Zuid-Afrika
Afdeling Kaapstad.
In De Burger van 17 Sept. j.l., komt het volgende verslag voor van een avond-bijeenkomst, gehouden voor leden en vrienden van het A.N.V.:
‘Er was een honderdtal dames en heeren aanwezig, die verwelkomd werden door Dr. Fruin. Door de goede zorgen van mevr. Loopuit en andere dames, zag alles er feestelik en gezellig uit en was dan ook de geiegenheid wel biezondere aandacht waardig, want 't Algemeen Nederlands Verbond wilde de onlangs plaatsgevonden verjaardag van H.M. de Koningin der Nederlanden, alsnog op feestelike wijze herdenken en daartoe was deze avond uitgekozen. Krachtig werd het ‘Wien Neêrlands bloed’ door de aanwezigen gezongen, op de piano begeleid door mej. A. Hoogendoorn. Daarop gaf de heer C.J.L. Ruysch van Dugteren zijn aangekondigde voordracht over ‘Holland's toekomst’. Onafhankelik van het welgekozen onderwerp moet men deze bekwame spreker gehoord hebben, om ten volle te beseffen, hoe de aanwezigen van de door de heer Ruysch van Dugteren gesproken woorden genoten. De gehele voordracht was een voorbeeld van de macht en de kracht onzer Nederlandse taal, wanneer zij door een bevoegde redenaar wordt gebruikt. Ook wat de door de heer Van Dugteren geuite geheel oorspronkelike gedachten betreft, waren zijn woorden uiterst leerzaam en zonder twijfel voor velen een openbaring.
Het was meer dan applaus, dat de heer Van Dugteren ten deel viel. Een gevoel van oprechte erkenning ging van de aanwezigen tot hem uit. Nadat de pauze op aangename wijze was doorgebracht, zong men met geestdrift het ‘Vlaggelied’ en ‘Wij leven vrij’, weer begeleid door de muziek van mej. Hoogendoorn, waarna het bekende trio, de heren J. Luyt, P. de Beer en W. de Hoog, op hun gewone meesterlike wijze enkele nummers ten gehore brachten.
Na enige hartelike woorden door Dr. Fruin, in verband met deze biezondere feestviering en van dank aan hen die tot het welslagen hadden medegeholpen, zongen de aanwezigen het oude en nooit verouderde ‘Wilhelmus’.
Oud President Reitz en de Konsul-Generaal der Nederlanden hadden doen weten, dat zij verhinderd waren aanwezig te zijn.
De Vice-Konsul der Nederlanden, de heer Loopuit, was tegenwoordig en verder de heer Fred. Dormehl (sekretaris), de heren Wartena, Bremer, Van Rhijn, Van Heerden, en vele anderen.