Neerlandia. Jaargang 18
(1914)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVerslag over 1913.Algemeene opmerkingen.Wanneer wij ons wederom zetten tot het geven van een kort verslag onzer wederwaardigheden in het afgeloopen jaar, moeten wij beginnen met de mededeeling, dat weliswaar de samenstelling der Boeken-Commissie geen wijziging ondergingGa naar voetnoot*), doch dezer dagen daarin een belangrijke verandering komen zal. Op 20 December 1913 toch vereenigde de vergadering van het Hoofdbestuur zich met de voorstellen onzer Commissie, in hoofdzaak ten doel hebbend een directeur te benoemen, die de leiding der zaken in handen heeft, en die rechtstreeks verantwoordelijk zal wezen aan het Hoofdbestuur. Aanleiding tot deze ingrijpende wijziging is geweest de zich al meer opdringende overtuiging, dat het bedrijf - zooals onze arbeid inderdaad op het oogenblik gekenschetst mag worden - onzer zeer talrijke en verschillende werkzaamheden onder leiding van één persoon behoorde te komen staan, die met de medewerking van tal van | |
[pagina 129]
| |
anderen, voor de onderdeelen van het Werk, voor den geregelden en goeden gang van zaken verantwoordelijk zij. Voorzeker zouden wij voor den verrassend snellen en gezonden groei onzer Boeken-Commissie geen beter getuigenis kunnen aanbrengen dan dit - voorshands nog voorloopig en onvolledig - bericht! Mogen de volgende mededeelingen en cijfers dien indruk nog versterken! | |
Voordrachten.Door bijzondere omstandigheden was het aantal voordrachten, in den loop van 1913 en de eerste maanden van 1914 door ondergeteekende gehouden, niet zoo groot als anders. Toch bedroeg het nog 10 en wel: te Middelburg (A.N.V.), Antwerpen (A.N.V.), Rotterdam (A.N.V., Jongel.), Rotterdam (Volksonderwijs, Nut), Schiedam (A.N.V.), Apeldoorn (A.N.V.), Utrecht (A.N.V., Jongel.), Alblasserdam (Nut), Wormerveer (A.N.V.), Assen (A.N.V.). Te zamen, sedert Mei 1907, toen ‘van Alkmaar de victorie begon’, 45 voordrachten, hier te lande en in België. | |
Begunstigers en bijdragers.Evenals altoos het geval was: onze voordrachten hebben zeer veel tot het verhoogen van ons ledental bijgedragen, ofschoon ditmaal nog een andere factor van groote beteekenis geweest is. Wij richtten ons namelijk in het najaar schriftelijk tot een groot getal gegoede ingezetenen van Rotterdam - wij komen hierop nog later terug - en waren zoo gelukkig velen over te halen lid te worden, vaak voor aanzienlijke bedragen. Opnieuw zijn wij al onzen ouden en nieuwen leden ten zeerste erkentelijk voor hun onmisbaren steun! Daartoe rekenen wij ook de tientallen belangstellenden, in en buiten het Verbond, die ons geregeld hun couranten en tijdschriften toezenden en trouwens allen, die ons met boeken-zendingen verblijden! In de eerste plaats al die wakkere Afdeelingen A.N.V. en hun sub-Boeken-Commissies! Hun getal neemt nog voortdurend toe en is ons een bewijs, dat wij ‘erin zijn’. Nog maar enkele Afdeelingen bewaren het stilzwijgen op onze herhaalde verzoeken om steun of de gelegenheid eens op te treden. Nergens, waar een voordracht gehouden werd, was het resultaat nihil of zelfs poover: wij zijn dankbaar - en voldaan! Bijna dagelijks blijkt 't ons, hoe ons Werk meer en meer om zich heen grijpt en - de eenige reden tot bezorgdheid is gelegen in de gedachte, hoe wij op den duur den arbeid zullen kunnen blijven volbrengen, waar de Boeken-Commissie den gehéélen mensch gaat opvorderen tot haar dienst. Was het getal leden bij de verschijning van het vorig verslag tot 345 gestegen, op dit oogenblik bedraagt het 425, een wederom aanzienlijke uitbreiding derhalve. Hiervan zijn 282 leden A.N.V., 143 nietleden. Zooals wij niet ophouden