Neerlandia. Jaargang 17
(1913)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMededeelingen en allerleiBenijding.In de Times van 22 Febr. staat een ingezonden stuk ‘A 17th Century Parallel’ van den heer Walter Crick, Oving Sussex. Daarin wordt naar aanleiding van Kapitein Scott's heldendood, de aandacht gevestigd op een overeenkomstige ramp, namelijk hetgeen in de troostelooze eenzaamheid van Jan Mayen, in 1634 aan den Hollander Outgert Jacobsz. van Grootebroek en zes zijner makkers is overkomen. Zij waren, zoo schrijft de inzender in de Times, 26 Aug. achtergelaten en 4 Juni daarop werden allen dood teruggevonden. Maar de laatst levende had een dagboek gehouden, dat tenvolle getuigt van hunne moeiten en ontberingen en in menig opzicht zeer gelijkt op het tragisch verslag, achtergelaten door kapitein Scott. En in het nobele hoofdartikel Volkskracht, in het Nieuws van den Dag van 19 Febr., vlg. lezen wij: ‘Op een ochtend is in alle scholen van het Vereenigd Koninkrijk het eenvoudige verhaal gedaan van de worsteling en den glorierijken dood van kapitein Scott en de zijnen, en de beteekenis van die daad, als dit nog noodig was, aan de kinderen verklaard. Menige forsche jongen moet daarbij getrild hebben van geestdrift en menig meisje tranen gestort - zóó | |
[pagina 91]
| |
te mogen sterven voor zijn land! Zóó, ten bate van de menschheid - en zonder het moorden en branden van een slagveld.’ Nederland heeft zijn zeven stoere zeventiendeeeuwers van Jan Mayen-eiland niet vergeten. Een Noorsch graniet vermeldt te midden van ijs en sneeuw, in zwarte letters: ‘Outgert Jacobsz. van Grootebroek en zijne zes Hollandsche makkers zijn in April 1634 hier bezweken bij een poging tot overwintering’. Wij hebben aan die dooden van lang her, eerbiedige herinnering gewijd. Maar benijden doet wij het Engelsche volk dat op zulke wijze zijn groote tijdgenooten eert. | |
Nederlandsche programma's in den vreemde.De Nederlandsche aanplakbiljetten en programma's uit den vreemde, die een der kenmerkendste afdeelingen vormen van de tentoonstelling, waarmee het A.N.V. reeds herhaaldelijk uitkwam, is weer met eenige mooie exemplaren verrijkt. Het grootste is een plakkaat van de Nederl. Vereen. ‘Neerlandia’ te Hoboken, opgericht 1909. 't Is dat eener ‘Gezellige bijeenkomst’ op 25 Febr. j.l., bovenaan prijkend met den Nederlandschen leeuw en versierd met het portret van den heer Christiaan Kriens, Nederlandsch concertmeester en componist te Nieuw-York, die met zijn vioolspel den avond opluisterde, evenals mevr. P. Geerts, van Brooklijn, met zang en mej.-M.J. Hoogendam, van Paterson, met pianospel. De openingsrede werd gehouden door den heer Corn. Beeling Jr.; het orkest speelde Nederl. liederen, de heer en mevr. Kaaper gaven Hollandsche tweespraken ten beste, zelfs Kokadorus trad op. Tot slot ging het eerste bedrijf van Fr. van Eeden's blijspel ‘De student thuis’. Daarna bal en tombola. Van de Afdeeling Chicago-Roseland ontvingen we programmaboekjes, betreffende twee feesten door de Afdeeling in 1912 gegeven en waarop Nederlandsche liederen, voordrachten en kluchtspelen ten gehoore werden gebracht door leden der Afdeeling. Het Zuid-Afrikaansch blad De Vriend des Volks zond een kalender 1913, een groot biljet met vijf platen versierd, voorstellende groepen studenten van landbouwscholen en een huishoudcongres. Zulke drukwerken zijn voor oningewijden sprekende bewijzen dat er in verre streken een opgewekt Nederlandsch leven heerscht. Voor toezending van dergelijken houdt het A.N.V. zich steeds aanbevolen. | |
