Uit Roemenië.
Eerst in Mei bereikte ons een verslag van den op Nieuwjaarsdag plaats gehad hebbenden feestmaaltijd der Nederlandsche kolonie in Roemenië. Een 36-tal leden waren de gast van H.M. Gezant te Boekarest, Dr. Hendrik Muller.
Onder de gasten bevonden zich vele, welke er niet tegen opgezien hadden van de Petroleum-terreinen en de Bulgaarsche grens naar Boecarest te komen, hoewel de verkeersmiddelen en hotels nog zeer veel te wenschen overlaten.
Gedurende den maaltijd, welke op de meest aangename wijze verliep, hield Z. Exc. eene gloedvolle rede, waarin hij er o.a. op wees, dat Nederland op het oogenblik niet die kleine staat is, waar velen het voor houden en dat het Nederlandsche element met het oog op de vele millioenen menschen, die de taal spreken, wel degelijk eene macht ontwikkelen kan, welke op het wereldtooneel zich kan laten gelden, vooral als alle Nederlandsch voelenden medewerken tot de ontwikkeling van het vereenigingsleven en de nationale eer hoog houden.
Ten slotte stelde hij voor, op het geluk en den voorspoed van het Nederl. Koningshuis en ons land te drinken, waaraan door allen met de meeste geestdrift gevolg gegeven werd en waarna verschillende volksliederen gezongen werden.
Aan H.M. de Koningin werd een hulde-adres verzonden.
De Consul der Nederlanden te Ploesti, Jhr. Van der Maessen de Sombreff, hield daarna eene rede, waarin hij Z. Exc. dankte voor het schitterend onthaal aan de kolonie gegeven, en voor de wijze, waarop hij in het algemeen de Nederlandsche belangen in Roemenië behartigt.
De avond werd verder in gezellig samenzijn doorgebracht.