Neerlandia. Jaargang 17
(1913)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMededeelingen en allerleiEen wereldberoemd Nederlander.Professor Dr. C. Snouck Hurgronje, Hoogleeraar aan de Leidsche Universiteit, werd door het ‘American Committee for Lectures on the History of Religions’ uitgenoodigd tot het houden van voordrachten in verschillende wetenschappelijke instellingen in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika. Die voordrachten zullen tot onderwerp hebben de ontwikkeling van den Islam; de stof zal voor ieder van de instellingen, waar de hoogleeraar zich zal doen hooren over vier onderdeelen worden verdeeld:
De plaatsen waar Prof. Snouck Hurgronje tusschen half Januari en half Maart 1914 vermoedelijk zal optreden zijn: Columbia University (N.-York), Princeton University (Princeton N.-Y.), Lowell Institute (Boston), Hartford Theological Seminary (Hartford, Connect.), University of Pennsylvania (Philadelphia), Johns Hopkin's University (Baltimore), Meadville Theological Seminary (Meadville, Penn.), University of Chicago (Illinois), en University of Michigan (Ann Arbor, Mich.). Geeft deze uitnoodiging blijk van verlangen naar degelijke voorlichting, tevens blijkt er uit dat men ook in een ander werelddeel weet tot wien zich daarvoor te wenden. De naam Snouck Hurgronje is een wereldnaam. | |||||||||
Taalzuivering in Holland.Zij, die wel klagen - wij hooren er zelf onder, bij wijlen - dat er in onze taal al te veel overbodige vreemde woorden voorkomen, zullen er wel raar van opkijken, dat er vreemdelingen zijn die onze taal, bij de hunne vergeleken, ongemeen zuiver vinden. Wij hoorden het eens een Noor zeggen die onze taal goed kent, en hij noemde dadelijk een reeks voorbeelden van nagenoeg internationaal gebruikte woorden, waarvoor wij eigen Hollandsche woorden hebben. En toen we er op gingen letten, troffen ons in het Noorsch inderdaad tal van ongermaansche woorden, die wij niet of niet meer gebruiken, of althans behoeven te gebruiken. Het is niet van vandaag of gisteren, dat Hollanders op zuiverheid van taal gesteld zijn. Taalzuiverende neigingen hebben wij in verschillende tijdperken van de laatste eeuwen gehad, waarop dan wel weer een tijdperk van het binnenhalen van ‘vreemden tooi’, met name het Fransch, volgde, zoo de twee stroomingen niet gelijkelijk gingen. Hoe het zij, in den aanvang van de 19e eeuw schijnen wij in Duitschland als de taalzuiveraars bij uitnemendheid te boek te hebben gestaan. Bij het lezen van Jean Paul's Fragmente über die deutsche Sprache (Vorschule der Aesthetik II, Programm XV) trof ons althans deze uitspraak: ‘Bij de Hollanders - de grootste puristen (zuiver-sprekers) van Europa, die volgens Holberg tegenover alle vreemde godsdiensten zoo verdraagzaam zijn als onverdraagzaam tegenover vreemde woorden - zouden wij, naar het voorbeeld van Hermes, Campe en Affsprung, menige al gereed staande verduitsching (verdietsching) van ons onduitsch kunnen gaan halen.’ En dan somt Jean Paul uit een werk van Affsprung eenige voorbeelden op. Schoonzicht voor Belvedere, heelmeester voor Chirurg, pluksel voor Charpie, denkbeeld voor Idee, onstoffelijkheid voor Immaterialität, vlakpapier voor Makulatur, mengelstoffen voor Miszellaneen, onzijdig voor neutral, vertegenwoordiger voor Repräsentant. Jean Paul is overigens van de taalzuivering bij de Duitsche schrijvers, wier werken hij behandelt, weinig gediend, en maakt ze lichtelijk belachelijk. Maar het zijn dan ook puristen, gelijk ook Neerlandia ze niet in bescherming neemt, menschen die in het Hollandsch ingenieur zouden willen vervangen door vernufteling, locomotief door stoompaard en zoo meer. Onze strijd gaat tegen het onnoodige gebruik van vreemde woorden, waarvoor men goede Hollandsche woorden laat staan en daardoor op den duur laat verouderen, aldus de taal verarmende. Zoo opgevat zouden wij er roem opdragen, als wij de grootste puristen van Europa waren. Maar het lijkt er niet op. De Franschen, om slechts één voorbeeld te noemen, zijn het veel meer. | |||||||||
Lectoraat in de geschiedenis van Z.-Afr.Dr. E.C. Godée Molsbergen is benoemd tot lector in de koloniale geschiedenis, de geschiedenis van Zuid-Afrika en de geschiedenis der kolonisatie aan de Amsterdamsche Universiteit. | |||||||||