Een groeiend woordenboek.Ieder, die gewend is herhaaldelijk gebruik te maken van een Nederlandsch Woordenboek, voelt tallooze keeren de onvolledigheid der thans bestaande. Vooral is dat het geval met het meest gebruikte en ook meest bruikbare, van Van Dale, waarvan de eerste druk uit 1872 dagteekent. De vierde is van 1898, sedert welken tijd niet alleen in onze gewone omgangstaal maar ook in onze letterkundige taal en die van kunst en wetenschap, een groote aanwinst is vast te stellen. De behoefte aan een vijfden druk was dan ook zeer groot. Het zoogenaamde Groote Woordenboek, onze Dictionnaire de l'Academie, kan voor het dagelijksch gebruik slecht dienen en heeft natuurlijk het nadeel dat men juist altijd zoekt, wat daaraan nog ontbreekt. Kennelijk echter heeft het aan dezen nieuwen druk van Van Dale veel bouwstof geleend. Bovendien zijn in de laatste jaren door een grootere aanraking met Afrika en Vlaanderen, het aantal woorden en uitdrukkingen, waarvan de gewone lezer te vergeefs de verklaring zoekt, uit Afrikaansch en Vlaamsch in dezen vijfden druk ondergebracht. Om van het Afrikaansch een enkel voorbeeld te noemen: het ginds zooveel gebruikte ‘afparen’, een vertaling van het Engelsche ‘to pair off’, wat gebruikt wordt, niet alleen bij het Parlement maar in het algemeen, voor het zich verwijderen van twee leden van tegenovergestelde richting uit een vergadering, teneinde daardoor geen wijziging te brengen in de verhouding bij de stemming. Ongetwijfeld zal ook dit woord evenals zoovele uit het Afrikaansch, in onze taal worden opgenomen. Het vereischt een grootere ruimte en langere voorbereiding dan hier beschikbaar is, om nauwgezet alles te vergelijken wat deze vijfde uitgaaf, voor zoover de eerste aflevering betreft, die thans is verschenen, gunstig van de vorige onderscheidt. Maar wel aardig is het er op te wijzen, dat de woorden accountant, acetyleengas hun intrede hebben gedaan en ook het Turksche woord ‘aga’, dat thans aan de orde van den dag is, er in gevonden wordt. Deze eerste aflevering sluit bij ‘angstvallig’ en beslaat 130 bladzijden in twee kolommen, op goed papier met zeer duidelijke letter gedrukt, bijzonderheden die bij een woordenboek van groot belang zijn. De geheele uitgaaf zal volledig zijn in 12 of 13 afleveringen en voor inteekenalen niet meer dan 10 gld. bedragen. In den zomer van 1914 zal zij kant en klaar zijn. Ongetwijfeld zal deze uiterst nuttige onderneming van onze vermaarde uitgevers Nijhoff en Sijthoff, algemeen zeer worden gewaardeerd. | |
Waardeering.Uit een brief van Ds. J. van Lonkhuyzen te Grand Rapids: Ik heb het genoegen U hierbij te zenden het verschuldigde bedrag voor Neerlandia, een tijdschrift dat ik altijd gaarne ontvang en het verzoek mijn hartelijken dank over te brengen aan mejuffr. Dr. C. Catherina van de Graft voor haar mooi stukje ‘Vacantiereisje door Vlaanderen’, dat mij veel genoegen verschafte. Ik herinner mij nog levendig de overweldigende indrukken die Vlaanderen en het Vlaamsch op mij maakten, toen ik een paar jaren geleden van de eenzame vlakten in Argentinië weerkwam, en, te Duinkerken van de boot gestapt, Vlaanderen van uit den trein als een paradijs voor mij zag voorbij rollen, en het Vlaamsch mij in de ooren klonk zoeter en liefelijker nog dan het harmonieuse Spaansch. Vlaanderen is zoo mooi! En het Vlaamsch klinkt zoo liefelijk! Het kan ons stroeve Noord-Nederlanders winste brengen. Ik hoop daarom, dat nog velen het voorbeeld van mej. Dr. Van de Graft zullen volgen. | |
