Het 33ste Taal- en Letterkundig Kongres te Haarlem
(26-29 Aug. 1914).
Aan alle Groot-Nederlanders!
Eindelik is de beurt aan Hollands Bloemestad, de stad van Hildebrand, Laurens Coster en Frans Hals. Wij hebben lang gewacht: vóór 12 jaar, te Kortrijk, nodigden wij U al uit ons te kiezen; maar nu eindelik dan toch kunnen wij U toeroepen, officiëel: Kom tot ons! De Bestendige Kommissie koos Haarlem en van de 26ste tot de 29ste Augustus hopen wij hier vele honderden stamverwanten bijeen te zien, om te getuigen van hun heilige wil de Nederlandse taal in ere te houden: om te luisteren naar wat hoogstaande mannen van ons gehele taalgebied ons te zeggen hebben; om te overleggen, hoe aanslagen op onze taal kunnen worden verijdeld; om, in één woord, gesterkt van hier te gaan en met moed de strijd voor het kostbaarste, wat we hebben, onze eigen taal, weer aantepakken.
Maar dát niet alléén: wij zullen trachten U ook van Nederlandse kunst te laten genieten, van toneel en zang, van ons beroemd orgel niet te vergeten, en met scherts en jok zullen de gezellige bijeenkomsten worden gekruid. Ook willen wij U de schoonheden van Haarlems oude gebouwen: raadhuis, vleeshal, Frans Hals-museum en hofjes met hun oude kunstschatten laten zien en U doen genieten van het heerlike duinlandschap; daarbij zullen wij de echt Nederlandse gastvrijheid beoefenen, onze kringen zullen voor U open staan en ons hartelik welkom zal geen zinledig woord zijn.
Zo wordt Uw gehele wezen gedurende die korte tijd in een Nederlands bad gedompeld en in vreugde met krachtbewustzijn verenigd - wie zijn taal in ere houdt, is sterk! - zullen allen zich verjongd gaan gevoelen, zoals geheel Nederland zich tegenwoordig verjeugdigt.
Immers voor ons, taalnationalisten, is het geen onverschillige zaak, dat er door onze landen een verfrissende wind waait door alle takken van ons volksleven. Het is geen jagen naar iets nieuws, maar naar iets ruimers, naar iets beters.
Oude knellende banden losser gemaakt, moedeloze dufheid afgelegd! Op bijna ieder gebied met moed aangepakt! Stastok alleen letterkundig gehandhaafd. Jan Salie afgelost door Jan Courage. Die geest, duidelik merkbaar al in Conscience, Potgieter en Huet, is over onze stam vaardig geworden. Hij komt tot ons uit de zeventiende eeuw der Noord-Nederlandse gewesten. Die geest moet ook ons Kongres bezielen; die frisse wind door onze taalstrijd varen.
Kom dus einde Augustus tot ons: Groningers en Zeeuwen, Friezen, Vlamingen en Limburgers, Nederlands-sprekenden van Delfzijl tot Duinkerken, van Kaapstad tot Zambezi, uit Oost en West, uit het Merendistrikt en de Rijnprovinsie, uit Londen, Hamburg, Parijs, Sint Petersburg, van overal!
Kom U hier samenhorig gevoelen, doordat gij allen afstamt van- of woont in de Lage Landen bij de zee.
Uit dat gevoel spruit jeugdige kracht.
Haarlem, Febr. 1914.
J.B. SCHEPERS.
N.S. Het ‘Comité tot stichting van een Hildebrand-Gedenkteeken te Haarlem’ denkt in die dagen een Beets-tentoonstelling in orde te brengen van de modellen, die bekroond zullen zijn door de jury. Onze Regelings-Kommissie heeft zich bij die plannen aangesloten; 't is een aantrekkelikheid te meer voor Haarlem, voor 't Kongres.