Neerlandia. Jaargang 17
(1913)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 140]
| |
Mededeelingen en allerleiNederland op zijn best.In de Gazette astronomique, uitgegeven door de ‘Société d'Astronomie’ van Antwerpen komt een artikel voor, getiteld: J.C. Kapteijn et l'astronomie en Hollande. Men weet, zoo leidt de schrijver zijn onderwerp in, dat Nederland ten opzichte van de sterrenkunde en men kan er aan toevoegen de wetenschap in het algemeen een benijdenswaardige en bijzondere plaats inneemt onder de kleine naties. Dit is weer helder aan het licht gekomen door de toekenning van den Bruce-penning der Societé Astronomique du Pacifique aan een der bercemdste sterrekundigen van Nederland, professor J.C. Kapteijn, directeur van het sterrekundig laboratorium der Groningsche Hoogeschool. Deze penning is tot heden slechts 10 maal uitgereikt. Professor Curtis heeft bij de toekenning van den penning aan prf. Kapteyn een belangwekkende rede gehouden, waarin hij de beteekenis van Nederland, met slechts vier hoogescholen, heeft uiteengezet en o.m. gezegd, dat de Amerikaansche Universiteiten moeilijk een gelijk getal geleerden kunnen aanwijzen, die te vergelijken zijn met mannen als Kapteyn, Lorentz, Kamerlingh Onnes, De Vries, Van der Waals en Zeeman.
- De Amsterdamsche Afdeeling van Toonkunst, een kleine 300 zangers en zangeressen, heeft met het versterkt concertgebouworkest, onder leiding van haar directeur Willem Mengelberg, te Parijs in het begin der vorige maand een schitterend succes behaald.
- Onze landgenooten: de zangeres Julia Culp en de klavierspeler Coenraad V. Bos hebben op hun kunstreis door Amerika in Nieuw-York, Boston, Chicago en San Francisco veel lauweren geoogst.
- De Nederlander Bernard de Waal heeft de vorige maand in een eendekker, merk Fokker, met een medereiziger een mooie vlucht gedaan van Berlijn naar Soesterberg (Utrecht).
- Albert Vogel vindt in Noord-Amerika met zijn voordrachten veel bijval. Prof. Raap schreef in De Hope (Holland Michigan) een zeer waardeerend artikel. Men kan zich wel voorstellen hoe Vogel's stem daar o.a. met Lod. Mulder's De Nederl. Vlag indruk zal hebben gemaakt. | |
Vijfde Groot-Nederl. Studenten-Congres.De Gentsche Stud.-Afd. van het A.N.V., die in het aanstaande academisch jaar luisterrijk haar le lustrum hoopt te vieren, heeft op zich genomen het Vde Groot-Nederlandsch Studentencongres in te richten. Het nieuwe bestuur is als volgt samengesteld: M. Minnaert, voorzitter; P. de Keyser, ondervoorzitter; G. Smeesters, 1e schrijver-penningm., Wondelgenstraat 14; E. Domela Nieuwenhuis Nyegaard, 2e schrijver; M. van der Haeghen, boekbewaarder. In den schoot der Stud.-Afd. is van nu af reeds een commissie aangesteld, die de werkzaamheden van het Congres zal voorbereiden. In deze commissie zetelen M. Minnaert, als voorz. (Citadellaan 73); P. de Keyser, als 1e schrijver (Keizer Karelstr. 109); G. Smeesters, als 2e schrijver; M. van der Haeghen, als penningmeester. Wenken of voorstellen in verband met het Congres kunnen steeds gezonden worden aan bovenstaande adressen. | |
Amerika en onze OnafhankelijkheidsfeestenIn De Wachter van Holland Michigan schrijft Dr. J. van Lonkhuyzen het volgende:
Onder leiding van den bekenden Amerikaanschen historicus Wm. Elliot Griffis zal er bij gelegenheid der Onafhankelijkheidsfeesten in Nederland dezen zomer een gedenksteen in Den Haag aangebracht worden als bewijs van een 300-jarige vriendschap welke er tusschen Holland en Amerika bestaan heeft. De kosten voor deze gedenktafel worden gedragen door ‘Albany Institute’ en de ‘Historical and Art Society’. Het geld is daarvoor reeds saamgebracht. | |
