| |
| |
| |
| |
Jaarverslag van het hoofdbestuur.
Inleiding.
Nog altijd is het geen onverdeeld aangename taak een jaarverslag te schrijven over een vereeniging, wier leven zoo afhankelijk is van het peil, waarop het nationaal bewustzijn van Nederlanders en stamverwanten staat, als het Algemeen Nederlandsch Verbond.
Het ondervindt nog altijd de nadeelen van den ongewissen tijd en de onzekere levensvoorwaarden, welke de menschen minder vatbaar maken voor of doen verslappen in de ethische gevoelens, die onze beweging moeten bezielen en die onmisbaar zijn om ons volk als cultuurdrager te handhaven. Ook bleef het gebrek aan eenswillendheid in de Groot-Nederlandsche beweging en het verschil over de taktiek ten opzichte der vraagstukken van de stambelangen in het buitenland ongunstig werken op den groei van het ledental. Gelukkig brengt dit verslag bewijzen, dat het Verbond zich van den tegenspoed aan het herstellen is en als de voorteekenen niet bedriegen, zal de eendracht spoedig weer tot stand komen, zoo hoog noodig voor het veelomvattend gebied, waarop het A.N.V. nuttig werkzaam kan zijn.
| |
Hoofdbestuur.
De samenstelling van het Hoofdbestuur onderging weinig verandering. Mevrouw N.J.C. Van Breemen-Kruyt, een der afgevaardigden van Groep Antillen, nam ontslag wegens vertrek naar Oost-Indië. Gedurende den korten tijd van haar lidmaatschap had zij meermalen gelegenheid te toonen, welk een warm hart zij de Verbondsbeginselen toedraagt.
De samenstelling is thans als volgt: Dr. H.J. Kiewiet de Jonge, eere-voorzitter; P.J. de Kanter, voorzitter; Mr. B. de Gaay Fortman, Dordrecht, secr.-penningm.; Jhr. Mr. G.A.K. Michiels van Kessenich, Roermond; Kapt. K.E. Oudendijk, Den Haag; W.C. Schönstedt, Velp; Mevr. A.C. Veen-Brons, Zaandam; zitting hebbende voor Groep Nederland. Ch.R. Bakhuizen van den Brink, Rijswijk; J.S.C. Kasteleyn, Den Haag; Dr. W. van Lingen, Den Haag; Th.G.G. Valette, Den Haag; zitting hebbende voor Groep Ned. Oost-Indië. Mr. Dr. C.F. Schoch, Amsterdam; Jhr. Mr. J.L.W.C. von Weiler, Den Haag; zitting hebbende voor Groep Suriname. Dr. M. Alvares Correa, Amsterdam; Dr. Th. Lens, Aerdenhout; C. Statius Muller, Den Haag, zitting hebbende voor Groep Ned. Antillen.
| |
Werkzaamheden.
Het Hoofdbestuur heeft in 1920 vijfmaal vergaderd, n.l. 28 Febr., 4 Mei, 17 Juli, 16 Oct. en 18 Dec.; het Dag. Bestuur zooveel mogelijk elke maand, terwijl de algemeene Voorzitter en de algemeene Secretaris-Penningmeester met den Administrateur den dagelijkschen gang van zaken besturen.
Doordat in 1920 de verbindingen met het buitenland weer normaler werden en ook in ons land weer meer belangstelling kon worden gevraagd voor de beginselen van het A.N.V., deed zich sterk het gemis aan propaganda-geschriften gevoelen. Verschillende uitgaven waren uitverkocht of opgedeeld, maar wegens de buitengewoon verhoogde druk- en papierkosten niet herdrukt, zoodat feitelijk geen propagandamiddelen beschikbaar waren. Daarin is nu voorzien door eenige herdrukken. Van het bekende geïllustreerde propagandaboekje, samengesteld door den Administrateur: Doel, werking en inrichting van het A.N.V. verscheen de 5e, druk, van Prof. Te Winkel's ‘Wat wil het Algemeen Nederlandsch Verbond?’ de 3e; van Emants' ‘Waarom moet ons volk zijn taal en nationale eigenaardigheden in ere houden?’ de 2e. druk. Voorts werden enkele belangwekkende persartikelen over de Groot-Nederlandsche gedachte in een vlugschriftje vereenigd en de sluitzegeltjes ter bevordering van de leuze ‘in Nederland Nederlandsch’ op nieuw kosteloos verkrijgbaar gesteld.
