bijen niet alleen zeer goed in zulk een tropisch klimaat gedijen maar ook veel honig en was voortbrachten’. Ook hij zegt: ‘de ware oorzaak (van het mislukken) moet meestal gezocht worden bij den bijenhouder zelf, want veelal ontbreekt hem de noodige kennis.’
Honiggevende bloemen zijn er in den regel genceg in de tropen.
Ten slotte geeft de schrijver den raad, in streken waar de honig om de een of andere reden een minder aangenamen bijsmaak mocht hebben, zich hoofdzakelijk op de was-productie tce te leggen.