Neerlandia. Jaargang 17
(1913)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 185]
| |
In Togo, de modelkolonie, wordt op de scholen, behalve de taal van 't land geen andere dan de D. taal onderwezen, terwijl in het verkeer met de inboorlingen het D. spreken krachtig bevorderd wordt. In Kameroen, waar 't neger-engelsch in zwang is gebracht door negersoldaten uit Liberia en Sierra Leone, wordt gestreefd naar het vervangen van dit verknoeide Engelsch door de D. taal. Hoewel D. Zuidwest-Afrika bevolkt is met 15.000 blanken, waarvan 12.000 Duitschers zijn, is daar toch het ‘Hollandsche dialect’ van Zuid-Afrika de omgangstaal geworden met de gekleurde bevolking. De D. Kolonialzeitung meent, dat hier door Duitsch onderwijs in alle scholen voor inlanders en door het gebruik van die taal in alle gezinnen van Duitschers, dit ‘slechte Hollandsch’ moet worden vervangen. Voor D. Oost-Afrika waar het Kisoeaheli, de lingua-franca van een groot deel van midden-Afrika, voorshands onmisbaar is, wordt aanbevolen aan de inlanders ook het Duitsch te leeren. Door den Gouverneur van het Schutz gebiet van de verre Zuidzee, waar 't neger-engelsch evenzeer begint door te dringen, doch het D. nog geen vorderingen heeft gemaakt, wordt er naar gestreefd in dien toestand verandering te brengen. In Kiaoetschoe eindelijk wordt de strijd tegen de Engelsche taal in de Chineesche scholen aangevangen. In 't algemeen beveelt de D. Kolonialzeitung den Duitschers aan, de inheemsche taal der kolonie te leeren, en verder tot den regel te komen: met den minst ontwikkelden diens taal, maar, de meer ontwikkelde der inheemschen leere Duitsch. In Nederlandsch Oost-Indië wordt door velen hetzelfde gezegd met betrekking tot het Nederlansch. |
|