Neerlandia. Jaargang 24

Overzicht der Hoofdbestuursvergadering van 28 Februari 1920, te Dordrecht.

Aanwezig: de heer P.J. de Kanter, voorzitter; mej. E. Baelde, ondervoorzitster en de heeren Mr. B. de Gaay Fortman, secr.-penningm.; J.S.C. Kasteleyn, Dr. W.v. Lingen, C. Statius Muller en W.C. Schönstedt.

De voorzitter opent te 2 uur de vergadering met een woord van welkom, in het bijzonder aan den heer Schönstedt, den nieuwen voorzitter van Groep Nederland.

[p. 44]

Aan de orde wordt gesteld:

Punt I. Notulen der vergadering van 29 November 1919.

Deze worden met een kleine wijziging goedgekeurd.

Punt II. Ingekomen stukken.

Brief van Prof. Blok, waarbij deze bericht ontslag te nemen als lid van het Hoofdbestuur, daar hij bedankt heeft voor een nieuwe candidatuur van Groep Nederland.

Besloten wordt aan Groep Nederland te berichten dat het Hoofdbestuur zulks betreurt en ook aan prof. Blok dank te betuigen voor de hoogst aangename samenwerking, met verzoek of het Hoofdbestuur in bijzondere gevallen op zijn hulp mag blijven rekenen.

Bij de Vereeniging Nederland in den Vreemde zijn een paar brieven ingekomen, die zij aan het A.N.V. ter behandeling heeft gezonden. Zij betreffen:

a. Een plan van prof. dr. P. Geyl om te Londen een inlichtingendienst voor Nederlandsche en stamverwante studenten te stichten.

Besloten wordt daarvoor ons te wenden tot den heer Geyl, en dien te verzoeken overleg te plegen met onzen vertegenwoordiger aldaar, den heer J.E.A. Reyneke van Stuwe.

b. Klacht uit Stockholm over de moeilijkheid om daar een Ned. pasvisum voor Ned.-Indië te krijgen, hetwelk blijkbaar door een Ned. consul in het buitenland niet mag worden verschaft.

Besloten wordt deze klacht in handen te stellen der Indische afgevaardigden met verzoek een onderzoek in te stellen en aan het Hoofdbestuur bericht en raad te zenden.

Punt III. Voorstel van het Dag. Bestuur tot herziening van het Huishoudelijk Reglement.

Alle voorgestelde wijzigingen worden goedgekeurd.

Punt IV. Voorstel van het Dag. Bestuur betreffende het instellen eener Redactie-Commissie voor Neerlandia.

Na eenige samenspreking worden benoemd de heeren P.J. de Kanter, Mr. B. de Gaay Fortman, W.C. Schönstedt, voor Groep Nederland; Dr. W.v. Lingen voor Groep Ned.-Indië, Jhr. Mr. J.L.W.C.v. Weiler voor Groep Suriname, C. Statius Muller voor Groep Nederl. Antillen; en als red.-secretaris de heer C. van Son.

Punt V. Voorstel om toe te treden tot de Vereeniging voor tentoonstellingsbelangen.

Goedgekeurd.

Plan tot het stichten van een Ned. weekblad voor het Buitenland.

Dit plan is ter tafel gebracht naar aanleiding van een brief uit San Remo, een der antwoorden op de vragenlijst, waarin het volgende werd geschreven:

‘Ik ben en blijf van meening, dat het A.N.V. eindelijk het initiatief behoorde te nemen tot publicatie van een niet-geïllustreerd weekblad, waarin een beknopt doch volledig overzicht worde gegeven van de voornaamste gebeurtenissen op ieder gebied in ons land, al of niet over te nemen uit reeds bestaande nieuwsbladen, een weekblad, waarin geen buitenlandsch nieuws wordt opgenomen, dat geen feuilletons publiceert en weinig of geen werk maakt van advertenties, dat gedrukt wordt op gewoon krantenpapier in een gewoon formaat, met een postzegel van 2½ cent gefrankeero, binnen het bereik van ieders beurs valt.
Aan zulk een krant voor Nederlanders in het buitenland bestaat ontegenzeggelijk behoefte. Natuurlijk lezen zij in het algemeen dagelijks alles wat er in de wereld voorvalt in de couranten, die het licht zien in het land hunner inwoning, couranten, die echter hun weetgierigheid ten opzichte der gebeurtenissen en vragen van den dag in het verre vaderland lang niet bevredigen. Onze Nederlandsche dagbladen en hun z.g. “mail-edities” zijn voor hen in den regel veel te tijdroovend en daarbij vaak kostbaar. Wat hebben zij trouwens aan het buitenlandsch nieuws daarin, dat zij reeds lang in de couranten van het land, waar zij verblijven, gelezen hebben en dus voor hen waardelooze “oude kost” is?
Wie voorziet in deze leemte? Zeker zou het blad de banden, die de Nederlanders in den vreemde nog aan het geliefde vaderland binden, heel wat nauwer aanhalen. Ik vertrouw dat U dit met mij eens is.’

