Neerlandia. Jaargang 26
(1922)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdZuid-Afrika.Zuid-Afrikaansche Brieven.Nieuwe Reeks. I.Terwijl ‘Neerlandia’ nooit heeft verzuimd plaatsruimte toe te kennen aan verslagen in verband met het Hollands leven aan de Kaap, werd de wens uitgesproken, dat er een meer regelmatige kroniek van gebeurtenissen zou geleverd worden. Het zal dus mijn streven zijn elke maand een verslag in te zenden in 't bizonder voor ‘Neerlandia’, zodat de lezers voortaan geen uittreksels, van hetgeen reeds in plaatselike bladen verscheen, zal voorgezet worden. Want wij hebben behoefte aan iets, dat ons samenhoudt met onze stamgenoten in 't moederland en over de gehele wereld. Wij willen van elkander horen en met elkander meeleven.... Wij willen op eenvoudige wijze ons best doen om U te tonen, dat wij Nederland en alles wat Nederlands is niet vergeten hebben en niet vergeten zullen, en indien de Redaktie van ‘Neerlandia’ nu maar mijn berichtjes wil plaatsen naar gelang zij inkomen, en niet vele maanden later, dan vertrouw ik, dat ten minste wat Zuid-Afrika betreft, het algemene doel zal gebaat worden.Ga naar voetnoot1) Het Algemeen Nederlands Verbond, Afdeling Kaapstad en Omstreken heeft het steeds geweten, en heeft deze wetenschap gedurende de laatste paar jaar meer dan ooit in praktiese toepassing gebracht, dat het Verbond niet is een vereeniging van Nederlanders, doch in de ware zin van het woord een Verbond, waarin verschillende verwante deelen één geheel te vormen. Daarom hebben wij getracht andere afstammelingen van onze Hollandse voorvaders te bewegen om tot ons Verbond toe te treden, en dit is ons vooral gelukt ten opzichte van op de voorgrond tredende ontwikkelde Afrikaners. Bekende Afrikaner families uit deze streken behoren tot onze beste ondersteuners en zijn de getrouwste bezoekers van onze gezellige en leerzame bijeenkomsten. Dat de door de tak gevolgde gedragslijn in dit opzicht niet de algemene goedkeuring kon wegdragen, was wel te voorzien, want het ideaal van ‘Hollanders onder mekaar’ blijft voor velen de overhand behouden; merkwaardig echter is, dat indien onder voorwendsel van zulk een vooroordeel andere verenigingen ontstaan, het bewuste beginsel al zeer spoedig wordt prijsgegeven en de geest van het Verbond nagevolgd. Dit is een gelukkig en verblijdend verschijnsel, hetwelk echter aanleiding geeft tot de vraag ‘Waarom verdeeldheid en afscheiding?’ Het is dan ook wel te voorzien, dat eerlang de verstandiger raadslieden de overhand zullen hebben. Ondertuschen moet het gezegd worden, dat, op zeer weinig uitzonderingen na, elk | |
[pagina 119]
| |
Nederlands gezin te Kaapstad leden telt van 't Verbond. Het is te hopen, dat zelfs de weinige uitzonderingen eerlang zullen verdwijnen. Neemt echter over de gehele Unie de invloed van Nederlanders toe? Uit alle delen des lands hoort men de bewering, dat het niet lukken wil te doen hetgeen Kaapstad gedaan heeft.... Men kan de nodige samenwerking niet tot stand brengen. Deze bewering komt mij onaannemelik voor en ik geloof integendeel, dat men in steden zoals Pretoria, Johannesburg, Bloemfontein, Potchefstroom en vele andere kleinere oorden, zonder veel moeite verbondstakken zou kunnen tot bloei brengen. De oorlog heeft enige verwarring en veronachtzaming veroorzaakt en men heeft alsnog geen bepaalde roeping gevoeld om opnieuw te beginnen. De tak Kaapstad heeft nu een rondzendbrief gericht aan welwillende vrienden over het gehele land, vragende om medewerking tot stichting van een groep Zuid-Afrika. Het is alsnog niet mogelik te zeggen welke uitwerking deze oproep zal hebben, doch vrienden die deze regels lezen, die òf geen brief ontvangen hebben, òf verzuimd hebben er gehoor aan te geven, worden alsnog verzocht zich zonder verwijl in verbinding te stellen met de Kaapstadse sekretaris.
