instelling.Besloten wordt voor te stellen wederkeerig een raadgevend lid in elkaars Hoofdbestuur aan te wijzen. Vanwege het Hoofdbestuur van het A.N.V. wordt aangewezen Mr. Hofstede Crull. | |||||||||||||||||
Punt VI. Het Nederlandsch Congres te Hannover.De heer Oudendijk heeft over dit uitstekend geslaagd congres een schriftelijk verslag aan het D.B. uitgebracht. | |||||||||||||||||
Punt VII. Vraag van den heer Oudendijk over de medewerkers aan het Gedenkboek.De Secretaris leest de lijst der medewerkers voor, waarmede de geheele vergadering zich kan vereenigen. | |||||||||||||||||
Punt VIII. Herziening van Neerlandia. Mededeelingen over de bijeenkomst der Redactiecommissie op 4 November te 's-Gravenhage.De heer Phaff deelt namens het Bestuur van Groep Nederland, in het bijzonder van den voorzitter, mede, dat een vakkundige redactie allereerst noodig is. De Voorzitter deelt een en ander mee omtrent de samenspreking der redactie met eenige belangstellenden. Men wil voor elke hoofdgroep (Nederland, Vlaanderen, Zuid-Afrika) een zelfstandig redacteur. Spr. heeft toen aangevoerd, dat het Hoofdbestuur baas over zijn [...]ad moet blijven, de Red. Commissie dient te blijven bes[...]n en geen onbeperkte vrijheid aan medewerkers [...]n worden verleend en hun den eisch zou moeten wo[...]n gesteld van zakelijk geschiedenis schrijven en geen partij kiezen in stroomingen op een of ander stamgebied. Het Hoofdbestuur zou recht van ontslag bij verschil van meening moeten behouden. Men beweerde ook, dat Neerlandia goedkooper kan worden uitgegeven en er wellicht uitgevers zijn, die het met een kleine bijdrage willen uitgeven. Een commissie, bestaande uit de heeren De Gaay Fortman, Van Son en Van Weel, is benoemd om die zaak te onderzoeken. | |||||||||||||||||
Punt IX. Vlaanderen. Vertegenwoordiging in het Hoofdbestuur. Brief van Tak Brussel.De Secretaris leest den brief voor, waaruit blijkt, dat de samenwerking nog te wenschen overlaat en het secretariaat der a.s Groep Vlaanderen nog alles behalve goed werkt. Besloten wordt er nogmaals bij Tak Brussel op aan te dringen, dat spoedig een geordende Groepstoestand intrede. | |||||||||||||||||
Punt X. Uitgaaf van een werkje als ‘The little Londener.’De heer Van Lingen heeft een gunstig oordeel over het werkje. Een Nederlandsche navolging zou zeer gewenscht zijn. Een uitgever zou kunnen worden gezocht | |||||||||||||||||
[pagina 4]
| |||||||||||||||||
en de uitgave kunnen worden voorzien van een inleidende aanbeveling van het A.N.V. Het D.B. wordt opgedragen in dezen geest werkzaam te zijn. | |||||||||||||||||
Punt XI. Brief van den heer H.G.C. Cohen Stuart met de volgende voorstellen.
Besloten wordt te antwoorden, dat het Hoofdbestuur met groote instemming van deze plannen heeft kennis genomen, maar thans geen kans ziet zulke fondsen bijeen te brengen, de plannen echter gaarne zal ter hand nemen als de omstandigheden er gunstiger voor worden. | |||||||||||||||||
Punt XII. Aanbieding van den heer v.d. Broeck om een register te maken op alle jaargangen van Neerlandia.Wordt besloten den heer v.d. Broeck zijn voorwaarden te vragen. Hierna sluit de voorzitter de vergadering. |
|