Neerlandia. Jaargang 26
(1922)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdBergafwaarts.Nog steeds blijven den laatsten tijd onze inkomsten beneden de uitgaven en zien wij onze middelen gaandeweg slinken, d.w.z. zien wij het tijdstip naderen, waarop wij onze Nederlandsche kinderen in den Vreemde niet meer kunnen geven, wat zij zoo dringend in het Vaderland zoeken. In het begin dezer maand brachten wij 40 kinderen terug naar Duitschland, hoewel er onder hen waren, die zeer zeker nog wat meer verpleging in Nederland behoefden, doch zij moesten plaats maken voor andere lotgenootjes, wier lot nog erger is. Te Elten zagen wij een grooten trein met kinderen, op weg naar Nederland. Het waren 550 Duitsche kinderen, die hier verpleegd zullen worden; wij gunnen hun dit gaarne. Uit ons gesprek met de begeleiders vernamen wij, dat bijna al die kinderen kosteloos geplaatst worden. Waarom kan ditzelfde in Nederland niet geschieden voor Nederlandsche kinderen uit den Vreemde? Waarom hebben wij de grootste moeite, zelfs tegen betaling, plaats voor onze kinderen te vinden? Waarom worden wij niet meer voldoende door geldelijke bijdragen gesteund? Wij ontvingen in de afgeloopen maand f 1311.50 en Mrk. 40460.-, maakt met vorige opgaven f 445489.87 en Mrk. 78568.-. De uitgaven waren ruim f 3000.- en Mrk. 1529.-. Het groote markenbedrag hebben wij in hoofdzaak te danken aan de flinke bijdrage, groot Mrk. 39490.-, ons geschonken door den heer M.H.M.S. te Amsterdam, zijnde het overschot zijner reispenningen, ons uit Kissingen toegezonden. Wie volgt dit goede voorbeeld, vooral in Guldens? Gaarne neemt het overgehouden reisgeld in ontvangst de Penningmeester S. VAN LIER Ez., Nassaukade 358, Amsterdam. Postcheque en Girodienst No. 22889. |
|