Ingezonden.
Comité voor Nederlandsche Kinderen in den Vreemde.
Het bleek al dadelijk na de aankomst der eerste Nederlandsche kinderen in November 1916, dat een uitgebreide administratie noodig zou worden. Het Comité richtte daarom door middel van het alom bekende kaartensysteem den soort ‘burgerlijken stand’ in, teneinde in een ommezien van elk kind te kunnen nagaan, waar en bij wien het is gehuisvest, hoe het heet, hoe oud het is, van welken godsdienst, wat de naam en het beroep van den vader alsmede diens woonplaats in Duitschland is.
De kartotheek bevat thans 569 kaarten, wat beduidt, dat het Comité sedert November 1916 569 kinderen onder zijn hoede heeft genomen, voor wier huisvesting, lichamelijke- en zedelijke verzorging het de verantwoording draagt. Het wordt daarin bijgestaan door verschillende onder-comité's, die slechts in 7 gevallen afdeelingen van het Algemeen Nederlandsch Verbond zijn. Het Hoofd-comité kan de medewerking van deze onder-comité's niet genoeg op prijs stellen, want zonder hen ware het niet mogelijk geweest, een zoo voorbeeldigen toestand te scheppen zoowel wat de verhoudingen tusschen ouders, pleegouders en kinderen betreft, als wat de zedelijke- en stoffelijke omstandigheden aangaat, waaronder de kinderen thans verkeeren.
Verschillende oorzaken leidden ertoe, dat kinderen tot de ouders moesten wederkeeren, ofschoon bij het Comité de gedachte nog altijd voorzit, ze zoolang te verzorgen als de abnormale voedingstoestanden in het buitenland aanhouden.
Tot stervens toe zieke ouders, die hun kinderen wenschten te zien, ouders die een sterk verlangen naar hun kinderen hadden, en weer andere, die naar Nederland zijn gekomen om er zich opnieuw te vestigen, gaven aanleiding, dat 114 kinderen van het Comité weder afgevoerd werden, waardoor op dit oogenblik nog 455 worden verzorgd. Hiervan vallen onder de afdeelingen van het A.N.V. te Delft 57, te Deventer 54, te Groningen 25, te Leeuwarden 18, te Zaandam 11, te Zutphen 8, te Zwolle 40. Onder-comité's niet tot het A.N.V. behoorend, huisvesten: te Amstelveen 16 kinderen, te Apeldoorn 23, te Assen 6. Over 42 andere steden van ons land zijn 197 kinderen in particuliere gezinnen, deels ook in weeshuizen en andere inrichtingen ondergebracht. Het Hoofd-Comité bevordert gaarne de oprichting van meer onder-comité's, opdat eindelijk den nog altijd wachtenden Nederlandschen kinderen in Duitschland het voorrecht ten deel valle, door het vaderland te worden opgenomen.
W.F. VAN HEUSDEN,
Secretaris.
Amsterdam, 14 Aug. 1917.
Leden van 't Algem. Nederl. Verbond, gedenkt het Comité voor Nederlandsche kinderen in den vreemde.