Een eer voor de Nederl. Boekdrukkunst.Twintig jaar geleden is Herbert A. Giles Chinese-English Dictonary onder den titel ‘A Chinese Biographical Dictionary’ voor 't eerst te Shangai verschenen, bij Kelly & Walsh. Het werd onder toezicht door Chineezen gezet. Na zijn terugkeer in Engeland heeft de sinoloog, onderwijl hij door ettelijke boeken over China de wetenschap verrijkte, zich bezig gehouden met den tweeden druk van zijn, in 1911 door de Académie française bekroond, woordenboek, dat dan nu, voltooid te Shangai, andermaal bij Kelly & Walsh, en te Londen bij Bernard Quaritsch, verschijnt, maar te Leiden door de firma E.J. Brill is gedrukt. De schrijver heeft aan onze Koningin een exemplaar gezonden met een begeleidend schrijven, waarin hij o.m. zijn groote ingenomenheid betuigd met ‘the excellent results’ der Nederlandsche drukkersfirma. | |
Nederlandsche Muziekavond.Als bijzonderheid - 't is bedroevend dat dit als zoodanig moet worden gedaan - meldt men, dat de heer Wouter Hutschenruyter 26 Febr. te Utrecht een geheel Nederlandsch instrumentaal concert heeft geleid. Het programma bevatte de namen van Hub. | |
[pagina 92]
| |
Cuypers, Anna Lambrechts-Vos, Carl Smulders, Lod. de Vocht, Henri Zagwijn en Max Guillaume. De heer Herman Rutters wijdt in de Nieuwe Courant een waardeerend feuilleton aan deze muziekuitvoering, die slecht was bezocht en noemt den Nederlander blind, doof en gevoelloos voor eigen toonkunst. In een volgend nummer hopen wij enkele zijner beschouwingen over te nemen. Thans ontbreekt ons plaatsruimte. | |
Den Nederlanders ten voorbeeld.Na den voetbalwedstrijd België-Nederland, die weder in het voordeel der Hollanders uitviel, vereenigden de deelnemers zich aan een gemeenschappelijken maaltijd. De heer Paul Havenith, de Belgische inrichter van den wedstrijd, voerde het woord ‘in sierlijk Vlaamsch’, schrijft het Handelsblad van Antwerpen. | |
Een vergeten landgenoot.Een medewerker schrijft aan de N.R. Ct.: In een der laatst verschenen maandelijksche bijdragen van het Fransche Aardrijkskundig Genootschap is een artikel verschenen, dat tot nu toe niet algemeen bekend is gemaakt en de belangstelling toch ten volle verdient. De heer Avelot vraagt daarin de aandacht voor ‘une exploration oubliée’, een reis welke een Hollander in het midden der zeventiende eeuw door Portugeesch Kongo maakte en waarvoor schr. de voornaamste bijzonderheden opdiept uit Dapper's beschrijvin Afrika. Een Hollander, Jan de Herder, ondernam omstreeks 1642 of 1643 een reis in deze bijna onbekende binnenlanden, nadat wij door de verovering van Sint Paul de Loanda op de Portugeezen door Pieter Jol Houtebeen (24 Aug. 1641) op die kusten vasten voet hadden gekregen. Waarschijnlijk behoorde De Herder tot het gezantschap dat in 1642 naar San Salvador werd gezonden om een verdrag te sluiten met den ‘mani-congo’ Garcia II; hij vertok in ieder geval met zes anderen, wier namen onbekend schijnen te zijn, van Loanda over Salvador naar Kundi aan de rivier de Kwango, en trok aldus het tegenwoordig Portugeesch Kongo geheel door. | |
Nederlandsche Batikkunst te Rome.Mevr. Wegerif-Gravestein heeft de eerste week van Maart een tentoonstelling van batikkunst te Rome gehouden. Zij heeft er veel wil van gehad. De Italiaansche Koningin-Moeder, Margherita van Savoye, aan wie onze landgenoote in haar paleis de fraaiste batikstoffen mocht vertoonen en toelichten, heeft er verscheidene gekocht. | |
Saidjah in het Hongaarsch vertaald.De heer A. van Hoogstraten, onze vertegenwoordiger te Buda-Pest zond ons een deeltje van de Magyar Könyvtar (Hongaarsche Boekerij), genaamd ‘Szaidzsa’. Het is eene vertaling door een zekeren heer Stefan Gábor, van het verhaal van Saidja en Adinda uit Multatuli's Max Havelaar. Naar op den omslag vermeld wordt, is het uit het Hollandsch en dus klaarblijkelijk zonder behulp van een Duitsche of andere uitgave vertaald. | |
