Neerlandia. Jaargang 20

[p. 33]

Beknopt verslag der Groepsbestuursvergadering van 11 Dec. 1915.

Aanwezig: de heer Dr. H.J. Kiewiet de Jonge, voorzitter; de dames: E. Baelde, D. Bogaert-De Stürler de Frienisberg, en de heeren A.L. van Blommestein, Dr. F. Buitenrust Hettema, Marc. Emants, W.J.L. van Es, J.P.C. Hartevelt, Mr. K.M. Phaff, N.J. Roelfsema, penningmeester, Th. van Welderen Baron Rengers en C. van Son, secretaris.

Afwezig met kennisgeving: de dames Dr. C.C.v.d. Graft, A.C. Veen-Brons, en de heeren F.A. Hoefer, Dr. N. Mansvelt en Prof. Dr. J. te Winkel.

De voorzitter opent de vergadering.

Punt I. Notulen van de vorige vergadering (30 October).

Deze worden met enkele wijzigingen goedgekeurd.

Punt II. Ingekomen stukken, o.a.:

Van den heer Dr. P.V. Sormani bericht, dat hij blijft bij zijn besluit om af te treden.

Van den heer Prof. Mr. A.A.H. Struycken bericht, dat hij ontslag neemt als bestuurslid.

Beiden heeren is leedwezen betuigd over hun besluit en dank gebracht voor 't geen zij voor het Verbond hebben gedaan.

Schrijven van de heeren Dr. H.J. Kiewiet de Jonge en Mr. W.J.L. van Es, met mededeeling dat zij terugkomen op hun ontslagneming.

Van het Hoofdbestuur een schrijven, dat de Afdeeling Amsterdam geklaagd heeft, dat er geen antwoord gegeven werd op haar motie, welke op de Algemeene Vergadering werd aangenomen en dat het daarom nu een antwoord aan het Groepsbestuur heeft opgesteld, waarin het mededeelt, dat het in de motie ziet een algemeene aansporing tot ijverig werken; dat het echter meent, dat de kritiek niet alleen op het Hoofdbestuur moet uitgeoefend worden; ook de Afdeelingen kunnen meer doen.

Besloten wordt den brief van het Hoofdbestuur in Neerlandia openbaar te maken. (Zie Jan.-nr. blz. 8).

Dankbetuiging van de Vereeniging Vreemdelingenverkeer Arnhem voor verleenden steun in zake klokkespellen.

Dankbetuiging van de Afdeeling Rotterdam van de Vereeniging voor Volkszang, voor verleenden steun.

De Stud.-Afd. Utrecht vraagt, om evenals in 1914 en 1915, ook in 1916 ontheven te worden van de verplichting om het saldo der kas aan de Groepskas af te dragen. Het saldo, ongeveer f 100.- wordt besteed voor boeken en anderen steun aan de geïnterneerde Vlaamsche studenten.

Het verzoek wordt ingewilligd.

Schrijven van de Algem, Nederlandsche Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer, dat zonder tegenbericht het lidmaatschap van f 50.- ten behoeve van het Centraal Bureau voor Vreemdelingenverkeer voor de nieuwe Vereeniging zal gehandhaafd blijven.

Besloten wordt het bedrag op f 50.- te handhaven.

Uitnoodiging van de Vereeniging ‘Ons Leger’ om lid te worden.

Besloten wordt lid te worden tegen de minimumjaarbijdrage.

Van den Vlaamschen Tak Harderwijk mededeelingen aangaande de belangrijke werkzaamheden, vooral voor de Vlaamsche geïnterneerden.

Besloten wordt dit schrijven in Neerlandia te doen opnemen. (Zie Jan.-nr. blz. 12).

Schrijven van de Afdeeling Den Haag, met wenschen omtrent Neerlandia.

a.	Neerlandia moet meer dan tot dusver uiting geven aan hetgeen in het Verbond omgaat en door het Verbond wordt verricht.
b.	Naast opneming van zakelijke mededeelingen betreffende de Groot-Nederlandsche stambelangen, moet er ruim gelegenheid gegeven worden voor het uitspreken van onderling verschillende meening daaromtrent.

Als voorbeeld omtrent welke zaken Neerlandia niet had mogen zwijgen, worden genoemd de zaak Botha-Hertzog, de zaak Fransch-Vlaanderen en de thans algemeen in de bladen besproken Vlaamsch-Waalsche zaak.

Een lid meent, dat de uitgesproken wenschen, die van zeer vele leden zijn, maar er is moeilijk aan te voldoen; waar zijn de menschen die het willen en kunnen? Laat de Propaganda-Commissie het eens overwegen.

Een ander wijst op het voorstel door den heer Van Es aan 't Hoofdbestuur gedaan, om in Neerlandia gelegenheid te geven tot het bespreken door ieder die wil, of die uitgenoodigd wordt, van de vraag: wat kan de Nederl. Regeering, het Nederl. volk, het Algem. Nederl. Verbond, doen voor het Vlaamsche volk, na den oorlog en bij de vredesbesprekingen.

Verschillende sprekers dringen aan op maandelijksche overzichten, waarin onpartijdig de stroomingen onder Vlamingen en Afrikaners worden behandeld.

Na uitvoerige gedachtenwisseling wordt besloten aan het Dagel. Bestuur over te laten na te gaan in hoeverre aan de wenschen van de Haagsche Afdeeling kan worden voldaan.

Mededeeling, dat pogingen worden aangewend tot oprichting van een Stud.-Afd. Rotterdam (Handelshoogeschool) en Burger-Afdeeling Helmond.

