Nog eens het Nederlandsch en onze Stoomvaart-Maatschappijen.
Naar aanleiding van de aanmerkingen van een ‘belangstellend lid’ over dit onderwerp, schrijft de directeur der Maatschappij ‘Zeeland’ ons de volgende opmerkingen, waarin de tegemoetkomende houding aangenaam stemt:
Sub. 1. De kaarten, waarvan hier sprake is, zijn oorspronkelijk op voorschrift van de Engelsche autoriteiten gedrukt.
Toen de Nederlandsche passen-contrôle werd ingevoerd, heeft deze genoegen genomen met de bestaande kaarten. Hoewel onzerzijds niet wordt ingezien, dat het voor ons nationaliteitsgevoel vernederend is, welke taal voor een zeer internationale route onder of boven staat, willen wij overwegen bij een herdruk de Engelsche tekst beneden de Nederlandsche te plaatsen.
Sub. 2. Deze kaarten worden voor beide zijden gebruikt en moeten dus gesteld zijn in een taal, welke door menschen, die uit den aard der zaak de Nederlandsche taal niet machtig zijn, kan begrepen worden. Waar wij op een Engelsche haven varen, ligt het dan voor de hand, dat wij voor die kaarten de Engelsche taal gebruiken.
Sub. 3. Waar de plaats zulks toelaat, worden de aanwijzingen hier bedoeld in drie talen gesteld; waar de plaats, b.v. boven deuren, zulks niet toelaat, zijn wij gedwongen geworden van één taal gebruik te maken, doch moesten dan wel die taal kiezen, welke door alle nationaliteiten, die naar Engeland reizen, kan worden aangenomen, althans eenigszins begrepen te worden, n.l. de Engelsche taal. Waar de nadruk moet gelegd worden op een belangrijke mededeeling, plaatsen wij die bij voorkeur ook alleen in de Engelsche taal, opdat de grootere letters de belangrijkheid temeer zullen doen uitkomen. Eveneens is het op plaatsen, waar vele aanwijzingen hangen, ter wille van de duidelijkheid gewenscht, deze in zoo min mogelijk talen te plaatsen. Waar zulks gemakkelijk mogelijk is, zullen wij met onze nieuwe aanwijzingsbordjes rekening houden met het Nederlandsche nationaliteitsgevoel en de Nederlandsche aanwijzingen boven de vreemde plaatsen.