Nederl. Wetenschap in Frankrijk.In het vorig nummer maakten wij melding van de lezingen door Prof. Salverda de Grave in de Sorbonne te Parijs gehouden. In een brief uit Parijs aan de N.R. Ct. wordt daaraan nog eens herinnerd, tevens aan de voordrachten der Nederlandsche professoren Lorentz, Chantepie de la Saussaye en Hubrecht. De correspondent meent dan ook terecht dat het leerjaar 1912-1913 voor de wetenschappelijke betrekkingen tusschen Frankrijk en Nederland en in het bijzonder voor den naam der Nederl. wetenschap in Frankrijk van belang is geweest. | |
Nationale Feestbundel.De uitgever Joh. de Heer te Rotterdam heeft een zeer toepasselijken bundel nationale liederen uitgegeven, die voor de a.s. feesten goede diensten kan bewijzen; het zijn een 24-tal op oranje papier gedrukte vaderlandsche zangen, naast de bekende ook verscheidene die betrekking hebben op de gebeurtenissen van November 1813. Bij groote hoeveelheden tegelijk besteld daalt de prijs zelfs tot 1¾ cent per stuk. Dezelfde liederen zijn ook voor twee stemmen in noten- en cijferschrift uitgegeven; ook voor gemengd koor, harmonium of piano. | |
Nederland en de wereldscheepsbouw.Handelsberichten van 13 Maart 1913 geeft in tonnenmaat een overzicht van het aantal nieuw gebouwde schepen gedurende 1912. Nederland neemt de vijfde plaats in met 99.439. | |
Een Britsch Minister over Nederland.De vorige maand bevatte de Daily Mail een uitgebreid verslag van het onderhoud, dat de Britsche Minister van Landbouw, de heer Runciman, bij zijn terugkeer uit Nederland aan een vertegenwoordiger van dat blad toestond. Hij is vol bewondering voor verscheidene der in Holland gevolgde stelsels van land- en tuinbouw. Van Holland is voor den kleinen Engelschen boer volgens dezen Minister zeer veel te leeren. | |
Een goed woord voor retour.Herhaaldelijk is reeds beproefd het woord retour door een goed Nederlandsch woord te vervangen. Men spreekt van pasje, overstapje; maar die woorden duiden toch niet voldoende de beteekenis aan en ‘heen en terug’ is te lang. In den laatsten tijd hebben we het woord ‘dubbel’ gehoord en dit lijkt ons het meest geschikt. Op de trams krijgt men een kaartje voor een dubbelen rit en voor den trein inderdaad een dubbel kaartje. Zegt het voort! | |
Uit Sheffield.Een lid van het A.N.V. te Sheffield deelt ons mee, dat aldaar een Nederlandsche Staalhandel bestaat n.l. de ‘Vulcan Steel & Tool Co.’ | |
Malligheid.De kantoorbedienden van de Steenkolen-Handelsvereeniging te Rotterdam hebben een voetbalvereeniging opgericht onder den naam Coal. Waarom geen Kolen of Steenkool? Of vinden zij dat een raren naam voor een voetbalvereeniging? Maar dat is Coal dan toch net zoo. | |
De Gentsche Tentoonstelling en onze taal.Aan een maaltijd den Ned. Comm. Generaal der Tentoonstelling Mr. Th. Stuart, bij zijn eerste bezoek te Gent aangeboden door voorzitter en algemeene bestuurders, heeft de heer Braun, voorzitter van het uitvoerend Comiteit een heildronk in het Nederlandsch uitgebracht, waarin hij o.m. zei: Onze tentoonstelling zal een tweetalig karakter hebben; zij zal ook voor de vreemdelingen het bewijs leveren dat, in Vlaanderen, onze bevolking aan de Vlaamsche taal is gehecht gebleven en dat zij, evenals zulks trouwens het geval is voor het gansche land, de grootste sympathie gevoelt voor onze Noorderburen. * * *
De Nederlandsche Kamer van Koophandel en het Bureau voor Handelsinlichtingen te Amsterdam heb- | |
[pagina 93]
| |
ben een krachtige oproeping gezonden aan de Nederlandsche nijverheidsmannen om deel te nemen aan de Gentsche Wereldtentoonstelling.