uiteen te zetten, is vooral geldelijke steun zoo gewenscht, omdat wij daardoor in staat gesteld worden te koopen, wat voor ons doel - zoo verschillend naar den aard der te stichten Boekerijen - het meest geschikt is. Voor belangstellenden zijn dan ook te allen tijde onze aangiftekaarten, leeswijzers, werfboekjes, jaarverslagen enz. verkrijgbaar, die een duidelijk beeld geven, zoowel van den stand onzer werkzaamheden, als van het terrein, waarop wij arbeiden, de leden, die ons reeds steunen, de boeken en tijdschriften, die wij het liefst ontvangen enz. | |
Tentoonstellingen.Meenden wij het vorig jaar die belangstelling ook te zullen opwekken door onze inzendingen te Amsterdam en te Gent, onderscheidenlijk op de E.N.T.O.S. en de Wereld-Tentoonstelling, hierin zijn wij vrijwel teleurgesteld. Vooral de deelneming op de eerstgenoemde, die ons aanzienlijke kosten deed maken, bracht ons teleurstelling. Intusschen betuigen wij onzen dank aan de jongelieden, leden van de Afdeeling A.N.V., Jong Nederland, te Amsterdam, die zoo vriendelijk waren om beurten de wacht te houden op enkele drukke dagen in de zomermaanden bij onze uitstalling tot het geven van inlichtingen enz. Ook mogen wij getuigen naderhand soms onverwachts te hebben ervaren, dat al onze moeite niet te vergeefs geweest is: bekendheid te geven aan onzen arbeid was dan toch mede een voorname reden tot deelneming geweest. Wij mogen intusschen van dit punt niet afstappen, vóór wij onzen hartelijken dank betuigd hebben aan den heer Jan W. te Winkel te Amsterdam, sedert benoemd tot onzen Vertegenwoordiger aldaar, voor de buitengewone moeite, die vooral hij zich getroost heeft voor die uitstalling, nadat hij reeds vele jaren lang tot onze warmste en ijverigste leden behoord had! Een oproeping in Neerlandia om steun voor die inzendingen had hoegenaamd geen gevolg. De eenige bijdrage, die wij in die dagen mochten ontvangen voor onze buitengewone uitgaven, kwam... uit Zuid-Afrika! | |
Werkkring.I. Zeemanshuizen en Nederl. kolonies.Bij de 263 adressen, die wij 't laatst vermeldden in deze rubriek, zijn weer 26 nieuwe gekomen, zoodat wij nu met 289 in verbinding staan. De 26 nieuwe zijn vnl. te vinden te: Eine, Keulen, Madioen, Medan, Melbourne, Antwerpen, Sydney (3), Hamburg (3), Dunston, Düsseldorp, Weltevreden, Winnipeg, Londen en Lusambo. Bovendien zijn hierin begrepen de adressen onzer 6 correspondenten in Zuid-Afrika. Van die 289 adressen behooren er 75 aan Zeemans- en Schippershuizen; 16 aan Militaire Tehuizen; 52 aan kolonies in den vreemde; 38 aan Afdeelingen A.N. V in het buitenland; 6 aan plaatsen in Belg. Congo; 27 aan plaatsen in O. en W.-Indië; 31 aan Nederl. Vereenigingen in den vreemde; 44 aan andere lichamen. Het aantal wekelijks of maandelijks te verzenden bladen en tijdschriften neemt nog voortdurend toe. In negen jaar tijds betaalden wij alleen voor de vracht dier zendingen bijna f 3400.-. De zeer gewaardeerde steun, bij dit gedeelte onzer taak geregeld van den kant van Z. Exc. den Minister van Buitenl. Zaken en de meer dan 100 consulaire ambtenaren ondervonden, verlicht onzen arbeid niet alleen, doch maakt dezen des te vruchtbaarder, zij het ook, dat onze zorgen steeds uitbreidenGa naar voetnoot1). Met groot genoegen gaan wij voortaan ook het Hospitaal-Kerkschip ‘De Hoop’ steunen - zooals wij reeds vroeger gewenscht hadden te kunnen doen. | |