Het Hoofdbestuur waagde een poging tot uitgaaf van een Nederlandsch Weekblad voor Nederlanders en Stamverwanten in het Buitenland, die op de hoogte wenschen te blijven van de voornaamste gebeurtenissen in het Vaderland door een weekoverzicht op velerlei gebied in aangenamen vorm. Het dagblad ‘Het Vaderland’ bood aan de uitgaaf op zich te nemen, indien ten minste 1000 inschrijvers zich opgaven. Een proef-nr. verscheen onder den naam ‘Ons Vaderland’ en werd in duizenden exemplaren over de wereld verspreid, maar hoewel het oordeel over het algemeen gunstig was, werd op verre na niet het benoodigde aantal inteekenaren bereikt. De ongunstige buitenlandsche geldkoersen waren het plan niet gunstig. Het wordt echter niet opgegeven, maar gunstiger tijd dient afgewacht.
De wensch naar zoo'n weekblad was geuit in een der antwoorden op de bekende vragenlijst aan de Nederlanders in het buitenland. Met het openbaar maken der voornaamste verlangens wred een begin gemaakt en o.m. gewezen op de behoefte aan Nederlandsche voortbrengselen in verschillende oorden van de wereld en den Kamers van Koophandel werd verzocht de aandacht van belanghebbende fabrikanten en handelaren hierop te vestigen. De bekendmaking der geestelijke behoeften had ten gevolge, dat ons kantoor overstelpt werd met aanvragen om inlichtingen voor plaatsing van dokters en onderwijzers, vooral in Zuid-Afrika. Inlichtingen werden verstrekt door bemiddeling van de Ned. Zuid-Afr. Vereeniging en de Vereeniging Landverhuizing, die beide over vollediger gegevens beschikken en meermalen hun waarschuwende stem deden hooren. Ook voor landverhuizing naar andere landen en voorlichting voor
| |
| |
buitenlandsche reizen werd herhaaldelijk gebruik gemaakt van de verbindingen, welke het A.N.V. door zijn verspreiding over heel de wereld kan geven. Onze buitenlandsche Afdeelingen en Vertegenwoordigers hebben zich dientengevolge herhaaldelijk voor kunstreizen of voordrachten door Nederlanders of stamverwanten verdienstelijk gemaakt. Wij herinneren aan de reis van den heer Hullebroeck in Zuid-Afrika, van den heer D.J.v.d. Ven naar Skandinavië en prof. Martin's kunstvoordrachten in Amerika.
H.M. de Koningin heeft het Hoofdbestuur in gehoor ontvangen en bij die gelegenheid wederom van Haar warme belangstelling in den arbeid van het Verbond blijk gegeven.
Z.K.H. Prins Hendrik hernieuwde zijn jaarlijkschen geldelijken steun en de Regeering schonk ons opnieuw de verhoogde subsidie, waarvoor hier openlijk dank wordt betuigd.
Voor de behoeftige Nederlanders in den vreemde werd op aanstichting van H.M. onze Koningin een Centraal comité gevormd, waarin ook het A.N.V. zijn vertegenwoordiging kreeg door de heeren W.F. van Heusden en S. van Lier Ez., die zich nu reeds jaren lang verdienstelijk hebben gemaakt voor de behoeftige Nederlandsche kinderen in den vreemde.
Aan de Groot-Nederlandsche Studenten Congressen te Leuven, Tilburg en Delft werd steun verleend, omdat op dergelijke samenkomsten de Nederlandsche, Vlaamsche en Afrikaansche jongelingschap verbinding krijgt en vriendschapsbanden hecht, die tot versterking van de stameenheid van groot nut kunnen zijn.
Aan de Regeering werd een adres gezonden met verzoek om de studiebeurzen voor Zuid-Afrikaansche studenten beschikbaar gesteld, ook uit te breiden tot andere stamverwanten, terwijl voor Vlaamsche studenten, die aan Nederlandsche Hoogescholen studeeren, vrijstelling van collegegeld werd verzocht, dit laatste echter zonder gunstigen uitslag.
Nog werd aan de Regeering verzocht in zake het vraagstuk der vereenvoudiging onzer schrijftaal, dat binnenkort zijn beslag zal krijgen, ook de Vlaamsche en Zuid-Afrikaansche belangen in acht te nemen door deskundige stamverwanten in de gelegenheid te stellen in dezen te worden gehoord.
Aan de Koninklijke Academie van Wetenschappen te Amsterdam werd verzocht in het belang van de Groot-Nederlandsche cultuur ook vooraanstaande Vlamingen en Afrikaners als leden toe te laten op bijzondere voorwaarden.
Ten slotte zij nog vermeld dat het Dag. Bestuur mede getracht heeft verbetering te brengen in de toestanden in de Schelde-monden ten opzichte van het Nederlandsche Loodswezen, dat door Belgische mededinging al te zeer in de verdrukking kwam.
| |
Groep Nederland.