* * *
Hier wordt elk jaar gehouden het grote feest der barden, de Eisteddfod. Deze grote wedstrijden op 't gebied van zang, muziek, dans, voordracht, letterkunde enz. duren enige weken en mededingers komen van alle oorden om er deel aan te nemen. De wedstrijden vinden plaats in de grote stadszaal en zijn werkelik een reusachtige onderneming, die jaar op jaar veld wint. Verleden jaar was het aantal deelnemers op 't gebied van de Nederlandse of Afrikaanse taal zeer belangrijk en werden er voortreffelike Nederlandse en Afrikaanse voordrachten, liederen, enz. gehoord. Wat is de reden, dat dit jaar het aantal deelnemers onbeteekenend moet genoemd worden? Het bestuur van de onderneming neemt volslagen onpartijdigheid in acht.... De beoordeeling heeft verleden jaar geen ontevredenheid of teleurstelling verwekt, en de steeds volijverige Mevrouw J. Luyt, wier goede invloed in deze zaken steeds erkend wordt, had ook dit jaar veel tijd en kracht aan de goede zaak gewijd.... Was de opkomst van de dames en heren, die in 't Hollands zongen, allerbedroevendst, het aantal dergenen, die voordroegen kon bijna niet kleiner geweest zijn... Voor voordracht waren er verleden jaar in de klasse der jongeren 44.... tans waren er 4 ingeschrevenen, waarvan er slechts 3 opdaagden. Zoiets is moeilik te verontschuldigen, ofschoon het niet aan te nemen is, dat deze omstandigheden kunnen beschouwd worden als een maatstaf van verval van het Hollands in deze gewesten. Er zijn er, die beweren, dat de invoering van ‘Afrikaans’ als een taal aan 't Hollands (d.w.z. Afrikaans en Nederlands) ‘de doodsteek’ gegeven heeft. Dit is niet zo; doch dit onderwerp brengt mij op gevaarlik en verboden terrein en ik stap er dus van af. Dat 't vereenvoudigd Nederlands, zoals Dr. W.J. Viljoen het jaren geleden leerde en bevorderde, door de meer nadenkende ouderen alsnog de meest geschikte vorm van Hollands voor dit land wordt geacht, is een feit, en het is te hopen, dat zij, die in 't openbaar spreken of zingen willen, zich door oneenigheid niet zullen laten afschrikken en zich zodoende uitsluitend tot het Engels zullen bepalen, Mnr. J.L. Schoeler was bij de genoemde wedstrijden de beoordeelaar, als 't het Hollands of Afrikaans betrof. Hij sprak de grote vergadering ernstig toe, er op wijzende, dat ‘wij in Zuid-Afrika voortreffelike krachten bezitten.... we hebben dichters.... we hebben toondichters.... we hebben schone verzen en liederen, ook uit Nederland.... en de mannen en vrouwen, die ze kunnen vertolken, in overvloed. Geeft uw dichters en musici de gelegenheid, waarop zij recht hebben, door hun voortbrengselen bekend te maken. Volslagen gelijke rechten worden U gegeven, doch gij weet er geen gebruik van te maken. Dat mag niet weer gebeuren.’ Het is te hopen, dat deze opmerkingen, die klaarblijkelik in goede aarde vielen, ook vruchten zullen dragen. Het jongemeisje Honikman, dat verleden jaar de bizondere A.N.V.-prijs verwierf, behaalde ditmaal 'n goude medalje. Ik geloof niet, dat de ekstra A.N.V.-prijs van £ 3.3.0 dit jaar zal worden toegewezen. * * *
Over een dag of tien verwachten wij het Hollandse s.s. ‘Randfontein’ hier, en zullen wij Prof. Dr. Casimir welkom heten. De regelingskommissie - Prof. Casimir zal het gehele land doorreizen en op de voornaamste plaatsen lezingen houden - heeft niet te klagen gehad over gebrek aan steun. De Minister van Onderwijs, Mnr. Patrick Duncan, verleende de beweging zijn bescherming, terwijl Dr. W.J. Viljoen, de Kaapse Superintendent-Generaal van Onderwijs, als Ere-Voorzitter optreedt. Mevr. Loopuyt, voorzitser van het A.N.V. treedt op als voorzitster van de kommissie, terwijl Mnr. J.L. Schoeler, sekretaris van het A.N.V. voor alle regelingen ook voor dit bizondere geval gezorgd heeft. Professor Casimir zal tijdens zijn verblijf te Kaapstad de gast zijn van Dr. Groenman, konsul der Nederlanden en Mevr. Groenman. De kommissie bestaat verder uit verschillende professoren van de Universiteit van Kaapstad en vele bekende overheden op 't gebied van onderwijs. Te Stellenbosch, Bloemfontein, Potchefstroom, Pretoria hebben zich ook vertegenwoordigende kommissies gevormd, terwijl het reisplan in de Kaap, waar de voornaamste opleidingsinrichtingen zullen bezocht worden, veelomvattend is. Te Kaapstad zal de Universiteit de professor ambtelijk ontvangen. Ook Sir Frederic de Waal, de Administrateur van de Kaapprovincie, heeft de begeerte te kennen gegeven Prof. Casimir welkom te heten. In deze verschijnselen, die uit dit aanstaande bezoek zijn voortgesproten, kan men, beter dan uit iets anders, de omvang van ons kunnen en van onze invloed peilen. Men is begerig Nederland te erkennen en verdienstelike Nederlandse mannen te eren.... Heeft het A.N.V. gelijk, dat het zich niet bepaalt tot ‘gezellige avondjes voor Hollanders onder mekaar’? Voorzeker; en dat wordt ook gevoeld en erkend. De geschiedenis van de Unie van Zuid-Afrika staat geen ogenblik stil.... De aanhechting van Zuidelik Rhodesië, die tans besproken wordt, zal voorzeker eerlang een voldongen feit worden. Een land van reusachtige afmetingen, voorwaar, de nog jonge Unie van Zuid-Afrika.... Het land van de toekomst! * * *
Onlangs is hier overleden een van de Vlaamse leden van onze tak, Mnr. R. Veys, een vriendelik en welgemoed man, die algemeen bemind was. Hij stierf na een lang lijden, betreurd door zijn echtgenote, Mevr. Veys, geboren van Wermeskerken.
* * *
Heden vertrok met de ‘Jagersfontein’ naar Europa Mejuff. Doyer, een Nederlandse onderwijzeres, die na vele jaren eervolle dienst, naar Nederland terugkeert. Met dezelfde boot vertrok o.a. Mnr. Moorrees, zoon van Prof. Moorrees, die in Holland gaat studeren. JOHANNES. |
|