Tropisch Nederland No. 6
trok vooral onze aandacht een artikel van R.v.I., getiteld Studie in Nederland van onbemiddelde Indiërs, waarin er op gewezen wordt, dat er thans verschillende fondsen zijn, die alle min of meer hetzelfde beoogen op dat gebied, maar dat er veel voor te zeggen zou wezen, indien er samenwerking tusschen die fondsen bestond, ook op geldelijk gebied. Schrijver denkt zich verbetering door middel eener centrale commissie voor het steunen van in Nederland studeerende Indiërs, met behoud echter van de verschillende thans bestaande fondsen, die het best de behoefte kennen van hen wier belangen zij willen bevorderen; hij meent, dat het Groepsbestuur in Indië den stoot zou kunnen geven tot het oprichten van zoodanige commissie. Ook wijst schrijver er op dat in Nederland vooral vereenigingen zijn opgericht uitsluitend om Inlanders bij hun studie te helpen. ‘Vooral in deze - zegt hij - is het maken van onderscheid op grond van iemands ras in hooge mate ergerlijk. Als een jongen hulp noodig heeft om in de wereld vooruit te komen en die verdient, dan hoort hij die te krijgen, onverschillig of hij is Europeaan, Chinees, Javaan of Menadonees. En niet alleen een jongen! Ook aan meisjes zou ik gaarne steun verleend zien voor studie in Nederland.’
In de rubriek Indische belangen, waaronder het evenbedoelde artikel is opgenomen, treffen wij nog aan eenige beschouwingen van Uitkijk over Regeering en S.I., waarin tot de slotsom gekomen wordt: ‘noodig is in tijden als deze een open oog voor het nut van vooruitgang, ontwikkeling en hervorming, maar noodig is óók een nauwlettend waken voor een ordelijken, geleidelijken, vreedzamen ontwikkelingsgang.’
Van den verderen inhoud vermelden wij: het slot van C.S.' artikel Een wereldtaak voor Nederland in No. 5 aangevangen; voorts een zeer beknopt overzicht van Prof. Hesseling's beschouwingen over het verdwijnen van de Nederlandsche taal op Ceylon en eene samenvatting, onder den titel de verspreiding van onze taal onder de inlandsche bevolking, van een artikel in het Soerab. Hbld.
Onder Oeconomische berichten wordt door H. de lof van de Rotterdamsche haven-uitbreiding, in vergelijking met andere Europeesche havens, bezongen en in verband daarmede gewezen op de verbeteringen, die ook in Indische havens in gang of te verwachten zijn.
De rubriek Kunst en Wetenschappen bestaande ditmaal uit een historische schets en boekbespreking en het gewone Maandoverzicht besluiten het nummer, dat ook nog ettelijke Verbondsmededeelingen bevat, die ten deele reeds in het Juli-Neerlandia-nr. werden opgenomen.