België en Nederland.
Prof. P.J. Blok uit Leiden heeft voor de Delftsche studentenafdeeling van het A.N.V. eene rede gehouden over België en Nederland. Hij begon met te wijzen op de waarde van historische studie voor de kennis der wording van het tegenwoordige, bestaansgrond voor de geschiedenis als wetenschap. Dit beginsel werd toegepast met een beschouwing in vogelvlucht over de geschiedenis van Noord en Zuid ter aanwijzing van het vooral tijdens de Belgische immigratie in en ook na den oorlog door ieder duidelijk gevoeld nationaal en rasverschil. Spr. begon met den Romeinschen tijd, toen Gallia Belgica overwegend Keltisch, het halfwilde Noorden Germaansch was en het Zuiden veel sterker geromaniseerd. Belgica is nog 16 eeuwen vóór gebleven. Het Christendom overheerschte van Frankrijk uit in het Zuiden reeds in de 7de eeuw, in het Noorden onder Iersch-Angelsaksischen invloed eerst in de 9de eeuw. De Noreninvallen waren in het Noorden veel talrijker en intensiever. Feodale maatschappij, ridderwezen, industrie, handel, stedelijke ontwikkeling waren in het Z. ouder en krachtiger. Middeleeuwsch-Fransche beschaving kwam eerst later in het achterlijke N., vooral aan de Henegouwsche en Beiersche vorstenhoven, de Fransche staatsvorm kwam een eeuw later; Brugge en Antwerpen waren veel krachtiger dan Dordt en Amsterdam nog in de 16e eeuw; Vlaamsche gilden-industrie was in de 12de eeuw al ontwikkeld, Hollandsche eerst in de 14de eeuw. Leuven was vóór 't begin der 17de eeuw (Leiden) wetenschappelijk middelpunt. Dit alles wijst er op, dat het Z., zetel der centrale regeering, tot einde 16de eeuw veel meer ontwikkeld en ook verfranscht was dan het N. Dan komt in het N. veel krachtiger de Hervorming, in het Z. spoedig onderdrukt, in het N. sedert den opstand van Holland en Zeeland zegevierend. Willem I tracht nog door de Pacificatie den Bourgondischen staat bijeen te houden, maar het gehoorzame Katholieke Z. (Atrecht 1579) staat scherp tegenover
het rebelsche N. onder Protestantsche leiding (Utrecht).
Nationale consolideering begint ± 1600 onder de Aartshertogen in het Z., terwijl het N. snel en schitterend omhoog streeft en het Z. niet slaagt maar zinkt, de goede kans daar verliezend en terugkeerend onder het Spaansch gezag, dan stilstaand op ieder gebied. Het N., de beste krachten van het Z. door immigratie opzuigend, krijgt eigen nationale ontwikkeling; het Z. verliest die meer en meer, (slagveld van Europa). Daar tegenover de Republiek, groote mogendheid, die het Z. door de Schelde-sluiting en later door de oorspronkelijk veel sterkere Barrière knevelt en onder houdt, daardoor ook scherpe nationale tegenstelling bevorderend.
Te dien tijde is er nog geen Belgische natie, wèl een Nederlandsche, steeds verder naar staatseenheid strevend. België werd in 1794 door Frankrijk geannexeerd en is niet onwillig, de Bat. Rep. spartelt tegen, blijft nationaal ook tijdens 1810-'13. Dan bevrijdt het N. zichzelf met Engelsch Pruisische hulp, het Z. moet veroverd worden en wordt aan het N. toegevoegd. Deze verbinding werd een totale mislukking, niet alleen door de fouten der Regeering, maar ook door inwendig verschil (godsdienst, economische en staatskundige ontwikkeling, overheerschende taal). Zoo werd de