Waarom niet.
Begrijpelijkerwijs is het een raadsel voor tal van leden van ons Verbond, hoe het mogelijk is dat in deze tijden Neerlandia doet alsof er b.v. geen Vlaamsche beroeringen waren. Elke courant schrijft er over en juist het blad, dat het eerst in aanmerking komt om voor te lichten, zwijgt als het graf. En men zoekt naar de reden. De een vindt haar in bangheid om zich aan koud water te branden, de ander, meer welwillend, noemt haar overdreven voorzichtigheid.
De Redactie antwoordt: bangheid is het niet; overdreven voorzichtigheid ook niet; wel voorzichtigheid in overeenstemming met bestuursplicht. Overwogen, onderzocht, besproken is het op alle mogelijke manieren, nu onlangs weer, maar het is steeds ondoenlijk gebleken om Neerlandia ook maar op een kier te zetten voor artikelen of persoverzichten over Vlaanderen, zonder dat er scheuring komt in het Verbond. En dat moet voorkomen worden, met opoffering van eigen voorkeur. Wij leden van het Verbond moeten er in berusten, dat het niet anders kan; dat we hoe ongaarne ook, het mindere willen offeren aan het meerdere. Men moet bedenken, dat de Redactie niet uit voorliefde een afzijdigheid beoefent, die volgens haar vaste overtuiging, hoe jammer ook, voorloopig nog onvermijdelijk is. Zoodra de tijd van spreken komt, zal Groep België zelf wel spreken.
De kwestie is, dat op dit oogenblik een onoverkomelijke kloof bestaat tusschen de Belgischgezinde Vlamingen en de aanhangers der politiek van de Vlaamsche Post, voorheen en thans. Dat is niet een verschil in graad, maar in wezen. Dat gaat zoo ver, dat van den kant der Belgische Vlamingen niet alleen elke gemeenschap, schriftelijk of mondeling, met die anderen beslist wordt geweigerd, maar dat zij zich tegen ieder keeren, die die anderen zouden willen voorstellen als hunne gelijkberechtigden. Zij zien de kloof zoo diep, zoo dreigend, dat het volgens hen krankzinnigenwerk zou zijn daarover een brug te willen slaan. Voor hen bestaan eenvoudig de Vlaamsche Postmannen niet. Het is aan de Redactie gebleken, dat indien Neerlandia een samenvatting ging geven van den stand der zaken en daarbij ook putte uit b.v. De Vlaamsche Post, dit ‘alle loyale Vlamingen zou aansporen tot een krachtdadige protest-beweging tegen het orgaan van het A.N.V.’
Nu zullen er ongetwijfeld Nederlanders zijn, die denken: ‘nu goed, dan protesteeren zij maar; wij hoeven ons daar niet aan te storen; wij vragen enkel onpartijdige voorlichting, omdat wij graag op de hoogte willen zijn en blijven; wij begeeren geen partijkiezing en daarom juist stellen wij er prijs op van alle kanten het voor en tegen te hooren.’
Dat standpunt klinkt redelijk; van Nederlandschen kant is daar niets tegen te zeggen. Even goed als Groep België haar eigen rubriek heeft in Neerlandia, heeft Groep Nederland daar recht op. Maar op dat recht heeft die Groep nooit gestaan. Nooit heeft zij gelijk België een verantwoordelijke Redactie voor haar rubriek aangewezen, verplicht om de maandelijksche bijdragen te verschaffen. Dat zou wel het geval zijn geworden als de zetel van het Verbond en zijn orgaan, in België was gebleven. Dan zou ook daar de leiding van Neerlandia en die van het Verbond ineen zijn gesmolten; België zou de hoofdgroep zijn geweest. Nu echter is Nederland de spil waarom de Nederlandsche stam draait; het is het echte moederland, dat rustig, zonder bedreiging van binnen noch van buiten, zijn gedegen Nederlandsche leven leidt. Belangen als Vlaanderen of Zuid-Afrika heeft het voor zich zelf niet; het leeft met de Nederlanders in die landen mee, maar weet door ervaring, dat het hen den eigen strijd voor staatkundige, geestelijke en zedelijke rechten, zonder eenige inmenging zelf moet laten uitvechten. Het gevolg is, dat Groep Nederland geen behoefte heeft gehad aan een afzonderlijke rubriek, althans die behoefte nooit heeft geuit.
Nu was het de Redactie van Neerlandia sinds het begin van den oorlog bekend, dat Groep België volle aanspraak bleef maken op haar rubriek; het Vlaamsch terrein in Neerlandia was haar terrein, waar een ander uitdrukkelijk af moest blijven. Maar zij liet dat terrein ongebruikt, tengevolge van bekende overmacht. De leden dier Groep, tijdelijk in ons land aanwezig, konden evenmin met gezag optreden, omdat het bestuur der Groep, hoe ook in den druk, nog altijd onveranderd in België was blijven bestaan