Algemeen beschaafd Nederlandsch.
Aan een voordracht van Gustaaf Segers, onlangs gehouden in de Vlaamsche Academie, is 't volgende ontleend:
Verkeerden wij slechts binnen de grenzen der streek, waar ons dialekt gesproken wordt, hadden wij geene betrekkingen met de personen, welke daarbuiten verblijven, hadden wij daar geene belangen, dan zou dit dialect volstaan om de verkeerstaal, de bestuurs-, gerechts-, onderwijs- en letterkundige taal van dit spraakgebied te zijn. Deze vorm zou de volledigste en ingrijpendste zijn, dien men zich kan voorstellen, aangezien hij uit den volksstam, uit den grond als de vrucht van de menschen en van den bodem gesproten is, en even volkomen met het geestes- en gevoelsleven, met den aard van den grond, met de luchtstreek is verbonden. Maar juist vloeit ook daaruit voort, dat voor gansch de natie, voor de bewoners der gewesten, die elk hun afzonderlijk, eigenaardig, aangepast dialekt spreken, een dezer dialekten een gebrekkig, onvoldoend voertuig is ter onderlinge mededeeling der gedachten en gevoelens. Daarvoor is een vorm noodig, welke voor het gansche volk geschikt is: de beschaafde algemeene omgangstaal. Zij richt zich tot gansch het volk. Uit haren aard is zij min intiem, zelfs min juist, min kleurig dan het dialekt, maar zij is regelmatiger, beschaafder, aangezien de beschaving van gansch de natie, de denkende, voelende geest van het beste deel
In het Begijnhof van Lier
der natie er haren stempel op afgedrukt, en er hare sporen in heeft nagelaten.
Dat is voor ons de Nederlandsche taal, de taal van de Vlaamschsprekende bewoners van het Koninkrijk België, van het Koninkrijk der Nederlanden, en ook van de Republieken van Zuid-Afrika.
Die taal vereenigt en snoert ons als volk samen. Zij stelt ons in staat de behoeften van allen te kennen en te behartigen, welke tot haar gebied behooren: zij geeft ons het middel aan de hand om ons zelf en elkaar te ontwikkelen en te stichten. Wij kunnen kennis nemen van gansch den Nederlandschen letterschat, ons volk, ons land alzijdig leeren kennen en liefhebben; wij voelen ons inniger met elkaar verwant, en meer tot dit volk aangetrokken, vaster aan dit land gehecht; wij leeren het beste kennen wat de uitstekendsten van onzen stam tot onze eigen opbeuring, tot bestrijding van alle laagheid, tot bevordering van alle goddelijke, burgerlijke en menschelijke deugden hebben gedacht en gevoeld. De algemeene, letterkundige taal is de eenige vorm, waarin ons volk in de verheven wetenschap kan ingeleid worden. Het onderricht in de beschaafde omgangstaal is het voornaamste en natuurlijkste onderricht: geeft het middel, het eenige middel aan de hand om niet alleen in de school, maar ook daarbuiten, in de maatschappij ons zelf en anderen voortdurend, geleidelijk, harmonisch te ontwikkelen, om - met één woord - ons onderricht in den volsten zin des woords ons leven lang voort te zetten. De bevordering van de algemeene letterkundige taal, van de beschaafde omgangstaal is het sine qua non van de duurzaamheid der uitslagen van ons nationaal onderwijs.
De algemeene beschaafde omgangstaal in het onderwijs, in de letterkunde, in het bestuur, en tevens het behoud harer bekoorlijke natuurlijkheid en speelsche volkschheid: dat moeten wij allen, elk in zijnen werkkring, nastreven.