Deze Groep heeft als het geheele Verbord een crisis doorgemaakt. Waar zij vroeger zeer nauw ook administratief met het Hoofdbestuur samenwerkte, heeft de wensch naar meer zelfstandigheid ten gevolge gehad, dat zij in 1920 haar nieuwe reglement, waarin die richting belichaamd was, kon toetsen aan de praktijk. Dat is niet meegevallen. De Verbondsmachine. die toch al ingewikkeld genoeg was, heeft er nog een paar raderties meer door gekregen, de Groepraadsvergaderingen bleken kostbaar en de vruchtbaarheid was daaraan niet evenredig. Ook bleek het niet gemakkelijk, eenmaal van het hoofdkantoor te Dordt losgeslagen, ijverige Dag. Bestuurders te vinden, die hun taak naar behooren vervulden. De voorzitter, de heer W.C. Schönstedt, moest zelfs het secretariaat voortdurend waarnemen Om de kosten werd afgezien van het plan te Velp een eigen Groepskantoor te stichten.
Plannen om een Groepsdag te Maastricht te houden ten einde in den uitersten Zuidhoek van ons land weer nieuw Verbonds- en dus nationaal leven te wekken, konden niet verwezenlijkt worden. In het najaar heeft de Afd. Amsterdam toen de Alg. Vergadering ontvangen, die in het teeken van tweedracht stond, althans van minder sympathieke houding tegenover het Hoofdbestuur, en weer was de twistappel: de door den wereldoorlog zoo ingewikkeld geworden Vlaamsche kwestie. De toen tegen het Hoofdbestuur ingebrachte beschuldigingen zijn niet steekhoudend gebleken en gaven mede het Hoofdbestuur aanleiding tot een Verklaring in het jongste April-nr. als hoofdartikel verschenen.
Dat in een niet homogene groep weinig vruchtbare arbeid is te verrichten, ligt voor de hand. Verder doet zich bij het Verbond hetzelfde verschijnsel voor als bij andere vereenigingen, dat van vele Afdeelingen niet die kracht uit gaat, welke men er van verwachtte, terwijl ze voor de kas niet voordeelig zijn. Van enkele groote Afdeelingen kan getuigd worden, dat zij zeer werkzaam zijn en nuttigen arbeid verrichten; dit geldt vooral van de Afd. 's-Gravenhage. Het D.B. van Groep Nederland denkt dan ook over een plan alleen groote afdeelingen te behouden en in zooveel mogelijk plaatsen vertegenwoordigers aan te stellen. Het Groepsbestuur wil men dan tot een kleinen kring van werkzame leden beperken. Men verwacht daarvan verhooging der vruchtbare werkzaamheid en vermindering der groote onkosten, welke een uitgebreid bestuurssysteem onvermijdelijk met zich brengt. Met die vereenvouding zal dan een krachtige propaganda door het geheele land moeten gepaard gaan.
Het Dag. Bestuur van den Groepsraad is thans als volgt samengesteld: W.C. Schönstedt, Velp, Voorzitter-Secretaris; S. van Lier Ez., Amsterdam, Penningmeester; W.J. Lugard, Twello; F.K. van Ommen Kloeke, Groningen; Mr. K.M. Phaff, 's-Hertogenbosch; D.J. Tijssens, Rotterdam en Dr. M.A. van Weel, Den Haag.
| |
Groep Vlaanderen.
Hoewel deze groep sedert 1914 vrijwel gedoemd was haar werkzaamheden te staken en slechts enkele takken nu en dan eenig teeken van leven gaven, is zij feitelijk nooit opgeheven. In 1920 werden de omstandigheden weder wat gunstiger om verzamelen te blazen voor de uiteengeslagen troepen. Tak Brussel heeft zich het eerst weder ten volle gereorganiseerd en wel zoodanig, dat verschillende stroomingen er in vertegenwoordigd zijn, en waar de oude leuze: de cultureele toenadering tusschen Nederlanders en Vlamingen ook het nieuwe streven bepaalt, mag de hoop worden gekoesterd, dat het A.N.V. in België weder zijn nuttige taak kan opvatten. Dat daarbij een anti-Nederlandsche Fransch-Belgische pers zich allerlei verdachtmakingen veroorlooft, kan ons weinig deren. Haar taktiek om het activisme tegen onze buiten de politiek staande stambeweging uit te spelen, verliest langzamerhand haar invloed en de vervolging, waaraan verscheiden Vlamingen, van hooge idealen voor hun volk vervuld, blootstonden en zelfs te gronde gingen - we denken hier o.a. aan den edelen Dr. Rudelsheim - heeft des ter sterker aan de heele wereld het onrecht in het oog doen springen, dat verreweg het grootste gedeelte van de Belgische natie wordt aangedaan, doordat het niet wordt opgevoed en zich niet kan ontwikkelen in en door de moedertaal. Het goed recht om stamverwanten zonder eenige staatkundige bijbedoeling in hun cultureele ontwikkeling te helpen, kan aan geen enkele vereeniging worden ontzegd en moest eer een inniger verhouding scheppen tusschen naburen als Nederland en België, want slechts een verhooging van volkskracht en welvaart kan er het gevolg van zijn.
