Zuid-Afrika en Nederland.
De Prov. Overijselsche en Zwolsche Courant schrijft:
In Londen is voor de Zuid-Afrikaansche Studenten een Clubhuis plechtig geopend door Lord Selborne, voormalig gouverneur-generaal in Zuid-Afrika. 't Draagt de naam van ‘Botha House’. Grootendeels is 't betaald door bijeengebrachte giften, waar zich vooral de hoofdredacteur van de South African World voor ingespannen heeft.
Ook in Amsterdam hebben de vele Afrikaansche studenten die hier in Nederland studeeren, een tehuis. Althans tot voor kort hadden zij - heel eenvoudig, en niet zooals in Londen - een verblijf, waar zij hun boekerij hadden gevestigd, waar ze elkaar, en vooral landgenooten die overkwamen, konden ontmoeten; waar Nederlanders altijd welkom waren. 't Huis staat onder verkoop evenwel, en de kamers zijn hun opgezegd.
Het getal studenten neemt aanzienlijk toe, terwijl nog zeer velen worden verwacht; de reis van den voorzitter van de N.Z.A.V. in Afrika heeft dit zeer in de hand gewerkt. Tientallen hebben plan te komen. Zij hebben meer als ooit vroeger, behoefte aan een Zuid-Afrikaansch Tehuis, en doen nu moeite om ook een kapitaal bijeen te brengen, om een huis te koopen en te kunnen inrichten voor hun doel. Noodzakelijke hulp zoeken ze bij hun vrienden in de Zuid-Afrikaansche Staten. En ze zullen die zeker vinden.
Maar 't studeeren van Zuid-Afrikaanders hier te lande is niet alleen voor hen van belang, maar evenzeer voor ons eigen land.
Mocht dit vroeger niet algemeen worden ingezien,