Nog een huldeblijk van Amerik. Nederlanders.Volgens een artikel van Dr. J. van Lonkhuyzen in De Wachter van 30 April, bestaat er te Grand Rapids plan de namen van alle Nederlanders en Nederlandsche afstammelingen, die hun gevoelens van erkentelijkheid en liefde voor Nederland en Oranje willen doen blijken, op een geschiedrol te doen schrijven en die op 31 Aug. a.s. onze Koningin aan te bieden als een bewijs van instemming met de herdenking onzer 100-jarige herkregen onafhankelijkheid. | |
Nederlandsche Beiaardconcerten op 18 Juni.De Nationale Vereeniging voor den Volkszang heeft een rondschrijven gericht aan de besturen der Nederlandsche gemeenten, die over torens met klokkenspelen beschikken, met verzoek op 18 Juni a.s. 's avonds tusschen 9 en 10 uur een beiaardconcert te doen geven ter herdenking onzer voor honderd jaar herkregen onafhankelijkheid. Aan alle beiaardiers heeft de Vereeniging een bundeltje met 84 volksliederen gezonden. Wij stemmen tenvolle in met het Hoofdbestuur van genoemde Vereeniging, waar het wenscht, dat alle klokken mogen ‘meezingen in het koor, dat dien avond de lucht boven de lage landen zal vervullen van zijn echt-Nederlandsche klanken’. Maar laat dan die klank zich ook uitstrekken tot den naam der feestelijkheid en niet gesproken worden van Carillonbespeling maar van Beiaardspel, een goed oud Nederlandsch woord, dat bij de Vlamingen nog in volle eere is, evenals beiaardier. | |
Wet op het Nederlanderschap.Wij herinneren er aan, dat deze wet sedert het vorig jaar een gunstige wijziging heeft ondergaan. In afwijking van de vroeger te dezer zake overeengekomen bepalingen, zullen de bewijzen van Nederlanderschap, afgegeven aan meerderjarige Nederlandsche onderdanen die in het Rijk of in zijne koloniën of bezittingen in andere werelddeelen zijn geboren, zoolang geldig blijven, totdat is vastgesteld, dat de houder de Nederlandsche nationaliteit heeft verloren. Ook de 10-jarige verklaring, Nederlander te willen blijven, behoeft nog slechts te worden afgegeven door die Nederlandsche onderdanen, die buiten Nederland of buiten zijne koloniën of bezittingen in andere werelddeelen werden geboren. | |
Het A.N.V. in de geschiedenis van ons land.In het mooie boek van Dr. C. te Lintum, privaat docent aan de Utrechtsche Hoogeschool, getiteld Een eeuw van vooruitgang, verschenen ter herdenking onzer weder vrijwording in 1813, wordt ook een hoofdstuk gewijd aan den Belgischen Opstand, waarin o.m. gezegd wordt: Over één ding echter zijn allen het eens. Herstel van den vroegeren toestand is nooit meer mogelijk. België en Nederland hebben zich zelfstandig ontwikkeld naast elkaar; ze zullen dat, naar wij allen ho- | |
[pagina 141]
| |
pen, blijven doen. De oude vijandschap is lang vergeten, zoowel in 't Noorden als in 't Zuiden. Wie nu nog terugdenkt aan den strijd van 1830, doet het met berusting en laat gaarne van daaruit den blik weiden over al de pogingen tot toenadering, die sinds dien tijd gedaan zijn; eerst (1848) door de Koningen zelf; toen door de Taalcongressen (van 1849 af); daarna door het Algemeen Nederlandsch Verbond. | |
Vaderlandsliefde in den vreemde.Een Amerikaansch lid van het A.N.V., dat in drie jaren niets van zich liet hooren en dien wij al verloren waanden, zond dezer dagen zijn achterstallige bijdragen met verontschuldiging. ‘Onvermogen weerhield mij van betaling’, schrijft hij, ‘maar laat ik U toch verzekeren dat ik het mij een gunst, voorrecht en eer aanreken in Holland geboren en opgevoed te zijn en ofschoon van 1900 afwezig, blijft mij ons vaderland dierbaar.’ Vondel zei het reeds: Tusschen bloed en bloedverwant
Is een band
Van natuur niet licht te breken.
