Nederlandsche Schoolkalender.
De nieuwe uitgaaf 1920-1921, samenvallend met het schooljaar, is bij Wolters' Uitgevers-Maatschappij te Groningen verschenen en bevestigt den goeden indruk van zijn voorganger.
De samenstellers Mr. W.L. Hendriks en H.J. Schoo hebben weder tal van wetenswaardigheden voor de studeerende jeugd bijeen gebracht in dit 300 bladz. tellend boekje, dat opent met een kort stukje over het Koloniaal
KOLONIAAL INSTITUUT TE AMSTERDAM.
(Afb. uit Nederlandsche Schoolkalender.)
Instituut en vooral waarde heeft om den eigenlijken kalender, die op elke Zondagsbladzijde een portret bevat van een man of vrouw van beteekenis, voorname lijk Nederlanders. De bijschriften zijn beknopt en toch rijk aan inhoud, terwijl boven elk portret een lijfspreuk of kernwoord tot nadenken en navolgen aanspoort.
Ziehier eenige dezer, benevens enkele afbeeldingen:
Gaat niet, bestaat niet. (Troepspreuk van een Padvinderstroep).
Laten wij ons niet blind staren op wat ons scheidt, laten wij liever kracht zoeken in wat ons vereenigt. (Mr. H. Goeman Borgesius).
Het ware vrouwenleven is vormend, om zich heen grijpend, doordringend, mateloos invloedrijk. (Elise van Calcar).
Den grootsten dienst, dien we iemand kunnen bewijzen, is hem te helpen, zichzelf te helpen.
Het droogmaken van de Zuiderzee is het annexeeren van een provincie, niet door strijd maar door arbeid. (Dr. C. Lely).