Het Nederlandsch op de schepen onzer Stoomvaartmaatschappijen.
Een belangstellend lid schrijft ons:
1e. Bij de landing in Engeland moesten door alle binnenkomenden kaarten worden ingevuld, aanwijzing gevende omtrent naam, woonplaats, nationaliteit enz.
Zeer begrijpelijk stond op die kaarten het Engelsch bovenaan en het Nederlandsch daaronder.
Bij de landing te Vlissingen moesten voor de Nederlandsche autoriteiten geheel dergelijke kaarten worden ingevuld, maar ook in deze kaarten stond het Nederlandsch onderaan en het Engelsch daarboven. Waar deze laatstbedoelde kaarten uitgaan van en bestemd zijn voor de Nederlandsche autoriteiten en vermoedelijk haar ontstaan danken aan de Vreemdelingenwet van 17 Juni 1918, Stbl. 410, in verband met het Vreemdelingenreglement, Kon. Besluit 18 Aug. 1918, Stbl. 521 en het Kon. Besluit, houdende de aanwijzing van autoriteiten van 24 Juli 1918, Stbl. 470, vermeen ik, dat daarbij door die autoriteiten aan onze taal is te kort gedaan. Eenig wettelijk voorschrift omtrent de inrichting dier kaarten heb ik toch niet kunnen vinden.
2e. Er werden in de boot uigereikt een soort landingskaarten, die ook voor het binnenkomen in Nederland waren bestemd. Deze kaarten waren geheel in het Engelsch. Ik weet echter niet waarop ze steunen en van wie ze uitgaan, maar vermeen, dat ook hier de Nederlandsche taal kon worden gebezigd.
3e. Op de boot, ‘de Oranja Nassau’ van de Maatschappij Zeeland, eene, zooals U bekend is, zoo bij uitstek Nederlandsche Maatschappij, staan bijna alle aankondigingen, zooals ‘smoking room’, ‘saloon’, bepalingen betreffende het afgeven van waarden enz. enz. òf alléén in het Engelsch òf in het Engelsch met het Nederlandsch daaronder vermeld.
Op mijn vraag waarom dit aldus was, werd mij op de boot medegedeeld, dat in gewone tijden slechts 10 pCt. van de reizigers Nederlanders zijn.
Dit laatste kan dunkt me een reden zijn om onder de Nederlandsche aankondigingen een Engelsche vertaling te plaatsen, maar niet om het Nederlandsch geheel weg te laten of onderaan te zetten.