Gewroet.
Men kent de feiten. Een vertrouwelijke dienstorder is ontdekt, uitgaande van het Belgische Departement van Buitenlandsche Zaken en gericht aan het Belgische Groot Algemeen Hoofdkwartier, inhoudende voorschriften op welke wijze de in ons Limburg verspreide Belgische agenten zich hebben te gedragen, om Nederlandsche onderdanen in vollen vredestijd tot landverraad over te halen.
Heden, 25 Augustus, is de tekst dier aanschrijving, door de Belgische Regeering in uitzicht gesteld, nog niet publiek gemaakt. Onze Regeering kent hem reeds, maar laat aan de Belgische het voorrecht haar schriftuur en daarmede haar bedoelingen, zelf aan de wereld te openbaren. Niemand maakt zich illusie dat dezelfde Regeering, die in staat is tot zulk misdadig geknoei, ook niet haar handlangers heeft in en buiten een aan haar gebonden pers, en dat de handlangers den wolf niet zullen omhullen met de vacht, die het symbool is geworden van argeloosheid en onschuld. Maar voor dat gat is Nederland niet te vangen. En gelukkig met Nederland ook niet de eerlijke Vlamingen en ook niet het fatsoenlijk deel der franschsprekende Belgen. Het schijnt wel vast te staan dat de eigenlijke annexionisten betrekkelijk gering zijn in aantal. Toch, tot nu toe doen zij het maar, en het ongeluk is dat Nederland als een geheel is komen te staan tegenover België als een geheel. Het gaat hier van nabuur tot nabuur; zoolang in een grondwettig land een Regeering wordt geduld, geldt zij als de zichtbare uiting van den volkswil.
Naar luid van de laatste berichten verklaart de Belgische Regeering dat het stuk gedagteekend is 20 Mei. Daarmede is het bestaan erkend en ook dat het van het Departement van Buitenlandsche Zaken is uitgegaan. Of het al of niet persoonlijk door den Minister is onderteekend, is nu bijzaak geworden. De Minister Hijmans, van tamelijk versche Nederlandsche afkomst, staat voor de zaak. En blijkbaar met genoegen.
Onze lezers in het buitenland zullen vragen: maar is Nederland niet opgestoven van ergernis en minachting over zulk geknoei? Neen, opgestoven niet. Opstuiven is kortstondig vuurwerk. 't Was erger, want het zat dieper: men vond en vindt het min. En iedere Nederlander kent de kracht van dat kleine woordje. Minder dan min kan het niet. En men acht werkelijk de geestelijke aanleggers van dergelijke praktijken tot alles in staat. Wij gelooven de Standaard, het blad van Van Cauwelaert, van 21 Aug. als het zegt: ‘Wij kunnen op ernstige gegevens verklaren dat zij (de annexionisten) nog steeds zoekende zijn om tusschen België en Holland een gewapend conflict te doen uitbreken. Hun hartewensch is dat het Belgisch leger onverhoeds eenen inval zou doen in Nederlandsch Limburg en in Zeeuwsch-Vlaanderen om, naar het voorbeeld der Roemenen, de Verbonden Mogendheden voor een voltrokken feit te stellen. Er worden met dit doel heel duidelijke pogingen tot opwinding van onze soldaten gedaan.’
Waarom gelooven wij dat wat de Standaard schrijft? Omdat de vloek is dat men menschen, die men op zoo iets mins als die geheime knoeierij in Limburg, heeft betrapt, tot alles in staat moet achten, zelfs tot zoo iets misdadigs als oorlogsverwekking. Maar hier in het bijzonder, omdat de bewuste order van of namens den leider van Buitenlandsche Zaken gericht is, onder eisch van geheimhouding, tot het militaire Hoofdkwartier.
Niemand betwijfelt het bij ons dat er meer zit achter dit alles. 't Is een schendig onderdeel van een reeds lang gevoerden veldtocht: La Belgique sera latine ou ne sera pas! Met de Vlamingen zal men het wel klaar spelen; buiten de zon zullen die wel inschrompelen en wegkwijnen. Nederland zelf, het moederland, moet worden geknot. En in dat verband klinkt de instructie aan de agenten zoo huichelachtig: qu'on n'y implantera pas la langue franchise! Meteen een kostelijke erkenning dat die inplanting wel degelijk in België behoort tot de politieke tuinierderij.
Maar - een weldenkend België is er ook nog! Zou dat ooit dulden dat om landroof Nederland werd overvallen? Zou één Vlaming zijn hand mede daartoe leenen? Onmogelijk. 't Zou zelfvernietiging zijn naar het hart zijner eigen vervolgers.
Toch - als! Welnu, dan staat heel Nederland als één man achter zijn Regeering, die het vertrouwt evenals hen, die zij als hare woordvoerders in deze staatkundige verwikkeling heeft gekozen.