‘De vergadering verzoekt met aandrang aan haren Afgevaardigde voor den Groepsraad, op de a.s. Groepsvergadering (28 Juni 1919) de noodige voorstellen te willen doen, ten einde:
1e. met het Hoofdbestuur in overleg te treden om alsnog langs vredelievenden weg te bewerken, dat de Groepsraad een Voorzitter kan kiezen, die door genoegzamen geldelijken steun van het Hoofdbestuur in staat wordt gesteld om met zoodanige voortvarenheid en kracht voor de Groep Nederland te arbeiden, als noodig is om die Groep te maken tot een krachtige kern van het Algemeen Nederlandsch Verbond.
2e. Indien het onder 1ste genoemde voornemen onverhoopt niet mocht slagen, die maatregelen te treffen, welke in den kortst mogelijken tijd zullen leiden tot vervanging van de afgevaardigden der Groep Nederland in het Hoofdbestuur door anderen, die wel in den nieuwen geest dier Groep willen werken.’
De heer De Kanter ziet het A.N V. op een tweesprong, misschien wel op een driesprong.
De 1e richting is de tot heden gevolgde.
De 2e richting die der ontevredenen.
De 3e richting die naar den ondergang voert.
Allen, die het wel meenen met het A.N.V. verlangen dat er nu eindelijk eens een beslissing valle. Spr. zou scheuring of ondergang betreuren, maar zij zouden beter zijn dan onzekerheid.
De heer Emants zegt: ik wilde het Hoofdbestuur voor de uitgave ten behoeve van een zelfstandig Groepssecretariaat raadplegen, de voorzitter van dat bestuur zegt: Gij hebt het recht dat geld uit de Groepskas te nemen, maar ieder begrijpt dat als de Groep haar verplichting, als elke andere Groep, nakomt en ongeveer f 8000. - aan de hoofdkas bijdraagt en f 4000. - voor een bureau uitgeeft, dat ze dan weinig of niets voor andere zaken over houdt. Het beginsel der niet-bezoldiging van bestuursbetrekkingen moet zooveel mogelijk gehandhaafd worden. Wijkt men daarvan af, dan wordt niet meer gelet op toewijding. In Den Haag alleen zijn er honderden die voor f 2400. - groepssecretaris willen zijn. Steeds hebben onze secretarissen uit liefde tot de zaak gewerkt en spr. hoopt dat dit zoo zal blijven.
De ontevredenen schuilen hoofdzakelijk in Den Haag De heer Emants drukt zich gelukkig gekuischter uit dan die heeren blijkens de krantenverslagen. De heer Emants zegt: Ge hebt geld genoeg. Tot voor kort had het Verbond geen geld en zijn inkomsten waren nooit in verhouding tot zijn taak. Door de verhoogde regeeringssubsidie en de bijeengebrachte ton kan eindelijk iets gedaan worden, maar wat is dat nog in vergelijking van de noodzakelijke Nederlandsche propaganda over de geheele wereld.
Groep Nederland moet aan 't werk, wordt gezegd. Maar waar is haar werkprogramma dat een uitgaaf als de gevraagde wettigt? De heer E. heeft het druk over den Jan Saligeest hier te lande. Zeker, die is aan Nederland niet vreemd. Maar toch, sedert den Z.-Afr. oorlog heeft het een nieuwe doop ondergaan. En ook gedurende den wereldoorlog is de nationale geest versterkt. De laatste 25 jaren is er een groote opleving geweest op het gebied van handel en nijverheid, spr. wijst in het bijzonder op de nijverheid, de scheepvaart en Indië.
Met den eisch, dat voorzitter en secretaris in dezelfde plaats moeten wonen, is spr. het niet eens. Zijn eigen ervaring met de V.t.v.v.k.o.N.i.d. Vr. is geheel anders. De Dordtsche voorzitter en de Amsterdamsche secretaris werken steeds vlug en aangenaam samen. Door in verschillende plaatsen krachtige Dag. Bestuurders te hebben, vormt men juist meer dan één centrum van belangstelling.
De heer Em. heeft gezegd: als het zelfst. Dag. Bestuur der Groep er niet komt zal ze te niet gaan. Spr. is het daarmee niet eens, maar al gebeurde het dan wil dat nog niet zeggen, dat het heele Verbond te niet zal gaan. Er zullen altijd nog wel genoeg goede Nederlanders overblijven om een Algemeen Nederlandsch Verbond te steunen. De ontbinding wordt het meest bevorderd door moties, die zich bemoeien met de inwendige aangelegenheden van andere volken.
De heer Emants weerspreekt dat het de bedoeling van Groep Nederland zou zijn op de plaats van het Hoofdbestuur te gaan zitten. Maar zij moet een eigen taak hebben en een Dagelijksch Bestuur dat telkens als er reden voor is, onmiddellijk optreedt, steeds op de bres staat. Worden er spoorkaartjes met Fransche opschriften gedrukt, dan moet het dadelijk protesteeren; wordt in het diplomatiek verkeer tusschen Nederland en Vlaanderen Fransch gebruikt dan moet het ook dadelijk protesteeren en zoo zijn er duizenderlei dingen, die vlug moeten worden behandeld. Door Kapt. Oudendijk is er in de Afd. Den Haag een nieuwe geest gekomen, die moet doordringen in heel de Groep. Vroeger kwamen op de vergadering der Afdeeling Den Haag enkele leden, thans velen.
Geroep: Vooral gevluchte Vlamingen.
De heer Emants: Die ook, maar insgelijks veel belangstellende Nederlanders.
De heer De Kanter constateert dat hij van een programma, dat een uitgaaf van f 4000. - voor een eigen bureau zou wettigen, al bijzonder weinig heeft gehoord.
De Voorzitter acht de zaak nu voldoende toegelicht en zou gaarne overgaan tot de vraag: Zal het Groepsbestuur overgaan tot een gesalarieerd secretariaat?
De heer Schepers acht bezuiniging mogelijk door samenwerking met het Nationaal Secretariaat, opgericht door Mr. Van de Rivière, dat ook een eigen orgaan heeft, ‘Ons Land.’ In de werkzaamheden dezer instelling is eenigen stilstand gekomen en in het najaar zal de Commissie van toezicht, waarin o.a. Dr. Waller uit Delft zitting heeft, over de voortzetting van dit Secretariaat een beslissing nemen. Misschien zou een gemeenschappelijk kantoor mogelijk zijn en dat zou de kosten zeer verminderen. Spr. raadt samenwerking in geldelijk en ander opzicht aan. Ook zou dan overlegd kunnen worden over een propagandist, want spr. heeft met leedwezen vernomen dat Jhr. von Bose ontslag heeft genomen als zoodanig. Mr. van de Rivière is tot overleg gaarne bereid.
De heer Boers zou den heer De Kanter gaarne als voorzitter verkozen zien, maar acht een bezwaar dat deze de richting Emants gevaarlijk acht. Ook naar spr.'s meening moet er meer gedaan worden.
De heer Te Winkel verklaart zich tegen een bezoldigd secretariaat. Niet bezoldiging maar karakter en toewijding beslissen over de kracht, die van een vereeniging uitgaat. De schuld schuilt niet altijd bij