Wij voegen er aan toe: en de Nederlandsche taal den voorrang er bij te geven. | |
Mooi Nederland.Verschillende Deutsche tijdschriften o.a. Daheim, Moderne Kunst en Die Woche hebben den laatsten tijd opstellen over Nederland's landschapschoon en Nederlandsche kunst gegeven. Waarschijnlijk staat dit wel in verband met de onafhankelijkheidsfeesten dit jaar te geven.
De Engelsche bladen brachten waardeerende besprekingen van: Through Holland in the vivette bij E. Keble, Chatterton London, Seeley; A free farmer in a free state bij ‘Home Counties’ (J.W. Robertson Scott), London, Heinemann; ‘Rambles in Holland’ written by E. and M.S. Grew, Mills and Boon. | |
De Hollandsche Nachtegaal te Nieuw York.Aldus noemt Ds. J.A. Mets, ons 81-jarig Amerikaansch lid in een brief aan Neerlandia gericht, de Nederlandsche zangeres mevr. Julia Culp, die, begeleid door den heer Coenraad Bos een schitterend geslaagden zangavond te Nieuw-York heeft gegeven. Hij is een en al bewondering voor de zangeres, maar het doet hem toch innig leed ‘dat geen enkel Hollandsch lied werd gegeven’. En dan vraagt de geestdriftige grijsaard, die 63 jaar in Amerika woonde, maar zijn geboorteland en moedertaal geen oogenblik vergeten heeft, terecht: ‘Is ons vaderland dan zoo arm, of de lyrische kunst aldaar zoo dood, dat er niets van dien aard bestaat waardig door zulk eene stem aan het oor en het hart eener vergadering in den vreemde aangeboden te worden? 't Is waar, Hollandsch is eene bijna geheel ongekende taal alhier; maar even onbekend, zoo zelfs niet meer, is de taal van Rusland. En toch vond het koor van de Russische kerk te Nieuw-York een toejuichend gehoor op den avond van 1 Febr., niettegenstaande het progamma niets dan Russissche gezangen bevatte.’ | |
Bosboom Toussaint-oorkonde.In het Aug. en Oct. Nr. 1912 van Neerlandia hebben wij een en ander medegedeeld over het gedenkteeken voor Mevr. Bosboom-Toussaint opgericht met medewerking van het Alg. Ned. Verbond. Sedert kreeg de heer G.A. Luitingh te Haarlem de opdracht een oorkonde te vervaardigen, die de onthulling van het borstbeeld in sierschrift vermeldt. Zij is onderteekend door den Burgemeester der gemeente, den heer G. Ripping als eerevoorzitter, Jhr. Mr. P. van Foreest als voorzitter, J.A. Verkuyl als onder-voorzitter, Mr. K.A. Cohen Stuart als penningmeester en C. Nannes Gorter als secretaris. De oorkonde is versierd met de wapens van den heer en Mevrouw Bosboom-Toussaint terwijl in den rand de meest bekende werken der gevierde schrijfster worden genoemd. 24 Febr. is deze oorkonde plechtig overhandigd aan het Gemeentebestuur van Alkmaar, waarbij de heer J.A. Verkuyl een rede uitsprak, waarin hij er aan herinnerde, hoe uit Alkmaar, maar ook uit het binnenland en zelfs uit het buitenland (St. Petersberg, Kaapstad, Curaçao) bijdragen werden geschonken, hoe ook het Koninklijk Huis en de familieleden van Alkmaars eereburgeres krachtig steunden en ook Alkmaars Raad een aanzienlijke som beschikbaar stelde. Daartegenover moest de spr. tot zijn leedwezen wijzen op de geringe belangstelling der letterkundige wereld. De burgemeester, de heer G. Ripping, aanvaardde het geschenk en zeide, dat het gemeentebestuur de fraaie oorkonde een waardige plaats in het Museum zou aanwijzen. Mr. N.H. de Lange bracht hulde aan het uitvoerend comité, mr. Cohen Stuart herdacht in het bijzonder de verdiensten van den heer Verkuyl. |
|