Zuid-Afrikaansche gasten.
Indrukken van den eersten dag.
Van 16-24 Juli l.l. heeft ons land het bezoek gehad van de ruim 50 Zuid-Afrikaansche landbouwers, die door de Union Castle-lijn als gasten zijn uitge noodigd tot een bezoek aan Engeland, waar zij met de meeste gulheid en de aantrekkelijkste gastvrijheid zijn ontvangen en onthaald. Wat Engeland aan prachtig vee en indrukwekkenden landbouw heeft kunnen toonen, dat is hun voor oogen gebracht. De Koning en Koningin hebben hen in Windsor vriendelijk ontvangen en hun bestuur persoonlijk toegesproken. In het bezit van de zege, is de overwinnaar overstelpend geweest met vriendschapsblijk. Engeland is zoo grootmoedig na de uitwerking van zijn verpletterende kracht; dit ondervinden de Boeren wel.
Van Engeland op eens in het veel kleinere Nederland is een groote overgang. Toch wat de Zuid-Afrikaners hier zagen, dat stond hun in menig opzicht nader. De vruchtenkassen bijvoorbeeld ginder gezien, op de beroemde kasteelterreinen van schatrijke Lords, hebben zij bewonderd, maar het was niet de vruchtenteelt zooals zij zelf zich haar denken. Zij zijn mannen die landbouw drijven in den meest veelzijdigen zin, om geld te verdienen, niet uit liefhebberij. Hier in het Wesland zagen zij reeds den eersten dag van hun bezoek de druiven, die niet enkel als oogenlust dienst moeten doen, maar zoo weinig mogelijk moeten kosten om zooveel mogelijk op te brengen. Die druiven zijn ‘bezigheid’, geen ‘hobby’, en juist voor leering in hun bezigheid zijn de Boeren gekomen. Daarom hoeven wij Hollanders niet bang te zijn dat zij hier niet veel zullen vinden, dat hun bijblijft, veel zelfs als verrassende openbaring. Want het woord dat onze Minister van Landbouw aan het gastmaal in Den Haag, den dag van hun aankomst, onder luide toejuiching, van de Boeren met het hoor! hoor! of hear! hear!, heeft gesproken, sloeg in: Op gebied van landbouw en veeteelt doet Holland voor geen land ter wereld onder.
Dat gastmaal droeg een sterk Hollandsch karakter, al hoorde men van enkele sprekers uit kieschheid tegenover eenigen onder de gasten, gedeeltelijk de Engelsche taal. Van de 52 Zuid-Afrikaners waren er maar drie, die geen Afrikaansch, wat evenwel nog geen Hollandsch is, verstonden. Tegenover dezen en