Ingezonden.
Voor Kromoblanda III.
Groningen, April 1917.
Geachte Heer Hoofdredacteur!
Mag ik U een plaatsje vragen voor het volgende?
Begin 1914 richtte ik mij tot allen, die belang stellen in het wel en wee van Indië. 'k Verzocht hun om mij gegevens te verstrekken, betrekking hebbend op het vraagstuk van het wonen. Die gegevens zou ik dan verwerken tot een verslag voor het in 1915 in Rome te houden Internationaal Woningcongres.
De oorlog brak uit; van het houden van een congres was natuurlijk geen sprake!
De gegevens, die ik, dank zij veler medewerking, heb kunnen verzamelen, heb ik om die reden echter niet laten liggen. Ik verwerkte ze tot een uitgebreid verslag, dat ik doopte met den naam ‘Kromoblanda’ en waarvan reeds twee gedeelten zijn verschenen. Ik hoop van harte, dat het er toe zal bijdragen het intellectueele deel der bevolking een beteren kijk te geven op verschillende misstanden op hygiënisch gebied, misstanden, die van grooten invloed zijn op de ontwikkeling van Indië en die zeer zeker kunnen worden verbeterd.
‘Willen is in dezen kunnen!’ Velen hebben nog niet leeren inzien, dat meerdere ontwikkeling, oeconomische opheffing, enz., enz., ten nauwste samenhangen met lichamelijk welzijn. Velen begrijpen nog niet, dat er een wisselwerking bestaat tusschen de vele vraagstukken, die zich de Iaatste jaren in Indië hebben aangediend. Velen zien nog niet in, dat al die vraagstukken in elkaar grijpen, dat het ééne het andere beïnvloedt, dat het andere weer het ééne bevordert, dat Indië nooit weerbaar zal worden op oeconomisch en intellectueel gebied, als niet aan het vraagstuk der volksgezondheid meer aandacht wordt gewijd dan tot dusver.
Over sommige vraagstukken wordt heel veel gesproken Het gevaar dreigt dat daardoor andere, nie minder belangrijke, zullen worden overstemd.
Een daarvan is het vraagstuk der volksgezondheid. Ik vrees, dat dit op den achtergrond zal geraken. Daarom heb ik alle krachten ingespannen om er toe mede te werken, dit te voorkomen. Daarom wijdde ik me in dezen geweldig droevigen tijd geheel aan dat vraagstuk.
Onder het bewerken en schiften en rangschikken van de gegevens voor het 3de deel van mijn verslag, dat zal handelen over de woning, het erf, de dessa, de kampong, de stad, merk ik tot mijn spijt, dat het me nog niet mogelijk is een voldoend getrouw beeld te geven van de plaats waar en de wijze waarop blank en bruin en geel in den Indischen Archipel wonen, van de manier waarop ze hun huizen bouwen, zich de materialen daartoe verschaffen en die verwerken, hoe ze hun woningen inrichten en ge- of misbruiken, enz., enz.
Alles wat betrekking heeft op het dagelijksch leven, het gewone dagelijksche doen in huis en daarbuiten, houdt verband met het onderwerp, is voor mijn doel geschikt, kan ik gebruiken.
Wie der lezers en lezeressen helpt?
Foto's gelieve men, bij voorkeur onopgeplakt, voorzien van de noodige toelichtingen, op te zenden. Ik vestig er nog even de aandacht op, dat niet geïllustreerde mededeelingen eveneens hoogst welkom zijn. Indien men dit wenscht, vermeld ik den naam van de(n)geen, die mij inlichtte, niet.
Hoogachtend,
H.F. TILLEMA.
De Redactie voldoet gaarne aan het verlangen van den geachten inzender, wiens werk ten bate der gezondheidstoestanden in Oost-Indië in het Maart- en April-nr. met groote waardeering besproken werd.
Zij spoort alle leden van het Verbond, die den heer Tillema van dienst kunnen zijn aan, hem zooveel mogelijk te helpen.