Nederl. rechtskundige kennis in België.In een lezing gehouden in de Kon. Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde, onlangs verschenen in geschriftvorm, bepleit Prof. Julius Obrie, van de Hoogeschool in Gent, de wenschelijkheid om de Nederlandsche rechtsliteratuur en wetgeving in Vlaanderenland meer bekendheid te verschaffen. Hij verwijt den Belgen hun volledige onverschilligheid voor het elders geldende recht en in het bijzonder voor de in Nederland bestaande wetgeving en rechtskundige literatuur. Hij noemt voorts de meest gebruikte Nederlandsche studieboeken en de beste tijdschriften op en hij noemt als een noodlottig gevolg van de in België heerschende onverschilligheid: dat geen gebruik is gemaakt van de Nederlandsche Kinderwetten toen men in 1912 ook in België wetten tot bescherming van kinderen maakte. | |||||||||
Van het Engelsche hondje gebeten.In de voetbalverslagen van een onzer groote bladen, dat veel werk van de sport maakt, komt gedurig, bij de beschrijving hoe een speler, meestal de doelverdediger, een bal niet kon houden, de uitdrukking voor: ‘hij werd volkomen gebeten’, of: ‘hij werd volkomen door den bal gebeten’. Wonderlijke uitdrukking! Een bal, die zoo rond en stomp is als iets maar zijn kan en die bijt! Maar het geval wordt begrijpelijk, als men bedenkt, dat de verslagen in dat blad wemelen van Engelsche woorden en anglicismen, en als men weet, dat in Engelsche voetbalverslagen herhaaldelijk de uitdrukking voorkomt: ‘He was completely beaten’, letter- | |||||||||
[pagina 308]
| |||||||||
lijk: ‘hij werd volkomen verslagen’, zooveel als: ‘de bal was hem volkomen de baas’, of: ‘was hem te vlug af’, of: ‘hij legde het volslagen af’ of iets van dien aard. Dat is - we moeten hier wel even de spraakkunst voor den dag halen - van het werkwoord ‘to beat’, aldus vervoegd: ‘beat, beaten’, beteekenende slaan, verslaan enz. Den verslaggevers van het bewuste blad staat het werkwoord ‘to bite’ voor den geest, aldus vervoegd: ‘bit, bitten’, en beteekenende bijten, en nu zien ze dat ‘beaten’ aan voor het verleden deelwoord van ‘to bite’! Niet minder gek is, wat we onlangs in een voetbalverslag van een ander Hollandsch blad lazen, in een vertaling uit een Engelsch blad: ‘prettige oranje jerseys’ voor ‘mooie oranje truien’ (‘pretty orange jerseys’)! Het was al mooi, dat er ‘jerseys’ stond en niet ‘yerseys’, zooals het gewoonlijk in die voetbalverslagen heet. Het is al zooals we reeds meer opgemerkt hebben: het gebruik van vreemde woorden komt vrij wel als regel voor juist bij menschen, die ze amper verstaan. Als de apen hoog... | |||||||||
Het eiland Marken.Burgem. en Weth. van dit bekende Zuiderzeeeiland hebben een algemeene oproeping de wereld ingezonden, waarin zij vragen aan allen, die omtrent het ontstaan van het eiland en zijn eerste bewoners inlichtingen kunnen geven, die te willen zenden aan. den secretaris, die gaarne een desbetreffend uitvoerig rondschrijven toezendt. | |||||||||
Geschrift van Prof. Bolland.Dit geschrift, getiteld ‘Het Nederlandsch als taal voor hoogere aangelegenheden des geestes’, uitgegeven door den Vlaamschen vooruitstrevenden Studentenkring ‘Geen taal, geen vrijheid’ te Brussel (40 blz.) is aan het kantoor van het A. N.-V., Wijnstraat 81, verkrijgbaar tegen toezending van 15 cent. | |||||||||
Een nieuwe stoomvaartlijn.De Koninklijke West-Indische Maildienst opent deze maand een rechtstreekschen dienst met drie-wekelijksch vertrek van Amsterdam en Rotterdam op Barbados, Trinidad, Venezuela, Curaçao, Columbië en Colon (met doorvoer naar de Westkust van Centraal- en Zuid-Amerika). De dienst zal in den beginne met vrachtschepen onderhouden worden, doch van 1915 af zullen nieuwe mailschepen van ongeveer 5500 ton bruto, 13-mijls-vaart en met gelegenheid voor ongeveer 120 passagiers 1e klasse op de lijn geplaatst worden. | |||||||||
Een eervolle plaats.Handelsberichten van 6 Nov. geeft statistieken over den scheepsbouw in Lloyds Register. Op de lijst van de op 1 Oct. 1913 in aanbouw zijnde schepen, neemt Nederland de vijfde plaats in met 50 schepen, metende te zamen 128.730 ton, achter zich latende Oostenrijk-Hongarije, Japan, Italië, Noorwegen, Denemarken enz. | |||||||||
Voor Afdeelingsavonden (vervolg).Mevr. Marie E. Arntzen-Wafelbakker, Amsterdam. Dramatische, lyrische en komische voordrachten. Ach. Daled, Stedel. Museum, Brugge. Lezing over Brugge en haar kunstschatten (met 100 lichtbeelden). Jan C. van der Grijp, Copenicusstr. 169, Den Haag. Ernstige en komische voordrachten. Mej. A. Hartogh, Rotterdam. Nederlandsche liederavond. Mevr. en de heer Lambrecht Lambrechts, Kunstlaan 51, Gent. Vlaamsche en Nederlandsche liederavond. |
|