om er een uitstapje (te voet of per rijwiel) in Zuid-Limburg aan vast te knoopen en te genieten van de schoone dreven en landouwen, die het vaderland daar biedt, want Limburg is zoo mooi; te weinig Nederlanders richten nog hunne schreden daarheen en denken, dat het buitenland hen op het punt van natuurschoon meer kan bieden, maar hoe vergissen zij zich.
Vol vertrouwen richten wij ons tot U met het verzoek een Afdeelings-vergadering te beleggen en deze aangelegenheid te bespreken, met het besef, dat de Groepsdag slechts kan slagen, indien alle Afdeelingen bezield zijn met den vasten wil om dien te doen worden tot een succes, waarvan de kracht zal uitgaan ten goede.
Het Groepsbestuur zal hierbij gaarne voorgaan, maar laat het niet alleen staan in den strijd tegen laksheid en onverschilligheid.
De Groot-Nederlandsche gedachte in dien zin, dat Nederland steeds grooter invloed verkrijge in de gemeenschap der volkeren, moet doordringen in alle lagen van het Nederlandsche volk.
Ook U kunt en moet daaraan medewerken door onverschilligen wakker te schudden, leden te werven, denkbeelden te ontwikkelen, artikelen te schrijven en wat al meer.
Bracht ieder lid - dank zij zijn geestdrift en bezieling - ieder jaar slechts, één nieuw lid aan, hoe spoedig zou Groep Nederland den invloed, dien het thans slechts in beperkte mate uitoefent, zien toenemen!
Helpt en steunt dan Uw Bestuur, want zonder steun, toewijding en geestdrift kan de invloed van Groep Nederland slechts toonen een dalende lijn.
En zulks mag toch niet het geval zijn, nietwaar?
U gelieve den voorzitter vóór 1 Augustus a.s. te berichten, hoeveel leden Uwer Afdeeling ongeveer aan den Groepsdag zullen deelnemen.
Namens het Groepsbestuur:
SCHÖNSTEDT,
Voorzitter.
Doesburg, Juni 1920.