II. Zuid-Afrika.De voorbereiding van onze grootsche plannen om, zonder onze eigen zendingen te staken, het debiet van Holl. boeken in dit land te helpen uitbreiden, is nog niet ten einde. Wel blijkt 't tot onze voldoening, dat de uitgevers hier te lande meer aandacht aan dit gewichtig punt gaan schenken, en niet minder verblijdend voor ons is het, dat zij daarbij verklaard hebben van verschillende onzer aanwijzingen een nuttig gebruik te kunnen maken. Nu zoowel de Vereeniging tot bevordering van de belangen des Boekhandels als de Nederlandsche Uitgevers-Bond ons met bijdragen steunen, zal samenwerking niet anders dan uitnemende gevolgen kunnen hebben. Groote vraagstukken staan hierbij echter op den voorgrond, die eerst allengs en geleidelijk een oplossing zullen kunnen vindenGa naar voetnoot2). | |
[pagina 130]
| |
Prof. Dr. G. Besselaar te Pieter Ma itzburg werd op ons verzoek bereid gevonden op te treden als onze tweede correspondent in Natal, waarvoor wij hem bij voorbaat onzen dank betuigen! Evenzeer danken wij onze andere correspondenten voor hun steun! | |
III. Oost- en West-Indië.Ofschoon wij zouden wenschen meer voor onze overzeesche bezittingen te mogen doen, verwachten wij op den duur ook hier goede vruchten te zien van onze bemoeiingen, die zich meer en meer gaan uitstrekken over alle deelen van dit uitgestrekt gebied. | |
IV. België.Telkens gaan ook naar dit land nieuwe kisten boeken en sedert korten tijd steunen wij krachtiger dan ooit de pogingen om in Belgisch Congo den Vlamingen goede lectuur te verschaffen, wat het te Antwerpen gevestigde Congo-Secretariaat A.N.V. ten doel heeft.
Daar is trouwens geen plekje in de wereld, hoe afgelegen ook, of wij zijn bereid, zoodra zich bij aldaar wonende Nederlanders of stamgenooten de begeerte openbaart leesstof in de moedertaal te ontvangen, dezen naar ons beste vermogen bij te staan. | |
Verzonden kisten.Er werden 94 kisten verzonden, waarvan niet minder dan 30 voor Zeemanshuizen bestemd waren. De overige gingen naar Zuid-Afrika, Hollandsche Vereenigingen, kolonies enz. Als altoos moeten wij al onze medewerkers in het Boekenhuis danken voor hun trouwe hulp! | |
Geldmiddelen.In den loop des jaars voorzagen wij, dat onze inkomsten ditmaal onze uitgaven niet zouden dekken. Wij hadden onverwacht groote uitgaven gekregen en even onverwachts bleven enkele inkomsten uit. Waar onze huishoudelijke rekening bovendien steeds stijgende bleef wegens de toenemende werkzaamheden, moesten wij bedacht zijn op middelen om voor dit jaar op buitengewone wijze in onze inkomsten te voorzien. Een verzoek om vaste of tijdelijke hulp, tot tal van stadgenooten en enkele vrienden onzer Commissie daarbuiten gericht, had buitengewoon geluk: wij ontvingen zooveel steun, dat ons dreigend tekort gedekt kon worden en wonnen nog tal van begunstigers en bijdragers tevens. Aan al dezen onze warme dank! Tegenover de enkele leden, die bedanken, staan de velen, die lid worden en blijven, en wier geestdrift voor ons Werk haast nog meer onze handen sterkt dan hun geldelijke bijdragen, hoezeer wij die ook waardeeren. En als wij dan terugzien op de bijna twaalf jaren, die achter ons liggen, dan veroorlove men ons op deze plaats een woord van bijzondere hulde te mogen brengen aan een onzer begunstigers, een der krachtigste gedurende die lange reeks van jaren: Dr. W.J. Leyds, wiens naam in verband met onzen prachtigen arbeid voor Zuid-Afrika steeds met eere genoemd zal behooren te worden! Trouwens - één blik op onze ledenlijst toont, hoe een keur van Nederlandsche vrouwen en mannen, over heel de wereld verspreid, voor ons Werk gewonnen is... Zij allen stelden ons in staat om in een twaalftal jaren de kapitale som van een halve ton gouds voor ons doel aan te wenden!... Met vertrouwen gaan wij voort... Het nationaal gedenkjaar, dat achter ons ligt, roept immers ook onze Commissie toe:
Gij zult handhaven!
VAN EVERDINGEN,
1e Secretaris-Penningmeester.
Rotterdam, Mei 1914. |
|