Punt III. Het optreden van de Amsterdamsche Studenten-Afdeeling.

Een schrijven is ingekomen, waarin wordt medegedeeld, dat de moties bij overrompeling zijn aangenomen. Er was kennis gegeven, dat na een spreekbeurt door de Afdeeling ingericht, nog een huishouderijke vergadering zou plaats hebben. Punten van behandeling waren niet aangegeven. De meeste leden bleven niet voor deze vergadering, daar men haar van weinig belang dacht, zoodat een 13-tal Afrikaners de groote meerderheid vormden. Daarop is de motie aangenomen. Eenige leden hebben een nieuwe vergadering aangevraagd, waarop geprotesteerd zal worden tegen het niet van te voren bekend maken

[p. 34]

der te behandelen onderwerpen. Tevens is in Propria Cures een uiteenzetting van de zaak gegeven.

De moties zijn aan de bladen bekend gemaakt en 't meest is de aandacht er op gevestigd door een ingezonden stuk van Prof. Burger in de N.R.Ct. van 27 Nov. Het Dagel. Bestuur heeft er over beraadslaagd. De algem. secretaris, de heer Roelfsema, heeft namens het Dagel. Bestuur een antwoord in de N.R.Ct. doen opnemen.

Na eenige gedachtenwisseling wordt de volgende motie aangenomen:

‘Het bestuur van Groep Nederland,
overwegende, dat een optreden als van de Studenten-Afdeeling Amsterdam op 22 November de belangen van het A.N.V. schaadt;
betreurt dat optreden ten zeerste.’

Punt IV. Antwoord van het Hoofdbestuur aan het Groepsbestuur op de motie betreffende den Stamdag. (Zie notulen van de vorige vergadering).

Het antwoord komt hier op neer, dat aan een goede uitvoering van den Stamdag te veel practische bezwaren in den weg staan en laat in het midden of de zaak bij 't Hoofd- dan wel bij het Groepsbestuur thuisbehoort.

De voorzitter deelt mede, dat de toelichting in het verslag der Hoofdbestuursvergadering in Neerlandia wordt opgenomen en vraagt of het nu niet mogelijk zou zijn, dat het Groepsbestuur aan de Afdeelingen eenige sprekers aanbeveelt, die over onderwerpen betreffende de Vlaamsche en Afrikaansche zaak een voordracht zouden kunnen houden. De Afdeelingen zullen na zulk een aanbeveling er spoediger toe overgaan; ook zouden ze een ondersteuning uit de Groepskas er voor kunnen krijgen.

Sommige leden betreuren het, dat de Stamdag niet doorgaat, daar zij hem wel mogelijk achten, maar verklaren zich toch voor het nieuwe voorstel.

Besloten wordt, dat het Dagel. Bestuur een onderzoek zal instellen in hoeverre het mogelijk is sprekers over de verschillende stroomingen te vinden.

Punt V. Vergadering voor Statutenwijziging en Algemeene Jaarvergadering.

De voorzitter deelt mede, dat de Statutenvergadering van het Verbond uitgesteld moet worden op verzoek van de Vlamingen, daar deze niet willen, dat er zonder hen en dan bij zulke onzekere toestanden over hen wat ook besloten wordt.

De gewone Jaarvergadering kan in Maart plaats hebben. Voor 't Hoofdbestuur treden af de heer Dr. H.F.R. Hubrecht, de heer N.J. Roelfsema en de heer Mr. A.A.H. Struycken, die reeds bedankt heeft.

Voor 't Groepsbestuur treden af, of hebben reeds bedankt de heeren Dr. W. van Everdingen, Prof. Mr. A.A.H. Struycken, Dr. P.V. Sormani, Prof. Dr. L. Knappert en F.A. Hoefer.

Bovendien heeft spr. zelf bij zijn laatste benoeming gezegd, dat hij deze slechts voor een jaar aannam.

Punt VI. Voorstel tot het houden van een vergadering met de Afdeelingsvoorzitters en de leden van den Raad van Bijstand.

De meerderheid acht zulk een bijeenkomst in de gegeven omstandigheden van weinig nut.

De voorsteller zal later op deze zaak terugkomen.

Punt VII. Benoeming der Propaganda-Commissie.

Alle door Afdeeling Zwolle voorgestelde leden worden zonder hoofdelijke stemming benoemd, te weten:

Mevr. W. van Hooff-Gualthérie van Weezel, Deventer; Prof. Mr. J.A. van Hamel, Amsterdam; A.N.J. Fabius, Bussum; Jhr. Dr. C.G.S. Sandberg, Haarlem; Mr. H.v.d. Rivière, Groningen; Mr. Dr. E.v. Ketwich Verschuur, Zwolle en S.L.v.d. Vegte, jur.-cand. aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, tijdelijk te Zwolle.

Punt VIII. Opheffing van enkele Afdeelingen.

De secretaris deelt mede, dat de Afd. Fivelingo slechts 5 leden, de Afdeeling Kampen 8 leden telt; dat het dus beter is de Afdeelingen op te heffen en de leden bij Groningen en Zwolle te voegen. Van de Jongel.-Afdeelingen Maastricht en Hellevoetsluis wordt niets meer gehoord.

Besloten wordt de laatste twee Afdeelingen op te heffen. In de Afdeeling Fivelingo en Kampen zal nog eens gepoogd worden nieuw leven te wekken.

Punt IX. Steun voor Volksopbeuring in Vlaanderen.

Besloten wordt een oproeping in Neerlandia te plaatsen voor dat doel.

Daar niets meer aan de orde is, sluit de voorzitter de vergadering.