Het Hoofdbestuur wacht nu op het toegezegde teeken uit Vlaanderen om mede de Groep weder op de been te helpen en niets zal het aangenamer zijn dan afgevaardigden dezer Groep weder in zijn midden te zien, daar de Vlaamsche belangen dan door de vertrouwensmannen uit het Zuiden zelf kunnen worden behartigd. Onze ervaring is dat Vlamingen, zoowel als Afrikaners zelf de richting van hun nationalisme willen aangeven en ter plaatse volkomen op de hoogte met alle
| |
| |
bestaansmogelijkheden, daartoe ook zelf het best in staat zijn.
Waar reeds 4 takken, Antwerpen, Brussel, Leuven en Gent teeken van nieuw leven hebben gegeven, mag worden verondersteld, dat hun aantal spoedig even uitgebreid zal zijn als vóór den oorlog. Een gunstig teeken is ook nog, dat Neerlandia wederom in een flink aantal naar de Vlaamsche gewesten wordt gezonden. De Vlamingen vragen naar Nederlandsche cultuur en hoe meer deze in Vlaanderen doordringt, zooveel te meer zal men er behoefte gevoelen om in alle openbare diensten de omgangs- en vaktaal te zuiveren van vreemde smetten. Daarom is het plan geopperd om een Vlaamsch woordenboek te doen samenstellen en reeds wordt daarvoor een fonds verzameld in Noord en Zuid.
Wisselwerking op geestelijk en kunstzinnig gebied is een der eerste eischen voor toenadering en samenwerking en daarom steunde het Hoofdbestuur gaarne de tentoonstelling van Vlaamsche kunst, die door een Amsterdamsch comité werd ingericht.
| |
Groep Ned. Oost Indië.
Het valt niet te ontkennen, dat in deze Groep een verslapping is ingetreden en de samenwerking met het Moederland veel te wenschen overlaat. Slechts van de Afdeelingen Medan en Soerabaia bespeuren we hier te lande teekenen van krachtig leven.
Zoolang de oorlog duurde, legde het Hoofdbestuur zich bij dien ongewenschten toestand neer; nu echter de verbindingen weer zijn hersteld, dient nieuwe werkzaamheid van het Verbond ook in onze Koloniën uit te gaan. Daarom heeft het Dag. Bestuur de gelegenheid, dat enkele Indische voormannen in het land waren, aangegrepen, om met hen, te weten Mr. A.B. Cohen Stuart, J.P. Gerke en J.A. Roessingh van Iterson, een samenspreking te houden, waaraan de Indische afgevaardigden, Ch.R. Bakhuizen v.d. Brink, Dr. W. van Lingen en Th.G.G. Valette deelnamen (de heer J.S.C. Kasteleyn maakte toen een reis door Indië en trad o.a. in de Afdeeling Medan op). Als taak voor het A.N.V. in de Oost werd vooral de nadruk gelegd op Nederlandsche leergangen, volksboekerijen, openbare leeszalen en leesgezelschappen. Ook door bevordering der dienstneming van Nederlanders in openbare betrekkingen in Indië en misschien ook goed voorbereide landverhuizing naar Indië kan het A.N.V. nuttig zijn.
De nieuwe Gouverneur-Generaal, Mr. D. Fock, met wien een afvaardiging van het Hoofdbestuur kort voor zijn vertrek een samenspreking had om Z. Exc. de belangen van het A.N.V. aan te bevelen, zal ons cultureel streven in Indië tot grooten steun kunnen zijn.
Van onze medewerking om onze schoone kolonie aan den evenaar van goede en voldoende onderwijskrachten te voorzien, kan de Regeering verzekerd zijn, al meenden wij te moeten ontraden het aanstellen van Duitsche leerkrachten.
| |
Groep Suriname.