Het plan wordt met instemming begroet en na eenige gedachtenwisseling over uitvoering en inkleeding wordt besloten dat het D.B. 't zij zelf, 't zij met bijstand eener commissie het plan nader zal uitwerken.

Verwacht wordt dat een blad als bedoeld aan vele Nederlanders in het Buitenland welkom zal zijn.

Er wordt nog op gewezen dat het niet wenschelijk is dat denkbeeld met Neerlandia te vereenigen, daar het weekblad zuiver een Nieuwsblad moet worden.

Punt VII. België.

Van gedachten wordt gewisseld over de herinrichting der Groep, voor welke de tijd echter nog niet gunstig is.

In overweging is het doen houden van voordrachten in België door Nederlanders, ten einde ook in België de Nederlandsche cultuur, kunsten en wetenschappen meer algemeen bekend te maken en juister denkbeelden omtrent ons land te verspreiden.

Nog wordt het denkbeeld geopperd om een Nederlandsche week te Brussel te houden, waarin het beste wat Nederland heeft aan kunst en wetenschap wordt geopenbaard, in den geest als de Nederlandsche weken te Kopenhagen en Stockholm, door de Vereeniging Nederland in den Vreemde ingericht.

Punt VIII. Oost-Indië.

Brief van de Secretares der Afd. Medan, waaruit blijkt dat de leden dezer Afdeeling nog nooit Neerlandia hebben ontvangen. Maatregelen zijn nu genomen voor rechtstreeksche zending, maar de staking werkt thans weer tegen. Ook is de klacht naar het Groepsbestuur in Batavia overgebracht.

Punt IX. Zuid-Afrika.

1. Brieven van Consul Baerveldt en mevr. Deys-Draayer (oud-secretares) over de herinrichting der Afd. Johannesburg.

Dezerzijds zijn pogingen aangewend om de vroeger zoo werkzame Afd. Johannesburg weder tot nieuw leven te brengen. Beide genoemde personen, thans in Nederland, hebben goeden raad gegeven. Zij hebben ook de moeilijkheden aangetoond, waarmee het Verbond in Zuid-Afrika te kampen heeft. Toch zal getracht worden de heroprichting tot stand te brengen.

2. Brief van Dr. G. Besselaar te Pieter Maritzburg over zijn plan om voordrachten betreffende Zuid-Afrika in Noord-Amerika te houden.

Hem zijn alle gewenschte inlichtingen en adressen gezonden.

Punt X. Zelfstandige Afdeelingen. Keulen.

Aan deze Afdeeling is een subsidie toegekend gelijk aan de verplichte afdracht, daar zij niet in staat is deze te voldoen. Het Dag. Bestuur heeft medewerking verleend bij de pogingen, die door de Afdeeling worden aangewend voor de benoeming van een Nederlandschen consul te Keulen.

[p. 45]

Nieuw-York.

Aan den ijverigen voorzitter dezer Afd. Prof. A.v.C.P. Huizinga, is verzocht om maandelijks berichten over het Hollandsch stamleven in Amerika voor Neerlandia te schrijven.

Punt XI. Vertegenwoordigers. Emden.

De secretaris leest een brief voor van onzen vertegenwoordiger aldaar over de Nederlanders in Emden, die hoofdzakelijk arbeiders zijn. Een dezer heeft bij den Consul vergeefs om raad en steun gevraagd voor zijn drie moederlooze kinderen, die hij naar Nederland wilde terugzenden.

Besloten wordt hiervoor aan te kloppen bij den heer Van Lier, penningmeester van het Comité voor Ned. kinderen in den Vreemde, daar dit wellicht helpen kan.

Sydney.

Goedgekeurd wordt de tijdelijke benoeming tot vertegenwoordiger aldaar van den heer H. Eldering.

Punt XII. Mededeelingen.

1. Voorstel van het Dag. Bestuur om de jaarbijdrage aan de Vereeniging Nederland in den Vreemde te verhoogen tot f 25. -.

Goedgekeurd.

2. De Gebr. van Heek hebben bepaald dat hun gift van f 1000. - bedoeld is voor het vaste steunfonds.