Is onze landverhuizing op den goeden weg?
Onder dezen titel schreef de heer A.S. van Reesema een artikel in het Tijdschrift der Maatschappij van Nijverheid. De schrijver was zoo vriendelijk, ons een overdrukje te zenden. Gaarne zouden wij den inhoud geheel overnemen, maar dat gaat niet.
Schr. handelt over landverhuizing naar Amerika, Australië en Zuid-Afrika. In eerstgenoemd land mag op scholen de Nederlandsche taal niet meer onderwezen worden; de landverhuizers moeten met kracht (sedert den oorlog) geamerikaniseerd worden; zoo moet de Ned.-stam daar opgelost worden.
Gewezen wordt op de goede resultaten van de N.V. ‘Harlingen’, die jonge boeren (met eenig kapitaal) in Zuid-Afrika heeft vooruitgeholpen, voorts op de nieuwe Nederlandsche Stoomvaartlijn, voor landverhuizers aantrekkelijk, op de door Nederlanders reeds geteelde productie als sinaasappels enz.
Wij nemen het slot over met den wensch, dat de verhuizing naar Zuid-Afrika ernstig worde overwogen, (want zonder goede gegevens verlate niemand zijn vaderland!)
‘Er is dus geen twijfel aan, dat Zuid-Afrika op allerlei gebied voor krachtige jongelieden van ons te veel bevolkt land een goede toekomst zal bieden. En menigeen, die in ons tropish Indië zwak van gezondheid is geworden, zal goed doen, zich in het gezonde klimaat van Zuid-Afrika te gaan herstellen en te vestigen en daardoor de kracht en invloed van den Nederlandschen volkstam te versterken.
Wie naar Amerika gaat wordt Amerikaan en versterkt het toch reeds zoo machtige, Amerikaansche volk, waarin hij verdwijnt.
Wie naar Zuid-Afrika gaat blijft Nederlander en versterkt het Nederlandsche volk!
Zuid-Afrika is eigenlijk het eenige land, waar de Nederlandsche stam een werkelijke kolonie heeft gesticht.
Waren wij op het eind der 18e eeuw niet zoo dwaas geweest, slecht uitgerust ter zee, ten behoeve van Amerika, met Frankrijk tegen Engeland oorlog te voeren en daarna ons in handen van Frankrijk te stellen, dan zouden wij later door Engeland tegen Frankrijk beschermd zijn geworden en zou onze “Kaap” niet door Engeland op ons zijn veroverd.
Gelukkig heeft de Hollandsche boerenbevolking daar zich ten slotte weten te handhaven, en zoekt zij nu, gesterkt na den strijd en de verdrukking, weder aansluiting bij het oude Nederland.’