De herleefde groep ging ook in 1920 de beproefde paden der volksontwikkeling en verlevendigde op verschillende wijzen het nationaal bewustzijn en het gevoel van saamhoorigheid o.m. door lezingen. Den leden en ook aan de jeugd kon een vertooning van de rolprent: Zegetocht van H.M. de Koningin door Limburg en Zeeland, worden aangeboden. Vooral heeft een goeden indruk gemaakt de aanbieding van een zilveren gedenkpenning aan 55 nog in leven zijnde afstammelingen der oude Hollandsche kolonisten op 24 Juni 1920, wier feest met woord en beeld in Neerlandia geschetst door den heer Oudschans Dentz, de werkzame secretaris der Groep, die de leden in ons orgaan weer op de hoogte houdt van wat er merkwaardigs voor ons streven geschiedt in deze meest Nederlandsche kolonie, welke in alle opzichten verdient tot bloei te komen. Het A.N.V. blijft daarvoor onvermoeid belangstelling vragen en twijfelt niet of de heer Mr. Baron van Heemstra, als Gouverneur naar. Suriname vertrokken, zal zijn beste krachten daaraan wijden. Het Dag. Bestuur had met dezen magistraat voor zijn vertrek een samenspreking om hem de belangen van het Verbond in de West aan te bevelen.
Een woord van erkentelijkheid vinde hier een plaats voor de leden, die vrijwillig hun jaarbijdrage verhoogden en met hun gelijkgestemde collega's der andere W.I. groep de grootere groepen in dezen ten voorbeeld zijn.
| |
Groep Ned. Antillen.
Deze Groep heeft zich vele jaren een der best ingerichte en werkzaamste getoond.
Eenige jaren geleden is in de inrichting dezer Groep eene reorganisatie doorgevoerd, die hare beteekenis nog niet bewezen heeft. De laatste berichten, door de plaatselijke pers tot ons gekomen, schenen te wijzen op nieuwe moeilijkheden. Het Groepsbestuur lichtte ons echter niet in over de redenen van bedanken van eenige bestuursleden. Wij twijfelen niet of de zaken zullen zich spoedig herstellen, zoo dit nog niet is geschied. De afgevaardigden in het Hoofdbestuur werken mede in die richting. Er is juist in een kleine kolonie onder eilandbewoners, die op elkaar aangewezen zijn, zooveel nuttig werk te verrichten tot veraangenaming der samenleving, tot ontwikkeling der bevolking en tot versteviging van den band met het moederland.
Als men die drieledige taak op den voorgrond plaatst zal de eendracht worden bevorderd.
Den Heer H. Meerdink, die wegens drukke bezigheden ontslag moest nemen als voorzitter, zij dank gebracht voor hetgeen hij verscheiden jaren voor de Groep heeft gedaan. Ook hulde aan de leden, die gehoor gaven aan den oproep om vrijwillig hun jaarbijdrage te verhoogen.
| |
Zuid Afrika.
Het wil met het A.N.V. in Zuid-Afrika nog niet. Vóór den Boerenoorlog was er een mooie organisatie, een groep met hoogstaande Afrikaners als voormannen. In 1902 was er niets meer van over en wel kwamen er sedert weer afdeelingen, maar geheel hersteld werd de organisatie daar nooit en de wereldoorlog heeft er evenmin goed aan gedaan.
't Is een feit, dat de Afrikaners zich veel meer voelen dan vroeger, dat zij zich bewust zijn een natie te vormen met een groote toekomst en zich niet ondergeschikt wenschen aan de Hollanders, hoe zeer de nazaten van Van Riebeeck hun sympathiek zijn om alles wat ze voor Zuid-Afrika hebben gedaan. Opmerkelijk is het, dat uit Afrika het denkbeeld is gekomen ons Verbond te herdoopen in een Algemeen Stamverbond, waardoor Nederlanders, Afrikaners en Vlamingen als gelijkgerechtigden zullen kunnen samenwerken. Bij de voorgenomen Statutenwijziging zal naamsverandering dan ook een ernstig punt van overweging uitmaken.
De meeste kracht voor het Verbond gaat uit van de Afd. Kaapstad, met mevr. Loopuyt-Maas als voorvechtster ook voor de Bibliotheek en Openbare Leeszaal, waaraan het Hoofdbestuur wederom f 300. - steun verleende. Dan komt Bloemfontein. De andere laten weinig of niets van zich hooren. Hoewel de afstanden voor gemakkelijke samenwerking in Zuid-Afrika te groot zijn, zouden zij zich toch in een Groep kunnen vereenigen, waardoor zij in het Hoofdbestuur een of meer afgevaardigden zouden kunnen benoemen, in het bijzonder om de Zuid-Afrikaansche belangen te behartigen.
Er leeft toch in het hart van elken goeden Afrikaner het gevoel van stamverwantschap. Dat heeft de Vlaamsche zanger Hullebroeck wederom ervaren op zijn kunstreis door Zuid-Afrika. Overal hebben zijn populaire liederen geestdrift gewekt en den band versterkt tusschen de deelen van den Nederlandschen stam.
