Omke.
Zoo wij reeds in het Juli-nr. hebben gemeld heeft Dr. Beets in de jaarvergadering van de Mij. van Letterkunde de aandacht gevestigd op het geheel in het Nederlandsch gedrukte Economisch weekblad, uitgegeven door de Algemeene Hongaarsche Handelsvereeniging: Országos Magyar Kereskedelmi Egyesüles De voorletters vormen het woord OMKE.
De verantwoordelijkheid van den Nederlandschen tekst rust geheel op Dr. Sigismund Nagy, buitenlandsch lid der Mij. v.L., die zich deswege verontschuldigt in een woord ‘aan de welwillende lezers’. Hij schrijft:
‘Ik voel, hoe zwaar die verantwoordelijkheid is tegenover èn de hongaarsche opstellers èn de nederlandsche lezers. Ik ben er mij tenvolle van bewust, hoe gebrekkig mijne kennis van de nederlandsche taal en hoe onvoldoende die kennis is om eene onberispelijke vertaling te kunnen leveren. Want dat weet iedereen, die vreemde talen beoefent, hoeveel moeielijker het is uit de moedertaal in eene vreemde, theoretisch nog zoo goed gekende taal te vertalen, dan omgekeerd. De fijne schakeeringen van een begrip staan dan nooit zoo duidelijk voor den geest, als wanneer men de eigene gedachten of ook de gedachten van anderen in zijne moedertaal heeft uit te drukken. Mijn taak werd nog verzwaard doordat ik mij moest bewegen op een terrein mij tot nu toe heelemaal onbekend. Ik heb mij dikwijls en met veel genoegen in de gewrochten van de nederlandsche taalkunstenaren verdiept. De taal van Vondel. van Bilderdijk, van Nicolaas Beets, van Opzoomer, om maar de reuzen van den Nederlandschen stijl te noemen, is mij even goed bekend, als de schoonheden van mijn onvergelijkelijk heerlijke, hongaarsche moedertaal. Maar met handel, met zaken, met winstgevende ondernemingen had ik, helaas! nooit iets te doen gehad, en het kan wel, dat mijne theorie mij valsche, of onjuiste woorden in de pen gegeven heeft, en ook mijn syntaxis menig barbarisme, zoowel germanismen als hungarismen bevatten kan. Dat alles weet ik heel best, en ik vraag er duizendmaal excuus voor. Desniettegenstaande koester ik de hoop, dat men in de zoo hoogontwikkelde handelskringen van Nederland mijne taal begrijpen zal en dus mijne krachtsinspanning niet heelemaal te vergeefs was. Dat ik zoo stout was om dit voor mij niet makkelijke werk te ondernemen, deed ik eensdeels uit liefde tot mijn ongelukkig Vaderland, - wiens lot ook de in deze courant verschijnende opstellen trachten te verzachten, - anderdeels uit dankbaarheid jegens mijne geliefde pleegmoeder: Neerlandia.