afdeelingen zijn van twee groote houtkooperszaken hier in Nederland.
En wat de scheepvaart betreft onder Nederlandsche vlag, uit het hieronder volgende lijstje blijkt, dat wij geen slecht liguur maken.
Jaar 1913. |
|
|
|
1. |
Noorwegen met 172 stoomschepen. |
|
2. |
Duitschland met 118 stoomschepen. |
|
3. |
Engeland met 98 stoomschepen. |
|
4. |
Nederland met 76 stoomschepen. |
|
5. |
Zweden met 48 stoomschepen. |
|
6. |
Denemarken met 29 stoomschepen. |
|
7. |
België met 19 stoomschepen. |
|
8. |
Frankrijk met 1 stoomschepen. |
|
_____ |
|
Totaal: 561 stoomschepen. |
Hierbij moet dan nog in aanmerking worden genomen, dat in doorsneê de inhoud van onze schepen grooter is dan die van de Duitsche en Noorsche, hoewel deze landen wat aantal schepen betreft boven Nederland staan. Nederland zou dus misschien wat tonneninhoud betreft een nog betere plaats innemen, maar wij staan dan toch in ieder geval als nummer vier, wat aantal betreft.
In Augustus van dit jaar waren in Archangel op éénen dag zelfs 21 Nederlandsche stoomschepen tegelijk in lading, een aantal, dat beteekenis heeft, - te meer daar de Nederlandsche schepen van Archangel bijna uitsluitend op Amsterdam, Rotterdam en Zaandam varen.
Onze houthandel met Archangel is dan ook tegenwoordig zeer belangrijk.
Naar Groot-Brittanië wordt het meeste hout uitgevoerd, maar dan komt ons land in de tweede plaats.
In de haven zag ik ook verschillende sleepbooten, baggermolens en zandzuigers, die in Nederland waren gebouwd.
Ik hoop dat de Nederlandsche betrekkingen met deze noordelijke haven zich in de toekomst steeds verder zullen ontwikkelen en dat er mettertijd een bloeiende Afdeeling van het A.N.V. gevonden zal worden.
Hoogachtend,
Amsterdam 21/12 '13.
W.C. BONEBAKKER.