Pasvisum van Nederl. Consuls in 't buitenland.
Mededeeling van het Hoofdbestuur:
In de Hoofdbestuursvergadering van 28 Febr. j.l. was een der te behandelen punten (zie April-nr. Neerlandia, bldz. 44):
‘Klacht uit Stockholm om daar een Nederl. pasvisum voor Nederl. Indië te krijgen, hetwelk blijkbaar door een Nederl. Consul in 't buitenland niet mag worden verstrekt.’
Wij hebben ons met die klacht gewend tot het Departement van Koloniën. Met de grootste bereidwilligheid verleende de Secretaris-Generaal, Dr. Moresco, ons gehoor en wij mochten reeds den 7en Mei een schrijven namens Z.H.Ed.Gestr. ontvangen, waarin werd medegedeeld ‘dat terzake de noodige maatregelen getroffen zijn, zoodat de verzekering kan worden gegeven, dat moeilijkheden, als tot nu toe werden ondervonden, zich niet meer zullen voordoen’.
Wij meenen voor onze leden in 't buitenland de zaak nog eenigszins te moeten toelichten.
De klacht werd bij ons ingediend naar aanleiding van hetgeen ondervonden werd door een Zweedsch ingenieur, die van plan was, Nederl. Indië te bezoeken, maar - zooveel moeilijkheden ondervindende - er van afzag; wat jammer is.
Nu staat het met die zaak aldus:
In Nederl. Indië was zelfs in den oorlog geen pas noodig, maar natuurlijk weert de Indische Regeering personen, die zij gevaarlijk acht. Deze omstandigheid leidde tot misschien te groote voorzichtigheid in de aan de Consuls verstrekte instructiën; thans evenwel is hun weder de bevoegdheid geschonken om het pasvisum voor de Nederlandsche koloniën te verleenen.