Ou-Boet, die vroeger de leden van het Verbond trouw op de hoogte hield van wat er woelde en werkte op ons gebied van de Kaap tot de Zambesie, werd Neerlandia ontrouw door zijn drukke dagbladschrijverstaak en toen hij Redacteur van ‘de Burger’ te Kaapstad was gewor- | |
| |
den, vond de Redactie Mevr. Fraay-ten Bokkel Huinink te Pretoria bereid een nieuwe reeks Zuid-Afrikaansche brieven te openen, die echter ten gevolge van haar vertrek weder moeten worden afgebroken.
Gaarne had het Hoofdbestuur de pogingen gesteund, die te Kaapstad worden aangewend om er een centraal kantoor tot voorlichting van Nederlandsche emigranten te openen, maar de geldmiddelen lieten het niet toe.
Ter bevordering van de scheepvaart op Zuid-Afrika en de rechtstreeksche verbinding werd een steun-adres gezonden om de voorgestelde Regeeringssubsidie voor de Holland-Zuid-Afrika-lijn te zien aangenomen.
De inmiddels uitgevaren ‘Bloemfontein’ nam onze beste wenschen mee voor een wederopbloei van het verkeer in velerlei opzicht tusschen Holland en Zuid-Afrika.
| |
Buitenland.
Buiten de Groepen en Zelfst. Afdeelingen strekt de bemoeiing van het Hoofdbestuur zich natuurlijk uit tot alle oorden, waar het Nederlandsch element is vertegenwoordigd en kan worden versterkt.
Voor de Nederlandsche belangen zoekt en vindt het daar meermalen samenwerking met vereenigingen als Nederland in den Vreemde, Landverhuizing e.d. Ook de consulaten werken meermalen mede en hoe zuiverder Nederlandsch deze instellingen zijn, m.a.w., hoe meer de nog veel te talrijke vreemde consuls door Nederlandsche worden vervangen, des te meer waarborg is er, dat de Nederlandsche belangen in den vreemde naar eisch worden gediend. Daarop ook blijft het streven van het A.N.V. gericht.
De bedoeling van het werken in het buitenland is het daarheen te leiden, dat eerst een vertegenwoordiger wordt aangesteld, die tracht de Nederlanders en stamverwanten op een bepaalde plek te vereenigen tot een Afdeeling. Komen er zoo in een gebied (land) genoeg afdeelingen, dan kunnen deze een groep vormen en in het Hoofdbestuur een of meer afgevaardigden benoemen.
Dien weg stuurt b.v. de bloeiende Afdeeling Nieuw-Nederland op voor een Groep Noord-Amerika. Ook de Duitsche Afdeelingen zouden zich tot een Groep Duitschland kunnen vereenigen en daarom zijn pogingen in het werk gesteld het Comité tot verlevendiging van het stambewustzijn te Berlijn te overtuigen, dat die beweging zich bij het A.N.V. behoort aan te sluiten. De aanraking, die met de Platduutschers werd verkregen, kan niet de bedoeling van aansluiting hebben, daar het A.N.V. zuiver Nederlandsch, Vlaamsch en Afrikaansch moet blijven.
Als de geldmiddelen het maar eenigszins toelaten, zal het uitzenden van sprekers en propagandisten naar Ned. centra in het buitenland ter hand worden genomen. Reeds werd een begin gemaakt met Hamburg; ook Indië en Afrika staan op het programma.
Het Hoofdbestuur ziet hierin zijn naast bijzijnden plicht en het beste middel om het Nederlandsche Stamgebied tot nieuw leven te wekken. Daardoor wordt ook op de beste wijze de band versterkt, die de verspreide Stamdeelen bijeenhoudt.
Buiten de Groepen zijn er thans Zelfstandige-Afdeelingen in:
Amerika: Chicago; Chicago-Roseland; Nieuw-York.
Azië: Smyrna.
Afrika: Bloemfontein; Kaapstad; Nijlstroom; Potchefstroom; Stellenbosch; Ventersdorp.
Europa: Duitschland: Berlijn; Bingen; Bremen; Keulen; Leipzig; Boekarest.
Vertegenwoordigers heeft het Verbond in
Amerika: Antofagasta (Chili); Baranquilla (Columbia); Buenos Aires (Argentinië); Colon (Rep. Panama); Havana (Cuba); Kansas City (Missouri); La Guaira (Venezuela); Manaos (Brazilië); Maracaibo (Venezuela); Mexico (Stad); Panama (Stad); Puerto Cabello (Venezuela); Rosario (Argentinië); San Juan Bautista (Mexico); Santa Fé (Argentinië); Tampico (Mexico); Winnipeg (Canada).
Afrika: Bethlehem (O.V.S.); Cairo (Egypte); Chinde (Port. O. Afr.); Humpata (Port. W. Afr.); Luimbale (Mombolo, Port. W. Afr.).
Australië: Claremont (West. Austr.); Melbourne, Sydney (N.S.W.).
