De eerste bemoeiïngen der commissie waren er op gericht om den aanvoer van Zuid-Afrikaansch fruit naar Nederland geregeld te verzekeren. De Commissie verleende hare medewerking tot het wekelijks houden van veilingen te Amsterdam, waardoor het Zuid-Afr. fruit meer bekendheid verwierf bij het Nederl. publiek. Te Rotterdam werd met hare medewerking opgericht de Nederlandsch-Zuid-Afrikaansche Fruitcompagnie. Ook voor den aanvoer van andere Zuid-Afr. producten, als wol, mais, huiden, enz. trachtte de Commissie zooveel mogelijk belangstelling te wekken.
De uitgave werd bezorgd van een reclameboek met platen, getiteld: Zuid-Afrikaansche producten voor Noord- en Midden-Europa, welk geschrift in Zuid-Afrika werd verspreid.
Een groot arbeidsveld lag voor de Commissie open ten aanzien van het bevorderen der ontwikkeling van den uitvoer van Nederlandsche Nijverheidsproducten naar Zuid-Afrika.
Met voldoening kan de Commissie op haar taak terug zien, waar er - zooals zij mededeelt - hier telande in dien tijd nog een zeker vooroordeel tegen het doen van zaken met die streken bestond en men dit afzetgebied vrijwel beschouwde als tot het verleden te behooren.
Met de Kamers van Koophandel in Johannesburg en Pretoria werden betrekkingen aangeknoopt en eene overeenkomst gesloten, waarbij de Commissie uitsluitend de taak op zich zoude nemen om voor het werk der Kamers onder de Nederlandsche fabrikanten propaganda te maken, terwijl dan de Kamers zich geheel zouden kunnen wijden aan de belangen van den Nederl. uitvoer naar Zuid-Afrika.
In het midden van 1912 werd het mogelijk de aanvankelijk op zeer bescheiden voet ingerichte monsterkamer van Nederlandsche producten te Johannesburg flink uit te breiden, en over te brengen naar een betere localiteit, op een der beste standen. Voor deze monsterkamer maakte de Commissie in Nederland de noodige reclame, o.a. door de uitgave van een reclameboek met platen, door den secretaris te 's-Gravenhage samengesteld en getiteld: ‘Nederlandsche producten in Zuid-Afrika en de ontwikkeling van de Nederl. monsterkamer te Johannesburg.’
Het aantal leden in Nederland der Kamer van Koophandel te Johannesburg wies gedurig van 105 in 1910 tot 200 in 1912.
Het maximumcijfer van den uitvoer uit Nederland werd in 1913 bereikt, n.l. f 10.248 492.-.
Ofschoon de oorlog in 1914 met één stoot alles dreigde omver te werpen, kwamen de moeilijkheden der eerste tijden te boven, vooral door den steun van Minister Treub en enkele particulieren, waaronder het bestuur van de vereeniging Z-.A.S.M.
De groote vraag voor nijverheidsartikelen van neutrale landen, die in Zuid-Afrika was ontstaan, bleef onverminderd, ja nam toe.
De Commissie meent, dat wanneer er geen uitvoerverboden hadden bestaan en de Nederlandsche nijverheid in staat ware geweest al de ontvangen orders uit te voeren, de uitvoercijfers van de oorlogsjaren zeker ver boven het cijfer van 1913 zouden gestegen zijn.
Teneinde de Nederlandsche industrieelen meer systematisch op de hoogte te brengen van hetgeen op de Z.-A. markt wordt verlangd, heeft de Commissie in Z.-A. eene verzameling laten bijeenbrengen van monsters van in Z.-A. meest gangbare nijverheidsartikelen, waarbij zijn gevoegd rapporten, aangevend het meest wetenswaardige voor degenen, die naar Z.-A. wenschen uit te voeren.
Deze verzameling is in Amsterdam te zien geweest in het gebouw der Tranvaalsche Bank- en Handelsvereeniging en eveneens ter Jaarbeurs te Utrecht. De arbeid der Commissie is gestadig toegenomen. De directe aanvragen welke met iedere mail uit Z.-A. worden ontvangen, zijn zóó talrijk, dat het plaatsen van deze aanvragen het grootste deel van den arbeid van het kantoor in beslag neemt.
Dit bewijs van vertrouwen is een zeer verblijdend verschijnsel.
Aan het verslag heeft de Commissie, een alphabetische opgave der artikelen toegevoegd, waarover de laatste jaren briefwisseling heeft geloopen. En dit zijn er niet minder dan 159! Een grafische voorstelling van den uitvoer van Nederland naar Zuid-Afrika over 10 jaren (1906 tot en met 1915) verrijkt met eenige afbeeldingen het lezenswaardig verslag.
De Commissie bestaat thans uit de volgende heeren:
Jhr. H. Loudon, Voorzitter, Mr. W. Roosegaarde Bisschop te Londen en Mr. H.C. Obreen te 's-Gravenhage, Secretarissen, Mr. H. Cosman, Penningmeester, E. Bruchner, Mr. E.J. Everwijn Lange, O. Kamerlingh Onnes en Dr. H. van Beeck Vollenhoven.
Het kantoor is gevestigd Lange Houtstraat 36 's-Gravenhage.
* * *
Nader vernemen wij van de Commissie, dat de belangstelling voor deze verzameling ter Jaarbeurs te Utrecht zóó groot was, dat het aantal leden van de Nederl. Kamer van Koophandel te Johannesburg van 200 tot 260 steeg.
Er was bovendien zóóveel belangstelling voor het plan der Commissie om ook te Kaapstad eene Nederlandsche Monsterkamer op te richten, dat na afloop der Jaarbeurs de totstandkoming dezer Monsterkamer vrijwel als verzekerd kon worden beschouwd.