De vernederlandsching van de Universiteit te Gent.
De Vlaamsche Kamerleden Van Cauwelaert, Huyshauwers c.s. hebben 2 Februari j.l. het wetsvoorstel betreffende de regeling van het gebruik der talen aan de Belgische Rijksuniversiteiten, waarbij de geleidelijke vernederlandsching van de huidige Fransche Universiteit, te Gent, wordt voorzien, nogmaals ingediend. Dit wetsvoorstel werd reeds een eerste maal ingediend op 31 Maart 1911, een tweede maal op 15 November 1912 en een derde maal op 24 December 1919.
De Katholieke Vlaamsche Kamergroep sloot zich, in hare jongste vergadering, eenstemmig bij het wetsvoorstel Van Cauwelaert aan, dat, nog vóór het zomerreces, in de Kamer zal worden besproken.
Anderzijds kwam de tegenpartij, welke van geen vervlaamsching van de Fransche Universiteit te Gent wil hooren, met een voorstel aandragen tot oprichting van een nieuwe Vlaamsche Universiteit, te Antwerpen of elders, maar niet te Gent.
Waar België slechts twee rijksuniversiteiten telt (Gent en Luik) en, in beide, het Fransch de voertaal is, zou, door de oprichting van een nieuwe Vlaamsche Universiteit, de thans bestaande ongelijkheid (2 Fransche tegen 0 Vlaamsche) niet worden weggenomen, maar wel bestendigd. Meer dan 90 t.h. van de Vlaamsche Kamerleden eischen dan ook, steunend op het in de Troonrede van November 1918 gehuldigde beginsel der ‘gelijkheid in rechte en in feite’ van Vlamingen en Walen, de vernederlandsching van de bestaande Fransche Universiteit te Gent. Van de Waalsche parlementsleden die, te zamen met de verfranschte Brusselaars en een 10-tal afvallige Vlamingen, over de meerderheid in de Kamer beschikken, zal het dus afhangen of al dan niet aan het koninklijke woord een eerste begin van uitvoering zal worden gegeven.