Leeskamer en Boekerij van 't A.N.V. te Kaapstad.
Verleden jaar in Juni stelde het bestuur der Afd. Kaapstad aan de leden voor een Leeskamer te openen, ten eerste om het publiek, dat belang stelt in onze taal, de gelegenheid te geven inzage te nemen van Ned. en Afr. kranten en tijdschriften en ten tweede om de boekerij van 't Verbond, die jaren lang in 't oude Verbondszaaltje weggesloten was geweest, weer open te stellen. De vergadering keurde het voorstel goed en er werd besloten een proef te nemen. Het Verbond zou maandeliks £ 1.15 bijdragen in de kosten. Een geschikte, hoewel kleine, nu reeds te kleine kamer werd gevonden op de 1ste verdieping van de Hofmeyrkamers in Adderleystraat en met medewerking en hulp van enige belangstellenden, was de inrichting spoedig klaar.
De lezers, die 's avonds gebruik maken van het helder verlichte vertrek, rusten spoedig uit op de gemakkelike stoelen en danken dit aan de vriendelike bijdrage van den heer v.d. Horst. Dat de tafel niet stevig genoeg is, zal wel niemand durven beweren; hij is een goede reclame voor 't degelik werk en de bereidwilligheid van den heer Hesse Jr. De boeken prijzen steeds den heer Benning om zijn belangstelling in ze. Ze verhuisden van een sombere kast naar een vrolik boekenrek en voelen zich heel wat beter zonder de stoflaag en de gedwongen rust. En toen ze enkele weken geleden met een honderd kameraden vermeerderd werden en het wat benauwd kregen, behoefden ze slechts hun klacht aan den heer Benning bekend te maken om dadelik meer plaatsruimte te krijgen. Waarlik, er zijn wèl belangstellenden onder de Nederlanders en Afrikaners in Kaapstad, als men hen maar weet te vinden.
De heer v. Oordt v. Lauwenrecht en onze voorzitter steunden ons nog met een geldelike bijdrage, wat ook de inrichting zeer ten goede kwam.
Werd de Leeskamer in 't begin weinig bezocht, langzamerhand met meerdere bekendheid, komt meer bezoek. De lezers zijn zeer ingenomen met de lek tuur en geven steeds hun verwondering te kennen, dat betrekkelik nog zo weinigen gebruik maken van onze boekerij.
Onze verwachtingen waren niet te hoog gespannen. We weten dat er in dit land van blauwe luchten en zonneschijn betrekkelik weinig gelezen wordt en er zal hier wel nooit een leeslust komen als in koudere streken.
En dan die overstroming van Engelse boeken!
Uit gewoonte leest men Engels en zo wordt het met het Hollands gauw: onbekend maakt onbemind. Ook doen vele scholen nog zo weinig aan 't Hollands, dat vele Afrikaners 't moelik vinden Nederlands te lezen.
Maar wij hebben ook Afrikaanse boeken!
Is de litteratuur van ‘Groot Nederland’ niet de Vlaamse, Nederlandse en Afrikaanse letterkunde?
Dezer dagen vroeg ik een jongmens: ‘Lees je wel eens?’
‘Ja, moar dan moar altijd Engels. Hollands is moar banje swoar.’
‘Wil je niet eens een Afrikaans boek? En ik liet hem er een zien.
‘Ja, dàt lijk ik!’
En nu een verzoek aan Afrikaanse leden:
Helpt ons aan Afrikaanse boeken! Onze geldmiddelen veroorloven ons nog niet veel nieuwe boeken aan te schaffen. Toch is onze boekerij reeds zeer vermeerderd: 86 kregen we er uit Nederland van de Boeken-Commissie van het A.N.V., 35 in bruikleen van den heer v.d. Horst, 45 in bruikleen van de redactie van Ons Land en 40 van de bibliothecares, terwijl wij ons 30 aanschaften.
Maar niet één Afrikaans boek werd ons toegezonden.
Dan een oproep aan de ouders! Stuurt toch Uwe kinderen Zaterdagmorgen tussen 11-12½ naar de Leeskamer! We hebben zulke prachtige kinderboeken. Van school krijgen ze nooit een Hollands boek mee naar huis. Moeten ook Uwe kinderen, evenals velen van U zelf, uit gewoonte alleen Engels lezen?
Ten derde nog een vriendelik verzoek aan de leden, die zo welwillend zijn ons bladen toe te zenden, waarvoor wij hierbij nog eens onze dank betuigen. Dringend vragen wij nog eens, die bladen geregeld toe te zenden.
De Leeskamer kan niet vooruitgaan, als wij niet geregeld voor nieuwe lektuur zorgen. Men moet er op kunnen rekenen zijn krant of tijdschrift daar te vinden.
Moge de Leeskamer 't zijne bijdragen tot instandhouding van 't Holl. en Afr. in dit uitgestrekte land, waar waarlik wel plaats is voor meer dan één taal.
W. MAAS, Bibliothecares.