Azië: Bangkok (Siam); Basrah (Perzië); Chefoo (China); Colombo (Ceylon); Hongkong (China); Kobe (Japan); Rabaul (Nieuw Guinea); Shanghai (China); Singapore; Teheran (Perzië).
Europa: Archangel; Barcelona; Budapest; Constantinopel; Davos-Platz; Duinkerken; Emden; Frankfort; Genua; Hamburg; Londen; Nice; St. Petersburg; Rome; Stockholm; Venetië.
| |
Boeken-Commissie.
Het afgeloopen jaar kenmerkte zich door een groote bedrijvigheid in het Boekenhuis, waar met alle krachten gewerkt is aan het inhalen van den achterstand, door den oorlog veroorzaakt in het verzenden van boeken. Verzonden zijn niet minder dan 121 kisten, dat is het grootste aantal, verzonden sedert 1907 (uitgezonderd het mobilisatiejaar '14). Zeemanshuizen ontvingen 57 kisten, Afrika 43, kolonies in den vreemde 12, Oost en West 4, Vlaanderen 5. Voor de eerste vier maanden van '21 komen daarbij 4 voor Afrika, 4 voor O.I., en 9 voor kolonies in den vreemde. Tezamen tot heden 1960 kisten.
Het aantal Begunstigers en Bijdragers is ongeveer 525. Opnieuw werden de geldmiddelen minder door bedanken, overlijden en verminderen van bijdragen. Voor het eerst sloten wij met een tekort, en wel van ruim f 300. -. De ontvangsten bedroegen f 5885.16½, de uitgaven f 6187.27½. Te betreuren valt die vermindering des te meer, omdat het de B.-C. daardoor zeer moeilijk valt aan de aanvragen, die van heinde en ver toestroomen, behoorlijk te voldoen, waar de kosten van boeken, kisten, vrachten enz. zoo buitengewoon gestegen zijn. En juist nu is men overal zoo bijzonder erkentelijk voor onze zendingen, die zonder uitzondering de verwachtingen der aanvragers overtreffen - zoo schrijft men ons, ook uit Z.-Afrika. De directeur, Dr. W. van Everdingen, ondervond dat mede na de verzending van geïllustreerde kalenders naar tal van adressen, waarvan vele hun groote dankbaarheid voor dit geschenk uitspraken.
Daarom sta hier een dringende opwekking om dit nationaal werk toch te willen blijven gedenken. Een bijzonder woord van erkentelijkheid aan het adres van den wakkeren staf in het Boekenhuis te Rotterdam voor den daar geleverden belangloozen arbeid, is hier zeker op zijn plaats.
| |
Neerlandia.
De Red. Commissie met een Redacteur-Secretaris ten vorigen jare ingesteld, bleek goed te voldoen, al blijft het gewenscht dat Vlaanderen en Zuid-Afrika ook hun vertegenwoordiging in die Commissie krijgen. Dat kan, wanneer zij weder als Groep zullen zijn ingericht.
Afgescheiden van het chronisch gebrek aan plaatsruimte, dat belemmerend blijft werken op de degelijkheid van den inhoud, kwamen sommige rubrieken als b.v. Vlaanderen niet voldoende tot haar recht. De Redactie hoopt echter spoedig weder Vlaamsche maandoverzichten te kunnen plaatsen.
Om Neerlandia tot een welkome gast in de Nederlandsche gezinnen in binnen- en buitenland te maken, verzoekt de Redactie den leden om belangrijke mededeelingen in woord en beeld betreffende ons stamleven over heel de wereld. Beknoptheid blijve daarbij een eisch, zoolang de kas geen hoogere uitgaven voor het maanblad gedoogt of de exploitatiekosten niet aanmerkelijk verminderen.
| |
Geldmiddelen.
De rekening en verantwoording bedraagt in uitgaaf en ontvangst f 31485.43 en sluit met een nadeelig saldo van f 940.76½, dat in een klein voordeelig slot verandert als de achterstallige afdracht van Groep Ned. Indië nog inkomt.
| |
| |
Gelukkig konden dus de twee einden ditmaal nog aan elkaar worden geknoopt.
Maar hoe zal het er dit jaar uitzien, waar de begrooting reeds wijst op een vermoedelijk aanzienlijk te kort, dat alleen door groote zuinigheid en door trouwe afdracht van Groepen en Afdeelingen tot geringeren omvang kan worden teruggebracht.
