Ingezonden.
De Landsbond der Dietsche Trekvogels.
Toen ik eenige weken geleden in Apeldoorn zag aangeplakt ‘De Dietsche Trekvogels komen’, ging het mij, zooals het volgens den Bondsvoorzitter Prof. Dr. Wirth velen is gegaan, ik meende met een soort Hollandsch cabaret te doen te hebben. Door nieuwsgierigheid naar de aangekondigde uitvoering gedreven, bleek mij evenwel, dat het karakter van deze ‘Trekvogels’ van geheel anderen aard is. Waar dit veel verwantschap met de beginselen van het A.N.V. vertoont, en de jonge vereeniging als buitengewoon lid tot het verbond is toegetreden, meen ik goed te doen, door in ‘Neerlandia’ met een enkel woord op de ‘Trekvogelbeweging’ te wijzen.
De 29 April 1920 opgerichte en Koninklijk goedgekeurde Landsbond der ‘Dietsche Trekvogels’ streeft met verschillende middelen naar de herleving der eigenaardige Nederlandsche ontwikkeling, naar het aankweeken van liefde voor eigen volksaard en bodem en naar verheffing van de zedelijke beginselen van ons volk. Zij hoopt haar beweging zich als een Groot-Nederlandsche te zien uitbreiden tot over Vlaanderen en Zuid-Afrika en meent door in de lagere standen het edelste en beste uit de volksziel op te wekken, krachtig mede te kunnen werken aan de oplossing van vele brandende maatschappelijke vragen van onzen tijd.
Het warm geschreven vlugschrift ‘Wat is en wat wil de Dietsche Trekvogel?’ (verkrijgbaar aan de Bondskanselarij, Haarlemmerweg 44c te Leiden) eindigt met de woorden:
Vrij en frank als een vogel in veld en lucht,
trouw aan het nest, aan heem en honk,
aan vaderland en volksstam, waar het ook zij -
Trekvogel heil!
Doesburg.
M.R.H. CALMEIJER.