Afd. Chicago.
Aan het jaarverslag, dat opent met een beschouwing over Nederland en den oorlog, en een betuiging van ingenomenheid met zijn eervolle houding, is het volgende ontleend:
De Universiteit van Chicago heeft na tweejarige proef, den Nederl. Leerstoel weer opgeheven. Als eenige reden werd opgegeven, dat voor dien stoel geen fondsen beschikbaar waren. Natuurlijk dat dit voor ons geen geringe teleurstelling was, na zooveel werk er voor verricht te hebben. Toch geven wij den moed niet op. Van achteren gezien was het een fout van ons, dat wij aan eene private Universiteit dien stoel zochten geplaatst te krijgen. De plaats daarvoor is aan eene Staats-Universiteit, dewijl wij als burgers dan eenige aanspraak er op kunnen maken. Zoo wendden wij ons oog naar de Universiteit van Illinois. Temeer deden wij dit, omdat Dr. James, die president daarvan is, zeer met het denkbeeld was ingenomen en ons raadde een petitie voor dat doel met een 2 à 3000 handteekeningen in te zenden. Ieder begrijpt, dat ons dat geen tweemaal behoefde gezegd te worden. Wij togen aan den arbeid en slaagden, zoodat wij 16 April de petitie konden overhandigen. Daar Dr. James afwezig was, werd de petitie aan den vice-president, Dr. Kanney, gegeven.
Ook deze heer toonde zich der zaak genegen, beloofde de petitie bij de ‘trustees’ te zullen indienen en gaf ter aanmoediging hoop op eenige goede uitkomst, daar de ‘trustees’ reeds een besluit hadden genomen om van de Germaansche talen bijzondere studie te maken met het oog op de historische bronnen, die van beteekenis en invloed op ons land zijn geweest. Ook een later schrijven van Dr. James was in denzelfden geest. Toch hebben wij nog geen uitslag ontvangen en zijn daarom niet zonder zorg. Het zou jammer zijn, indien wij niet slaagden, daar er in andere Staten naar hetzelfde doel gestreefd wordt, en, naar het zich laat aanzien, niet zonder vrucht.
Openbare vergaderingen. De eerste had plaats 24 Febr.: Gedachtenwisseling over ‘De aanschaffing der Republiek en de instelling van het Koningschap, een zegen voor Nederland’; twee voordrachten ‘Aan den Rijn’ (Borger) en ‘De kunstenaar en zijn publiek’ (De Genestet), alsmede het komische muziekstuk ‘A B C’ werden door een 50-tal personen met genoegen aangehoord. De tweede vergadering werd gehouden 10 Juni. De zaal was vol en met belangstelling werd geluisterd naar beschouwinen over ‘Vrouwenkiesrecht’, alsmede naar 3 voordrachten ‘Paaschzang’ (Beets), ‘Neêrlands' taal’ (Bilderdijk) en ‘Aan Da Costa’ (Bilderdijk). Een en ander werd afgewisseld met gezang der plaatselijke zangschool.
Het bestuur heeft geregeld zijne vergaderingen gehouden.
Het ledental bedraagt 34. Als nieuw lid mocht geboekt worden onze nieuwe consul John Vennema, wien het bestuur bij zijn benoeming een gelukwensch had gezonden.
De verstandhouding tusschen het Hoofdbestuur en onze Afdeeling laat niets te wenschen over. Wij ontvanen steeds extra-nummers van Neerlandia, die wij gaarne ter beschikking stellen als propagandamiddel.
H. JACOBSMA.