West-Indië
Algemeene Vergadering der Groep Nederlandsche Antillen.
Donderdag 27 Mei hield deze Groep haar Algem. Vergadering, onder leiding van den onder-voorzitter Pater Wahlen, daar de voorzitter, de heer Gorsira, door een auto-ongeval verhinderd was.
Behalve de huishoudelijke bezigheden, waaronder de voorlezing van het hieronder volgend jaarverslag, was de avond gewijd aan een voordracht over Rembrandt, waartoe luitenant Vreede, die er den laatsten avond van zijn verblijf op Curaçao aan wilde geven, zich bereid had verklaard.
Op onderhoudende wijze vertelde spreker over de ouders van Rembrandt, over zijn opvoeding, leerschool, levenswijze, over alles wat had medegewerkt om hem te vormen. Het mooiste was wel, dat Rembrandt spoedig genoeg had van iedere school en leering en zich zelf vormde. Dat is de ware grootheid van Rembrandt, dat hij steeds zich zelf heeft willen geven, en steeds heeft willen volgen zijn eigen aandrang en inborst, zijn eigen inzicht van zaken. Deze groote glorie van Rembrandt werd ook zijn grootste ongeluk. Hij werkte niet volgens bestelling en voldeed zijn lastgevers niet. De zoogenaamde Nachtwacht was de oorlogsverklaring van Rembrandt. De rijke Patriciërs van Amsterdam wilden een portret, maar Rembrandt maakte van het portret een schilderij, een visioen van licht en kleuren. Maar de in de schaduw gestelden wilden meer in het zonnetje gezet worden en zoo kwam er misnoegen en tegenwerking. Rembrandt had echter zulk een gelukkige levensopvatting, dat al die tijdelijke ellende, gebrek aan waardeering, de dood van Saskia, zijn veel geliefde echtgenoote, het verlies zijner goederen, de voortdurende oorlogen rondom hem, hem niet konden deren; hij schilderde door, kracht scheppend en moed uit de zonnige vroolijkheid in zijn ziel.
Alleen de verzwakking van zijn gezicht hinderde hem in latere jaren. Maar ontroerend is het zijn schilderij van Homerus te zien, den blinden dichter, een werk uit de dagen, dat Rembrandt zelf het gezicht verloor.
Verschillende lichtbeelden helderden de lezing op. Ook waren vele afbeeldingen van Rembrandt's schilderijen ter beschikking der Groep gesteld.
De voorzitter bracht den spreker dank; deze lezing werd het Curaçaosche publiek aangeboden als een tegenbeleefdheid voor de welwillendheid door de Marine tijdens haar verbliji hier op Curaçao ondervonden.
Bizonder aangenaam was het Pater Wahlen, dat de spreker goed had doen uitkomen, dat Rembrandt's kracht voortkwam uit zijn innerlijk geloof. Rembrandt zag de wereld als een wondere schepping