Toch mag zuinigheid nooit de werkzaamheid van een vereeniging verlammen. Komt er geld te kort, dan moet veeleer naar nieuwe bronnen van inkomsten worden uitgezien dan naar middelen om de uitgaven te beperken. Een der nieuwe bronnen moet zijn verhooging der jaarlijksche bijdrage voor het lidmaatschap. Waar heel de exploitatie van het A.N.V. (kantoor, salarissen, porti, het maandblad) ongeveer tweemaal zoo duur is geworden, kan ieder begrijpen, dat het oude minimum per lid niet meer gehandhaafd kan worden. Voor nieuw toetredende leden zal de bijdrage dan ook ten minste op f 5. - moeten worden gesteld. Aan Groepen en Afdeelingen is daaromtrent een aansporend rondschrijven verzonden.
Dringend noodig zijn ook flink verhoogde vrijwillige jaar-bijdragen, schenkingen bij leven, erfstellingen en stortingen voor Steunfonds I of II. Het Dag. Bestuur houdt daarop steeds het oog gericht.
Zeer krachtige versterking der geldmiddelen is in 't algemeen dringend noodig. Eene groote organisatie als het A.N.V. kan niet werken zonder de beschikking over ruime fondsen.
Ieder, die Nederland lief heeft, ieder die gehecht is aan onzen Stam, en tot helpen in staat, verzaakt zijn plicht, wanneer hij niet geeft met ruime hand.
Het Hoofdbestuur vertrouwt ook, dat de Nederlandsche Regeering haar subsidie belangrijk zal verhoogen.
Ledental. |
|
Groep Nederland |
6512 |
Groep België (schatting) |
500 |
Groep Ned. Oost-Indië |
1400 |
Groep Suriname |
182 |
Groep Ned. Antillen |
303 |
Zelfst. Afd. Berlijn |
49 |
Zelfst. Afd. Bloemfontein |
40 |
Zelfst. Afd. Bremen |
36 |
Zelfst. Afd. Chicago |
39 |
Zelfst. Afd. Chicago-Roseland |
205 |
Zelfst. Afd. Kaapstad |
96 |
Zelfst. Afd. Keulen |
35 |
Zelfst. Afd. Leipzig |
32 |
Zelfst. Afd. Nieuw York |
240 |
Zelfst. Afd. Nijlstroom |
29 |
Zelfst. Afd. Potchefstroom |
51 |
Zelfst. Afd. Rumenië |
41 |
Zelfst. Afd. Smyrna |
10 |
Zelfst. Afd. Stellenbosch |
33 |
Zelfst. Afd. Ventersdorp |
28 |
Algem. leden in het Buitenland |
28 |
|
_____ |
Samen |
10545 |
| |
Slotwoord.
Wie dit verslag met aandacht heeft gelezen, zal er, naar wij verwachten, met ons de gevolgtrekking uit maken, dat het A.N.V. de ongunst der tijden heeft weten te trotseeren, dat de losgesprongen kabels, die ver verwijderde onderdeelen verbonden, weer grootendeels gehecht zijn en dat vooral in het buitenland weer een opleving van het stambewustzijn en een neiging tot inniger verbinding met het vaderland zijn te bespeuren, die weer goede verwachtingen wekken ten opzichte van het verwezenlijken der idealen, welke het Verbond nastreeft. Naast de versterking van de innerlijke kracht van het Nederlandsche volk moet de hoofdkracht van zijn leiders gericht zijn op de behartiging der belangen van de Nederlanders in het buitenland en de stamverwanten. Alle bevordering der geestelijke en economische welvaart van menschengroepen, die de Nederlandsche taal tot voertuig hunner gedachten hebben, kan niet anders dan door wisselwerking ook de Nederlandsche natie in kracht en macht doen toenemen. Dat is ware en welbegrepen vaderlandsliefde, vrij van chauvinisme en staatkundige zelfoverschatting.
En hier mogen tot slot de woorden worden aangehaald van wijlen prof. Kern, den eersten voorzitter van het A.N.V.:
‘Het kan niet anders dan in aller belang zijn, wanneer wij niets onbeproefd laten van hetgeen strekken kan om wederzijdsche genegenheid en waardeering te bevorderen. Wat de taalbroeders ook scheide, één bezit is hun gemeen: hun taal. Dit bezit is van hooge waarde voor ieder, die zijn nationaliteit niet wil verliezen. Vooral zij wier taalgebied niet groot is, moeten begrijpen, dat zij eendrachtig moeten samenwerken om hun gemeenschappelijk erfgoed zorgvuldig te bewaren en, zoo noodig, tegen aanranding van kwaadgezinden te vrijwaren. Het zijn overwegingen van dezen aard, die geleid hebben tot de stichting van 't Algemeen Nederlandsch Verbond, hetwelk zich ten doel stelt het bewustzijn levendig te houden, of waar het sluimert te wekken, dat allen, die door hun taal gerekend moeten worden tot den Nederlandschen stam te behooren, verplicht zijn malkander te steunen om den strijd, hier meer daar minder dreigend, tegen vreemde overheersching op geestelijk gebied vol te houden.’ |
|