| |
1813-1913.Verschenen bij J. Philip Kruseman te 's-Gravenhage, Holland, een vrijheidslied in den volkstoon, woorden van Philip Kruseman, muziek van Sam Schuyer. In de reeks Bulletins van den Ouden Boekhandel Burgersdijk & Niermans, verscheen Zuid-Holland met uitvoerige lijsten van geschriften, platen, pamfletten enz. | |
Aanvulling.In het beknopt verslag der Alg. Verg. van Groep Nederland werd de samenstelling vermeld der Commissie voor het Stamcongres. Daaraan moeten nog worden toegevoegd de namen van Dr. Schepers en Dr. Van Everdingen. | |
Lettre au Roi.Het antwoord van den heer H. Meert op den brief aan den Koning van België over de scheiding van Wallonië en Vlaanderen van den heer Jules Destrée, is thans in een reusachtige oplaag in het Nederlandsch verschenen. Een Leidsch professor schreef den heer Meert dezer dagen: Uw antwoord ‘à Monsieur Destrée’ las ik in de uitgave van onze Stud.-Afd. Het was mij op vele plaatsen ongelooflijk, ik vermoede niet half, dat de toestand in Vlaanderen zóó ontzettend was, als hij door U daarin wordt beschreven. Nog geheel onder den indruk van Uw prachtig pleidooi voor het goed recht van het aloude Vlaanderenland, betuig ik U mijn eerbiedige hulde, hopende, dat de Vlaamsche Beweging steeds aan kracht en heerlijkheid moge winnen! | |
Vivat Holland!Onder dezen titel is een nummer van The Globe Trotter, orgaan van de C.C.C. (Cosmopolitan Correspondence Club) verschenen, gewijd aan Nederland en samengesteld door Nederl. en Nederl.-Indische leden der Club. Op het titelblad is een prentje afgebeeld voorstellende de aankomst van den Prins van Oranje te Scheveningen in 1813, binnenin zien wij 't Wilhelmus, afbeeldingen van het Koninklijk gezin, 't Vredespaleis, Hollandsche en Indische kiekjes en o.m. bijdragen van de heeren J. Rasch, H. Uijttenboogaerd en J.H. Gaukstert Jr. De laatste is vertegenwoordiger der Club voor Nederland en koloniën, zijn adres is Amsterdam. | |
Nederlandsche koopwaar in Zwitserland.In een der Mei-nummers van Handelsberichten worden mededeelingen gedaan uit het jaarverslag van den Nederl. Consul te Genève, waaraan het volgende is ontleend:
Men verkoopt te Genève o.a. de bekende ronde Edammer en de kleine platte Goudsche kaasjes. Eenige jaren geleden waren de Haagsche hopjes er nog niet bekend, thans zijn zij bij alle suikerbakkers verkrijgbaar, evenals andere Nederlandsche lekkernijen, zooals Haagsche beschuitjes, ontbijtkoek en speculaas. De echte Hollandsche boterletters zijn nog niet bekend, althans zeer weinig. Enkele Zeeuwsche handelaren hebben de Zeeuwsche oesters weten in te voeren, en ofschoon het debiet klein is, schijnt het toch loonend te zijn. Het is echter te betreuren, dat de invoerrechten op oesters zoo hoog zijn. Hollandsche vischsoorten begint men meer en meer aan te treffen, vooral zalm, bokking, gerookte paling, gezouten visch, versche haring enz. | |
Een vroegere Holl. nederzetting te Nantes.In de Revue du Nord, het geschiedkundig tijdschrift der universiteit van Rijssel, geeft J. Mathorez, aanteekeningen over onze landgenooten, vroeger gevestigd aan de monding der Loire. Reeds in oude tijden was de bevolking dezer havenstad een mengelmoes van allerlei volken maar van alle vreemde nederzettingen was de Hollandsche de belangrijkste, zoowel wat aantal als invloed betrof; meer dan 250 jaren heeft zij er een voorname rol gespeeld. De Hollandsche kolonie te Nantes heeft zich in de 16e eeuw gevormd, breidde zich aanmerkelijk uit na het teekenen van het Edict van Nantes, zoodat zij omstreeks 1680 het grootste deel van den handel in handen had. |
|