Dietsch. (Op vriendelijk verzoek).
Dietsch = bijv.nw. van een verdwenen diet = volk; wij zouden kunnen maken: volksch. Evenzoo Duitsch, want dit heeft alleen ui in plaats van ie, omdat in de Noordel. en Oostel. streken van ons land ui moest ontstaan, waar in de Zuidelijke en Westelijke ie verscheen. Dus Dietsch = Duitsch, d.w.z. volkstaal, tegenover de taal van kerk en wetenschap, het Latijn. Mits..... de Nederlander aan Duitsch niet uitsluitend de beteekenis van Hoogduitsch hecht, zooals hij in de spreektaal stellig doet, nooit spreekt van Hoogduitsche taal, kunst, wetenschap, maar van Duitsche taal enz.
De Haagsche Afdeeling van het A.N.V. noemde haar kunstavonden van den vorigen winter dan ook zeer terecht: Dietsche kunstavonden, omdat de leden er uitsluitend hoorden en zagen, wat ons diet (volk) op het gebied van kunst vermag. Wie uitvoerig(er) aangaande dit onderwerp ingelicht wenscht te zijn, verwijzen we o.a. naar Verdam: Uit de Geschiedenis der Nederl. Taal en Grundrisse der Germ. Phil. I2, blz. 785.